Wie dacht dat er met het vertrek van gitarist Paul Quinn een einde zou komen aan het verhaal van de Britse NWOBHM-legende Saxon, zat er flink naast. Het oerlid werd vervangen door de ervaren Brian Tatler van Diamond Head. Zo dendert de Britse diesel vrolijk verder met studioplaat nummer vierentwintig. Hell, Fire And Damnation bevat tien nieuwe songs, waarvan de sinistere openingstrack een komische twist kent dankzij de voice-over van acteur Brian Blessed (onder andere Blackadder en Flash Gordon). Eerlijk gezegd gaat dat na een aantal luisterbeurten al vervelen, maar dat geldt gelukkig niet voor de (meeste) tracks die volgen.
De titelsong en eerste single laat namelijk net als op voorganger Carpe Diem (2022) een band in vorm horen. Waar zanger Biff Byfford op zijn soloplaat oud en ietwat uitgeblust voor de dag komt, is hij op dit nieuwe werk wederom in goeden doen. Mogelijk is dat de positieve invloed van topproducent Andy Sneap, die al vaker bands die decennialang meedraaien met nieuw vuur weet te vullen. Hell, Fire And Damnation is een typische, moderne Saxon-song. Zonder gitaarsolo's van Quinn, maar Doug Scarratt en Tatler brengen het er prima van af.
Het duistere Madame Guillotine opent met een prominente baspartij van de immer betrouwbare Nibbs Carter die de rest van het nummer aanhoudt en samen met de drumpartijen van Nigel Glockler zorgt voor een aangename groove. De fijne, stevige gitaarmuziek kan echter niet verbloemen dat de flauwe teksten vol tenenkrommende kleuterrijmelarij een zwakke schakel zijn. Helaas is dit een terugkerend euvel. De pretentieloze headbangsongs Fire And Steel en Super Charger zijn wat dat betreft uitschieters, omdat je precies krijgt wat je bij deze songtitels verwacht.
Het leeuwendeel van het materiaal pakt echter eenvoudig. De teksten zijn vooral een probleem wanneer het qua songwriting niet wil vlotten. There's Something In Roswell en Witches Of Salem zijn dan ook snel vergeten. De catchy refreinen van Pirates Of The Airwaves en Kubla Khan And The Merchant Of Venice evenals het uitstekende gitaarwerk maken een hoop goed. Dat geldt eveneens voor de vlotte mars van 1066, waarbij je je vooral afvraagt waarom Saxon niet eerder een track met deze titel heeft geschreven.
Origineel wordt deze vierentwintigste plaat nergens, maar net als voor Carpe Diem geldt dat wanneer Saxon elke paar jaar op de proppen komt met een plaat vol degelijke, traditionele heavy metal, dat een welkome aanvulling vormt op de grootse discografie. Deze langspeler mag dan onderdoen voor die van twee jaar geleden, qua energie in zang en musiceren evenaart het gezelschap de prestaties van Carpe Diem. Daar kunnen de heren nog jaren mee vooruit.
Tracklist:
1. The Prophecy
2. Hell, Fire And Damnation
3. Madame Guillotine
4. Fire And Steel
5. There's Something In Roswell
6. Kubla Khan And The Merchant Of Venice
7. Pirates Of The Airwaves
8. 1066
9. Witches Of Salem
10. Super Charger