Maar goed, met lage verwachtingen kan het alleen nog maar meevallen. En dat doet het gelukkig ook. Ok, origineel wordt het nergens. Maar de brute mix tussen hardcore en death bevat genoeg interessants. Allereerst zijn hier een aantal prima muzikanten aan het werk. Het gitaarwerk is vrij eigenzinnig maar de riffs blijven goed hangen zonder dat het ergens cheesy wordt. Cheesy wordt het wel wanneer de krijsende vocalen plaatsmaken voor iele, cleane zang. Jammer, maar gelukkig gebeurt het slechts op een handvol nummers.
Hoewel de zanger voornamelijk hoog krijst wil hij op sommige moment ook wel zijn horizonten verbreden. Soms pakt het goed uit, soms niet. Occam's Razor is bijvoorbeeld een aardig rustpuntje, waarbij een naam als Deftones voorbijflitst. Of Poseidon, dat een hoogtepunt van de cd is, met afwisselende zang en heerlijk instrumentaal geweld. En dan is het eigenlijk best wel jammer dat de minst interessante nummers op de eerste helft van de cd staan. Niet dat het slecht is, maar de originaliteit spat er zeker niet van af. Immers, hardcore en death vermengen en brute met cleane zang afwisselen hebben we de laatste jaren al (te) vaak gehoord.
De nummers beuken, grooven en blijven hangen tot op een zekere hoogte. Sommige songs hebben het nt wel, sommige net niet. En dat is jammer. Murder The Dance haalt niet overal het niveau, van wat ik denk dat de band zou kunnen halen, getuige enkele prima songs op dit album. Een beetje gemengde gevoelens, maar dat het zo slecht is als ik gelezen heb is gelukkig zeker niet het geval.
Tracklist:
1. Knife Fight in a Phone Booth
2. Sullivan
3. Murder the Dance
4. The Sleeping Beauty
5. Morose
6. Occam's Razor
7. Bastion
8. Slavior
9. Kettle Black
10. Poseidon
11. The Demons That Could Be
12. Vertical Smile