Het verhaal van Ministry is waarschijnlijk wel bekend, begonnen in de mid-jaren 80 als een electro/dance/wave band transformeerde men langzaam in een zware industrial band die grote successen boekte. Hoogtepunt blijft nog steeds het in 1991 verschenen Psalm 69 dat bij toeval de enige echte soundtrack bleek te zijn voor de rellen in Los Angeles op dat moment. Hierna kwam, onder andere door het grootschalige drugsgebruik van Jourgensen, de klad er een beetje in en bracht Ministry met wisselend succes een aantal albums uit zoals het prima Filth Pig, het matige Dark Side of the Spoon en het aardige Animositisomina, hierna verliet Jourgensens trouwe metgezel Paul Barker de band en leek het een kwestie van tijd voordat Ministry er officieel mee ophield. Tot 2004 toen, als donderslag bij heldere hemel, het meest overtuigende Ministry album sinds Psalm 69, Houses of the Mole uitkwam. Dat album wordt ook wel Psalm 70 genoemd vanwege de terugkeer en vele referenties naar het geluid van de succesplaat uit 1991. Een felle, agressieve aanklacht tegen de Amerikaanse regering en George Bush in het bijzonder. De daarop volgende tour toonde een Ministry in topvorm en was een forse aanslag op de trommelvliezen. Het in 2006 verschenen Rio Grande Blood ging op de zelfde voet verder en de single LiesLiesLies leverde zelfs een Grammy op. Kritiek op die plaat echter was dat het meer een thrashmetal plaat was dan een echt Ministry album. Dat euvel wordt op The Last Sucker echter verholpen.
The Last Sucker is weer een echt Ministry album geworden, tekstueel breidt men verder op het onderwerp dat op de vorige platen ook al behoorlijk uitgemolken is; George Bush en zijn regering. Maar ook de huidige staat van de maatschappij in Amerika wordt op de korrel genomen. Muzikaal vallen er ook wat verschillen te noteren. Waren de vorige 2 albums keihard en een immense metalen muur van geluid waar bijna geen rustpunt in te vinden was daar is the Last Sucker, ondanks de felle en overduidelijk aanwezige politieke standpunten, over het algeheel wat minder opgefokt en meer mid-tempo en industrial. Gelukkig is Jourgensen niet minder pissed off en klinkt het album overtuigend en bij tijd en wijle zelfs melodieus, bijvoorbeeld in de refreinen van Watch Yourself en het punk-achtige Die In a Crash. Daarnaast is Jourgensen ook de beukende nummers niet vergeten met bijvoorbeeld Lets Go, No Glory en de grootste verrassing van deze plaat, de Doors cover Roadhouse Blues waarin Ministry klinkt als een op hol geslagen Motorhead. De plaat wordt afgesloten met het sterke twee tweeluik End of Days part 1 en part 2, waarvan vooral part 2 imposant is.
Na 55 minuten zit dit laatste album erop, en de grote vraag is of the Last Sucker een waardig slotstuk is van Ministrys imposante carriere. Het antwoord daarop is tweeledig, enerzijds is the Last Sucker een prima album geworden echter kan het bij lange na niet tippen aan de vroegere toppers als Land of Rape and Honey, Mind is a Terrible Thing to Taste, Psalm 69 en Filth Pig. Nu is dat misschien ook wel logisch, maar van een laatste Ministry plaat had ik iets meer verwacht. Daarnaast knalt het geheel iets minder dan de voorgangers, wat mijn inziens vooral veroorzaakt wordt door de drums uit een doosje.
Volgend jaar gaat men nog een wereldtour doen en dan is het echt voorbij volgens Jourgensen. Tot die tijd is de Ministry fan trouwens nog wel even zoet met dit album, het aangekondigde cover album en een remixplaat van the Last Sucker.
Tracklist:1. Let's Go
2. Watch Yourself
3. Life Is Good
4. The Dick Song
5. The Last Sucker
6. No Glory
7. Death and Destruction
8. Roadhouse Blues
9. Die In A Crash
10. End of Days Part One
11. End of Days Part Two