Er zijn – zeker binnen de blackmetalscene – genoeg voorbeelden van bands of eenmansprojecten die de wereld overspoelen met de ene na de andere release. De impact van de muziek neemt daardoor echter snel af. Niet alleen is het onmogelijk om al het werk bij te houden, maar ook de kwaliteit lijdt vaak onder de neiging om alles maar uit te brengen. Het Nederlandse Dodenkrocht hoort echter niet bij dergelijke voorbeelden. Deze blackmetalformatie viert in 2024 immers formeel al haar twintigjarige jubileum, terwijl ze met Coffin World pas aan de vijfde officiële langspeler toe is. Nu kunnen we zeggen dat de groep pas sinds de release van debuutalbum Malebolge Opens (2011) ietwat actiever is, maar dan nog is de totale output bescheiden. Kwaliteit boven kwantiteit lijkt dan ook het motto.
Met het in 2020 verschenen The Dying All levert het vijftal zijn voorlopige hoogtepunt af. De nadruk verschuift hierop wat richting blackened doom en sporadisch zelfs funeral doom (namen die ter referentie opkomen, zijn Urfaust, Secrets Of The Moon en The Ruins Of Beverast) en de minutieus opgebouwde, uitgesponnen composities zitten uitstekend in elkaar. Met zijn hypnotiserende begrafenisritmes weet de band de luisteraar een uur lang onder te dompelen in een bijzonder aangenaam schemerduister. De plaat betekent bovendien een flinke productionele stap vooruit ten opzichte van het oudere werk. Het is dan ook de vraag of Dodenkrocht met Coffin World het niveau van zijn voorganger weet te evenaren.
In muzikaal opzicht is in ieder geval goed te horen dat we met een ervaren groep te maken hebben. De composities zijn lang en slepen zich regelmatig op aangename wijze voort, waarbij de band steeds op het juiste moment kiest voor een effectieve versnelling of het toevoegen van een sterke, tweede gitaarlijn. Zo begint opener Funus met een sinister intro en een plechtig ritme, om vervolgens middels een abrupte versnelling door te schakelen richting vurige black metal, waarin vooral het dubbele gitaarwerk goed tot zijn recht komt. Met een goed getimede kreet (‘oeh’) volgt een steviger rockend stuk tegen het eind. Het sterke titelnummer combineert statige doompassages met onstuimig beukende versnellingen, waarin ook wel wat elementen van Wrang terug te horen zijn. En het afwisselende Architects Of Pain bevat zowel de meest intense passages, waarin de band op bijna Tsjuderiaanse wijze tekeer gaat, als ook de meest naargeestige momenten, vol slepende riffs en suïcidaal gekerm.
Het is vooral tijdens de meer hypnotiserende midtempo-passages dat Dodenkrocht het meest overtuigt. Op die momenten komen ook de vocalen van J. het best tot hun recht. Zijn langgerekte gelamenteer en wanhoopsgekerm versterken het gevoel van naargeestigheid dat de nummers uitstralen. Zo behoort het slepende Prophets Of Nothing tot de sterkste nummers uit het oeuvre van de groep. De geest van Urfaust lijkt in instrumentaal opzicht rond te waren in de monotone, grimmige headbangpassages. En ook Funerals Of The Ruined komt goed uit de verf dankzij die trage, slepende riffs en de plechtige sfeer.
Enkele kleine verbeterpunten zorgen ervoor dat Coffin World net iets achterblijft bij zijn uitstekende voorganger. Zo is het album productioneel gezien ietwat minder krachtig. En tijdens sommige snellere passages klinkt de muziek wat inwisselbaarder. Zo is Into Depravity zeker geen slecht nummer, maar heeft de compositie te weinig echt onderscheidende kenmerken. En in het ruim tien minuten klokkende Totenstadt is de band iets te lang van stof, vooral omdat de titel ook wel erg vaak wordt herhaald. Het zijn echter minimale punten van kritiek, want over de gehele linie stelt Dodenkrocht zeker niet teleur. Coffin World is dan ook een prima aanvulling voor de collectie van iedere liefhebber van zwartgeblakerd kwaliteitsmetaal van eigen bodem.
Tracklist:
1. Funus
2. Prophets Of Nothing
3. Totenstadt
4. Into Depravity
5. Coffin World
6. Funerals Of The Ruined
7. Architects Of Pain