Misschien komt het door de grote hoeveelheid kwalitatief hoogstaande Zweedse, Noorse en Finse death en black metal die jaarlijks uitkomt dat ik nog nooit van Livløs gehoord had. De band is namelijk afkomstig uit het nietige Denemarken, dat naast King Diamond en Volbeat eigenlijk geen echt bekende namen heeft voortgebracht. En hoewel Livløs’ tweede album uitgebracht werd door Napalm Records, is een doorbraak buiten Scandinavië tot nu toe uitgebleven. Wellicht is dit de reden dat het derde album The Crescent King nu bij het veel kleinere Noctum Productions uitkomt.
Een van de verklaringen voor het uitblijven van een doorbraak is misschien het feit dat de band opereert in een muzikaal uiterst drukbezet territorium waar de concurrentie moordend is. De sound zit namelijk ergens tussen de melodeath van At The Gates en de progdeath van Amorphis in, met stevige invloeden uit de black metal en hier en daar een uitstapje naar de thrash en oldschool death metal.
Aan de kwaliteit van de muziek ligt het in elk geval niet bij dit vijftal uit Aarhus. De heren musiceren met intensiteit en overtuiging op een hoog niveau. Gecombineerd met een sterke productie, die de muziek zwaar en bruut maakt, terwijl de diverse instrumenten goed hoorbaar zijn, klinkt de band volwassen en professioneel. Maar waar ligt het dan wel aan?
Luisterend naar de eerste twee albums Into Beyond en And Then There Were None en de eerste helft van de nieuwe schijf The Crescent King lijkt het op een gevalletje “net niet”. De band heeft namelijk net niet genoeg onderscheidend vermogen om zich overeind te houden tussen het geweld van alle wél succesvolle formaties: net iets minder sterke solo’s en technische hoogstandjes dan de beste progbands, minder sterke melodieuze grooves dan de beste melodeath bands en te weinig originaliteit in de composities.
The Crescent King is een conceptalbum vol verheven thema’s die gaan over leven, dood en de verlokkingen van de macht. De muziek volgt het verhaal en meandert in een opeenvolging van stemmingen en sfeervolle accenten, waardoor je meedeint op de golven van de muziek. Zanger Niklas Lykke laat horen hoe veelzijdig hij is door de manier waarop hij met zijn stem speelt om de verschillende aspecten van het verhaal te vertellen. De eerste vier songs zijn echter niet bijster origineel. Solstice, Orbit Weaver en The Crescent King bevatten aardige momenten, maar ontstijgen nergens de middelmaat. De wisselingen van tempo, ritme en stijl sluiten allemaal net niet op elkaar aan, waardoor de songs bepaald rommelig klinken en niet beklijven. Nummer vier, Maelstrom, verzandt zelfs in chaos en is ondanks een enkele aardige dissonante riff gewoon saai te noemen.
Nee, het duurt allemaal net wat te lang. De riffs zijn te vaak net iets te traag en te voorspelbaar. Bij het vijfde nummer begint het tij echter te keren, wellicht omdat de band meer risico’s durft te nemen in de instrumentatie en er meer muzikale ideeën in de composities worden verweven. De riffs in Usurpers bevat duidelijke thrashy invloeden, die de ene keer overgaan in black metal, om de andere keer over te lopen in een Mastodon-achtige sludgy sound. De vocalen en de muziek vormen een goede synthese en de luisteraar wordt voor het eerst echt meegezogen in het verhaal.
Harvest begint traag en doomy, met een ongewoon ritme van de gitaren en de bas. Het lage tempo biedt meer diepte en de band durft stiltes te laten vallen die de gitaren met een melodieuze harmonie invullen. Hierdoor komt de blackmetal-riff halverwege het nummer als een stoot ijzige lucht, verder aangezet door de krijsende vocalen. Er wordt gespeeld met contrasterende sferen die steeds voor spanning zorgen. Endless Majesty heeft dezelfde thrashy invloeden die we ook al in Usurpers hoorden, ditmaal gecombineerd met een klassieke, deinende blackmetal-riff die je meteen transporteert naar de bevroren toendra. Het is een ritmisch aanstekelijk nummer, soms groovy, dan weer gedempt of staccato.
Het beste nummer van de plaat is zonder twijfel Throne Of Cosm. Meteen al vanaf het begin grijpt het de luisteraar bij de strot. Dissonante gitaarharmonieën lopen over in een blackmetal-riff vergezeld door een intense krijs, om vervolgens over te gaan in een boeiende staccato-riff. Het is net even anders dan anders en het grijpt onmiddellijk de aandacht. De treurige, haast klassieke pianobreak halverwege voegt een intense emotie toe, die alleen nog maar toeneemt omdat de piano nog een tijdje blijft hangen onder de riff die volgt. Het creëert een gevoel van onbehagen dat je de rest van het nummer niet meer loslaat.
Al met al is The Crescent King een onevenwichtig, maar genietbaar progdeath-album, vooral door de sterke tweede helft, die in elk geval aantoont dat de band nog genoeg potentie heeft. Het lijkt alsof alles ineens op zijn plaats viel tijdens het creatieve proces en er een versnelling is opgeschakeld: de riffs worden interessanter, de arrangementen avontuurlijker, de emoties intenser. Het lijkt erop dat Livløs zich nu van het “net niet”-syndroom heeft ontworsteld. Laten we hopen dat het zo blijft.
Tracklist:
1. Solstice
2. Orbit Weaver
3. The Crescent King
4. Maelstrom
5. Usurpers
6. Scourge Of The Stars
7. Harvest
8. Solace
9. Throne Of Cosm
10. Endless Majesty