Sadus is een van die bands die altijd een beetje onder de radar van het grote publiek gebleven zijn. Onterecht, wat mij betreft. De eerste albums, zoals Illusions (1988) en Swallowed In Black (1990) bieden lekkere, ruige Californische thrash op het randje van death, zo ergens tussen Slayer en Morbid Angel in. Formeel hield de band in 2015 op te bestaan, al verschenen er sinds A Vision Of Misery (1992) nog maar twee albums, deels omdat bassist Steve DiGiorgio zich met talloze andere bands en projecten bezighield, zoals Autopsy, Testament (waar hij nog steeds deel van uitmaakt) en Death.
Ik moet eerlijk bekennen dat ik Sadus sinds begin jaren negentig uit het oog verloren was, ook omdat de band met A Vision Of Misery een meer proggy death-kant opging die mij (toen) niet zo lag. Totdat in 2023 tot mijn verrassing The Shadow Inside uitkwam. Kennelijk was de band in 2017 weer bij elkaar gekomen, ditmaal zonder DiGiorgio. Wat duidelijk wordt als je naar The Shadow Inside luistert is hoe groot de invloed van Steve DiGiorgio was. Zijn dwarse, technische basloopjes en hooks vormden een groot deel van het geluid van Sadus en hij had vermoedelijk ook een stevige vinger in de pap bij het schrijven en arrangeren van de songs. Het prog-element dat hij toevoegde aan Sadus snelle en agressieve thrash-geluid maakte de sound herkenbaar en anders.
Het tweede element dat zo kenmerkend was voor Sadus was de boze, afgeknepen snauw van Darren Travis, die nu bij afwezigheid van DiGiorgio tekent voor het merendeel van het liedjesschrijven en het basspel. Die kenmerkende stem heeft hij nog steeds en hij brult en snauwt als vanouds, al heeft hij niet helemaal meer het bereik van toen en ooit. Maar de band mist ome Steve, zoveel is duidelijk. Want The Shadow Inside is een goede thrash-plaat laat daar geen misverstand over bestaan maar mist net dat beetje extra dat de groep aan het begin van zijn carrire had. En dit extra beetje vernuft is nu net wat er ontbreekt om van een goede plaat een uitstekende te maken.
En dat uit zich dan vooral in het gebrek aan afwisseling en verrassing, waarbij elk nummer het vorige oppakt en er een nieuwe slinger aan geeft. Een goede thrash-plaat balanceert altijd op het randje van de waanzin, waarbij je het idee hebt dat de muzikanten het allemaal nog maar net op de rails weten te houden, waarbij elk nummer net genoeg variatie brengt om de aandacht vast te houden. Dat de band daar wel degelijk toe in staat is, getuigt het trio songs in het midden van het album: Anarachy, The Devil In Me en Pain. Boeiende nummers van begin tot eind, met een heel eigen karakter, van het beukende Anarchy tot het midtempo dreigende en dreinende Pain, waarin vaag echo's van het vroege Metallica te horen zijn. Behalve dit trio is ook Its The Sickness nog vermeldenswaard, dat van alle songs wellicht het dichtst bij de death metal gekleurde sound van weleer komt.
Begrijp me niet verkeerd, The Shadow Inside is een goede plaat, soms zelfs een heel goede plaat. Maar zonder Steve DiGiorgio mist de band eenvoudigweg de scherpte en inventiviteit om zich boven het maaiveld uit te doen steken. Want laten we eerlijk zijn, er wordt heel veel goede thrash gemaakt tegenwoordig, door nieuwe bands en legacy-acts die een tweede jeugd lijken door te maken. Maar voor iedereen die van old school thrash houdt, is dit zeker geen aankoop waar je spijt van gaat krijgen.
Tracklist:
1. First Blood
2. Scorched And Burnt
3. It's The Sickness
4. Ride The Knife
5. Anarchy
6. The Devil In Me
7. Pain
8. No Peace
9. New Beginnings
10. The Shadow Inside