Er is waarschijnlijk geen enkel album waar zo naar is uitgekeken als From Hell I Rise van Slayer-gitarist Kerry King. Nadat bekend werd dat Slayer voorgoed zou stoppen met touren en dat er ook geen nieuw werk meer zou verschijnen, werd er druk gespeculeerd over welke koers King zou gaan varen. In interviews voorafgaand aan het verschijnen van From Hell I Rise had King in elk geval al aangekondigd dat hij gewoon door zou gaan met waar hij gebleven was na het opnemen van Repentless, het laatste Slayeralbum.
Na het overlijden van Hanneman, die verantwoordelijk gehouden wordt voor Slayers grootste hits, is Kings veel directere stijl bepalend geworden voor het Slayer-geluid. Dit werd duidelijk op het in 2015 verschenen Repentless, dat even hard, agressief en energiek, maar wel wat minder melodieus is dan het eerdere werk. En ondanks alle speculaties vooraf is dat ook precies wat we voorgeschoteld krijgen met From Hell I Rise. Het zou wellicht ook wat naïef zijn geweest om te verwachten dat King na het stoppen van Slayer ineens een heel andere weg in zou slaan. Dat zou volstrekt niet bij het eigenzinnige en rechtlijnige karakter van de man gepast hebben.
From Hell I Rise is onmiskenbaar King en een logische voortzetting van Repentless, met alle sterke en zwakke punten van dien. De goede nummers paren Kings energie en agressie aan eenvoudige, maar catchy riffs, spaarzame maar effectieve tempowisselingen en korte melodische accenten op de juiste momenten. From Hell I Rise, Rage en Everything I Hate About You zijn echte krakers en hadden zo op willekeurig welk Slayer-album kunnen staan zonder uit de toon te vallen. Ze bevatten de combinatie van tomeloze energie en ingehouden woede die typisch is voor een goed King-nummer, waarbij je het gevoel krijgt dat de muzikanten het allemaal maar nét onder controle weten te houden. Residue en Toxic zijn minstens zo goed: midtempo songs, met een trager en dreigend ritme, sterke contrasterende riffs die de aandacht vasthouden en goede lead-partijen van Phil Demmel.
De onbetwiste verrassing op het album is Two Fists, een onvervalst hardcorenummer dat een onmiskenbaar eighties-gevoel heeft. Het brengt de broodnodige variatie in het zware en agressieve geweld waaruit de rest van het album bestaat en toont aan dat King in staat is van zijn gebaande paden af te wijken. Helaas kan het nummer de punkenergie net niet helemaal volhouden en wordt het wat repetitief op het einde, maar de stuiterende riffs en het aanstekelijke ritme laten het bloed in elk geval weer sneller stromen.
Het einde van Two Fists is typerend voor de zwakkere kanten van Kings schrijverschap. King is geen schrijver die uit een onuitputtelijke voorraad van ideeën en stijlen kan putten, dus op die momenten dat alles niet precies op zijn plek valt, ligt herhaling en een zekere eentonigheid op de loer. Net zoals Lennon en McCartney elkaar perfect aanvulden en elkaars zwakke punten wisten te neutraliseren, zo mist King duidelijk de creatieve en wellicht wat intuïtievere inventiviteit van Hanneman. En dat gebeurt dus ook op From Hell I Rise.
Niet dat er slechte nummers op staan. Na ruim vier decennia in de top van de metalwereld weet King heus wel hoe hij een goed nummer moet schrijven en hij heeft, wat zijn tegenstanders ook beweren, een groot aandeel gehad in het succes van Slayer. Maar hier en daar ontbreekt nét dat beetje extra. Trophies Of The Tyrant en Where I Reign zijn degelijke nummers, maar weten nergens echt te verrassen of te raken en missen een creatieve vonk. Idle Hands en Tension zijn daarentegen gewoonweg matig en hadden beter nog even op de plank kunnen blijven liggen.
Het is te hopen dat de rest van de band in de toekomst een groter aandeel krijgt in het schrijven van songs. Met Paul Bostaph (Slayer) op drums, Phil Demmel (Machine Head, Vio-lence) op gitaar, Kyle Sanders (Hellyeah) op bas en zanger Mark Osegueda (Death Angel) heeft King in elk geval een stel goede en ervaren muzikanten om zich heen verzameld, dat zijn sporen in de thrash metal verdiend heeft. Bostaph en Sanders vormen een betrouwbare ritmesectie, die een stevig fundament weet neer te leggen. Demmels lead-werk is gedegen en inventief en hij weet zijn eigen accenten te leggen zonder al te veel van de Slayer-stijl af te wijken, gierend waar het kan en melodieus waar het nodig is. Oseguedas zingt veel agressiever dan hij bij Death Angel doet en het lijkt erop dat King hem gevraagd heeft zijn stijl te veranderen om dichter tegen Tom Arayas stem aan te kruipen. Dat is jammer, omdat het album als geheel er waarschijnlijk nog beter en gevarieerder op zou zijn geworden als hij zijn eigen stem had mogen gebruiken. Niet alleen lijkt het nu nóg meer op Slayer, bij tijden overschreeuwt hij zich een beetje in zijn poging zoveel mogelijk op Tom Araya te lijken.
Gelukkig zijn er veel meer sterke dan zwakke momenten op dit album. Met From Hell I Rise heeft King vakwerk afgeleverd dat zeker de moeite waard is voor elke rechtgeaarde thrash-fan. Het is in elk geval een goed begin voor het nieuwe leven van Kerry King, die laat zien dat het onvervalste thrash-bloed hem nog immer door d’aderen stroomt. En het zal vooral interessant zijn te zien of Demmel de rol krijgt die Hanneman had in de hoogtijdagen van Slayer en zijn virtuositeit en riffs kan gaan inbrengen, net zoals ik hoop dat Oseguedas meer in zijn eigen stijl kan gaan zingen. Deze band heeft het namelijk in zich om het niveau van Slayer in topvorm te bereiken.
Tracklist
1. Diablo
2. Where I Reign
3. Residue
4. Idle Hands
5. Trophies Of The Tyrant
6. Crucifixion
7. Tension
8. Everything I Hate About You
9. Toxic
10. Two Fists
11. Rage
12. Shrapnel
13. From Hell I Rise