Neem bijvoorbeeld het elf minuten lange openingsnummer Godforsaken. De track begint minimalistisch en tergend langzaam, met enkele machtige gitaarriffs. Langzaam worden de spanning en instrumentatie opgevoerd. Als na twee minuten frontman Philipp Kruppa met een diepe grunt de woorden Sick perverted deities uitbraakt, voel je reeds dat het goed zit. De formatie trapt vervolgens niet in de valkuil om het tempo constant laag te houden, want na een paar minuten neemt de song een nieuwe wending en slingert het gezelschap, opnieuw met een serie splijtende riffs, het tempo flink de hoogte in. Twee minuten later valt de muziek dan even stil, om meteen weer een andere richting in te slaan. Middels een reeks mokerslagen en, vanzelfsprekend, een paar vette riffs hernieuwt de groep de spanning. Zo blijf je als luisteraar nieuwsgierig naar het vervolg en weet het nummer je over de volle lengte in de greep te houden.
De andere songs weten evenzeer te boeien, met Dead Inside en vooral Pazuzu als uitschieters. Het laatstgenoemde nummer start met een briljante monoloog van de inmiddels overleden topacteur George C. Scott, uit de prima horrorfilm The Exorcist III (1990). De song zelf maakt de sterke openingszet vervolgens helemaal waar en voedt de gedachte dat Ophis misschien nog wel beter kan. Als op het volgende album elk nummer zon impact heeft als Pazuzu, dan zit een (nog) hoger cijfer er in. Omdat Stream Of Misery stevig geworteld is in het vroege werk van acts als My Dying Bride en Paradise Lost, en daarom geen al te originele plaat is, houd ik het voorlopig daarentegen bij tachtig punten. Toegewijde fans van het death/doom genre mogen daar rustig een punt of tien bij optellen. Binnenkort zal blijken of Ophis dit indrukwekkende debuut ook live waar kan maken.
Tracklist:
1. Godforsaken
2. Beneath Sardonic Skies
3. Dead Inside
4. Pazuzu
5. Dolor Nil Finis
6. Black Wish
7. Thy Flesh Consumed