Zo, was me dat even een verhelderende inleiding.
En toch was dat het eerste dat in me opkwam toen ik True Servants of Satan van Neetzach zijn eerste rondjes in de cd-speler liet draaien.
Neetzach komt uit Noorwegen en bestaat uit een stel oudgedienden. Drummer Dirge Rep, die we kennen van onder meer Gehenna en Enslaved, (sessie)bassist en gitarist Vrangsinn van Carpathian Forest en ene Gidim Xul die de vocalen en gitaar doet. Die laatste is degene die de band oprichtte.
True Servants of Satan is nou typisch zon project dat gedoemd is om niet erg op te vallen, dus kan je je afvragen waarom men berhaupt de moeite heeft genomen om, sinds de oprichting in 1993 (!) door te gaan. Volharding zal het zijn, de wil om de scene op zijn kop te zetten. Neetzach is al met al een band met een flinke geschiedenis, vooral een die zich kenmerkt door een jarenlange zoektocht naar standvastige leden. In 1995 bracht Neetzach de demo Pinseltronen uit en deze demo is eind 2005 heruitgebracht. En nu is hier True Servants of Satan.
Wat zou er gebeurd zijn als we in die periode tussen de demo en nu meer van Neetzach gehoord zouden hebben? Het laat zich raden. Maar als ik naar de eerste (en laten we hopen niet laatste) full length luister, vermoed ik dat een wat meer productief decennium de band tot grote hoogten zou kunnen hebben tillen. Want True Servants of Satan is verre van slecht. Het probleem nu is alleen dat het album bulkt van de nummers die ik (en jij ook) op een of andere manier al heel vaak gehoord heb. De ene black metalband na de andere komt voorbij. Vraag me niet ze allemaal te noemen, het zijn er teveel. Maar een opvallende vind ik Leviathan: als ik het nummer Belial op een van de vroegere werken van Leviathan zou zijn tegengekomen, zou dat me niet verbaasd hebben. Maar zo kunnen we aan de gang blijven. De kwaliteit van het album telt en die is niet mis. De black metal is wat aan de rauwe kant, beukwerk met de botte bijl. Eenvoudig, maar krachtig; dat laatste openbaart zich na een aantal draaibeurten. Geen snelheidsbarrire die doorbroken moet worden, maar ook geen sloom gedoe. Gewoon een lekkere dampende pot kabaal. Productioneel is er ook weinig mis; wat er aan geluid gemaakt wordt is goed hoorbaar en er is dus geen sprake van storende elementen als de welbekende stofzuiger die erdoorheen giert. De titel van het album en de tracknamen geven eigenlijk al aan in welke hoek je deze band moet zoeken. Neetzach wil zeggen: niet teveel nadenken, geen franje, maar botweg gegodver op gitaar, bas, drums. Niks meer, niks minder.
Men zal vrij snel concluderen dat er sprake is van middelmaat, maar aan die slotsom zou ik me vooralsnog niet willen wagen. Een eventueel volgend album zal meer zeggen. Het is gewoon tijd dat Neetzach eindelijk kan groeien, stappen voorwaarts kan zetten.
Ach, verschenen op 06-06-06. Hoe kan het ook anders
Tracklist:
1. Reign of Terror
2. The Glorious Days are Over
3. Tartaros (Sworn)
4. Belial
5. The Demon that Opened my Grave
6. Quill of Cain
7. True Servants of Satan