De grootste troef van de band is zanger Chris Robertson. De jonge twintiger heeft beschikking over een dijk van een strot, waar menig collega razend jaloers op zal zijn. Denk daarbij aan frontmannen van Pearl Jam, Shinedown, Soundgarden en Slashs Snakepit. Robertson houdt zich naast die grootheden moeiteloos staande. Een ander groot pluspunt is de heldere, warme en volle sound en dito productie.
Van de dertien nummers valt er geen slechte te ontwaren (integendeel!), maar het merendeel dat boven het maaiveld uitsteekt (Blind Man, Please Come In, Reverend Wrinkle & Devils Queen) staan vooraan de cd. Dat laat een ietwat wrange nasmaak na wanneer je daar doorheen bent, maar het doet in feite niets af aan de klasse van de rest, er valt nog veel meer moois te genieten, ook een tweede, derde en vierde luisterbeurt. Er zijn zelfs wat solos aanwezig en dat is toch wel een verademing tussen al die aalgladde top40 rockacts.
Het geheelplaatje is uitstekend; de sound, de gitaarpartijen, de stuwende bass en vloeiende drumpartijen. Tel daarbij op de zanger die dit alles naar een hoger level tilt en je hebt een dijk van een cd in handen. Waar BSC onder de categorie Nickelback en Train zou kunnen vallen, ontspringen de mannen die dans door gebruik te maken van hun talenten. Nergens laten ze een steekje vallen, en alles klopt tot in de perfectie. BLC gaat hier ongetwijfeld succes mee oogsten, en dat is niet meer dat terecht, het debuut is in ieder geval op alle vlakken gevenaard.
Tracklist:
1. Blind Man
2. Please Come In
3. Reverend Wrinkle
4. Soulcreek
5. Things My Father Said
6. The Bitter End
7. Long Sleeves
8. Peace Is Free
9. Devil's Queen
10. The Key
11. You
12. Sunrise
13. Ghost of Floyd Collins