Into The Realm is het debuutalbum van het uit Brooklyn, New York afkomstige Castle Rat. Als de bandnaam nog niet voldoende indicatie geeft van de stijl, maken het logo en vooral de vrij hilarische albumhoes wel duidelijk dat deze band wars is van moderne invloeden. En inderdaad: de muziek van het viertal The Rat Queen (zang), The Count (gitaar, achtergrondzang), The Plague Doctor (basgitaar) en The Druid (drums) klinkt als een tijdmachine naar een decennium of vijf geleden.
De combinatie van heavy metal, hardrock en doom is met name schatplichtig aan Black Sabbath en Witchfinder General en recenter natuurlijk groepen als Jex Thoth en Lucifer. Dampige riffs, een prettig occult sfeertje, brommende baspartijen, een authentieke productie zonder veel opsmuk en de mystieke zang van The Rat Queen - die in het dagelijks leven door het leven gaat als Riley Pinkerton weten de zelfverklaarde medieval fantasy doom metal tot leven te brengen. De zang van Pinkerton tevens gitariste - vertoont veel raakvlakken met die van Johanna Sadonis (Lucifer) en Alia O'Brien (Blood Ceremony). Wie dergelijke bands tot zijn favorieten rekent, heeft er met Castle Rat een interessant gezelschap bij.
De beste nummers van dit debuut zijn aan het begin te vinden. Zo komt openingstrack Dagger Dagger met veel swingende lo-fi bravoure uit de speakers. Het materiaal herinnert wel enigszins aan het oudere werk van bijvoorbeeld Ruby The Hatchet, hoewel de psychedelische elementen tot een minimum beperkt blijven. Het hierop volgende Feed The Dream is een wat morsige midtempotrack met enkele wat ongepolijste versnellingen in horten en stoten, die juist door zijn slordige uitvoering erg goed werkt. Het beste nummer is mijns inziens Red Sands. De track begint met een rauwe, psychedelische passage (die naar meer smaakt) en bevat verder enkele heerlijke, westernachtige riffs die de vergelijking is qua stijl vergezocht in een blackmetaljasje ook door Glorior Belli geschreven hadden kunnen worden.
Ondanks deze prima openingstracks is Into The Realm over de gehele linie iets te wisselvallig. Cry For Me is bijvoorbeeld een wat zeurderig nummer, waarin de zang van Pinkerton ook enigszins vervelend wordt. Ze heeft niet het meest veelzijdige stemgeluid, waardoor de langgerekte zanglijnen nogal nasaal klinken. Ook Fresh Fur overtuigt niet helemaal: de theatrale zanglijnen doen de track geen goed. Tel daarbij op dat er drie korte, niets toevoegende instrumentaaltjes op de plaat te vinden zijn - die de speelduur van toch al amper een half uur verder verkorten en het is duidelijk dat dit debuut geen onverdeeld succes is. Gelukkig eindigt Castle Rat sterk met het redelijk dynamische en rockende Nightblood.
Een pluspunt is de sfeer en de uitstraling van het album. De muziek is in amper drie dagen live opgenomen in een oude, verlaten kerk in Philadelphia. Die ongepolijste sfeer is goed hoorbaar op het album, dat lekker losjes is ingespeeld. De band zou echter nog wel wat meer uit de bocht mogen vliegen. Nu is de muziek snedig en authentiek, maar ontbeert het de band het vuurtje om de boel echt op te poken. Conclusie: Into The Realm is weliswaar wat wisselvallig, maar het potentieel is er. Ik ben benieuwd hoe Castle Rat zich gaat ontwikkelen.
Tracklist:
1. Dagger Dragger
2. Feed The Dream
3. Resurrector
4. Red Sands
5. The Mirror
6. Cry For Me
7. Realm
8. Fresh Fur
9. Nightblood