Onlangs heb ik weer een geestige gelijkenis kunnen waarnemen tussen de zender op de (inmiddels hoogbejaarde) tv en de inhoud van de schijvenvreter alhier. De buis trok mij op een goede avond onder water, naar de witte haaien. Nu zal ik u de bla en bla over deze vleesmolens besparen, maar 1 ding moet worden vermeld: een haai heeft vaak gezelschap van meeliftende vissen. Deze vissen zuigen zich vast aan de haai en scheuren op deze manier door de wateren mee, de vreetrestjes van de killer opvangend en oppeuzelend. Makkelijk en handig.
Bludgeon is zo'n vis. Figuurlijk, want in feite zou Bludgeon een ware Amerikaanse death-thrash-speed sensatie moeten zijn. Dus vol verwachtingen wordt de nieuwe schijf van dit drietal gangmakers, "World Controlled", ontvangen en gretig in de alom bekende la geschoven. Maar na de eerste noten begint de la te schuimbekken, na enkele minuten te spugen en na de nodige nummers volstrekte walging wordt "World Controlled" zonder pardon naar buiten gekotst en neemt het arme laatje een flinke slok grenadine om de vieze nasmaak weg te denken.
Ohja, de vis. Welnu, waar een meeliftvis is, is een haai. In dit geval is de haai niet minder dan de band Manowar. Of, als u het specifieker wilt hebben, bassist Joey DeMaio. Deze man heeft Bludgeon namelijk ontdekt, onder de hoede genomen, hun schijven geproduceerd en ze een deal aangeboden met zijn label Magic Circle Music. Kan het een band beter voor de wind gaan? Nauwelijks. En dit, terwijl de muziek van Bludgeon, hoe mooi de promotie het ook mag brengen, werkelijk om te huilen is.
Mijn cd-la had het niet voor niets zo zwaar. Zelden heb ik zo'n slechte band zo succesvol zien worden. En buiten dat heb ik zelden zulke troep moeten horen. Nu wordt er binnen de extreme genres natuurlijk genoeg bagger uitgebracht, maar doorgaans weten u en ik wel welke steeg niet te nemen om er niet in te stinken. Deze keer falen we jammerlijk en genieten we een flink koude douche, nu zo'n een rijkelijk geprezen cd zo uitermate kut blijkt te zijn.
Behalve de productie, welke dik in orde is (ja, als je Joey DeMaio heet heb je de middelen wel), ontbreekt het deze cd werkelijk aan alles. Elf mid-tempo nummers, allemaal van zo'n beetje dezelfde opbouw, ritme en snelneid, passeren de revue. Totaal inspiratieloos, de riffs zijn de simpelse in het soort, hebben kraak noch smaak, geen uitstraling, geen kracht, geen uitblinkende techniek. Er is werkelijk niets wat voor een leuke aankleding zorgt. Hetzelfde geldt voor de drums. Elf nummers lang houden deze het grotendeels recht-toe-recht-aan gebeuk vol, zonder enige verrassing, kunst of passie. Nu overstemmen de drums de gitaren grotendeels waardoor dit al behoorlijk opvalt en als een flinke stoorzender werkt. Maar de grootste stoorzender openbaart zich zodra heerschap Mark Duca zijn scheur opentrekt.
Niet eerder heb ik zo'n slechte parodie op "Tom Araya vs Matt Heafy vs Lou Koller" moeten behappen. De zeer prominent aanwezige strotkraaksels zijn werkelijk weerzinwekkend. Geen noot ervan weet te boeien, te raken of te overtuigen. Het lijkt wel willekeurig geschreeuw met soms een neiging naar een bekende stem, omdat mensen dat blijkbaar graag willen horen.
Nou, dus niet. Hier lusten de honden geen brood van. En van een "controlled world" kan men al helemaal niet spreken. Met zulke zielloze, eentonige, oersaaie en doodsimpele herrie (want metal zou ik het niet eens willen noemen. Laat staat deathmetal) scoor je geen punten en win je geen zielen op eigen kracht.
Het is te hopen dat Manowar zich gauw van elke link met deze band zal ontdoen. En u, waarde lezer, kan ik deze band enkel afraden.
I rest my case. Op naar de magnetron.
Tracklist:
1. Carnage Begins
2. Refuse The True
3. Unholy Murder
4. Hunt Or Be Hunted
5. Awakening
6. Out Of Reach
7. Infidel
8. Bitter Emptiness
9. World Controlled
10. Consumed
11. Save Your Servant