Niet veel mensen zullen ruim twintig jaar geleden hebben bevroed dat de Nederlandse folkmetalband Heidevolk zo'n lange en rijke carrire zou hebben. Niets ten nadele overigens van debuutalbum De Strijdlust Is Geboren (2005), maar de Nederlandstalige muziek lijkt in eerste instantie toch vooral een kleine niche aan te spreken. Inmiddels is de formatie uit Gelderland echter uitgegroeid tot gezelschap van internationale faam. Met Wederkeer leveren de mannen hun zevende langspeler af, die traditiegetrouw via Napalm Records verschijnt. De titel van de plaat is bewust voor meerdere interpretaties vatbaar en nodigt uit tot reflectie.
Met maar liefst drie nieuwe leden in de bezetting zanger Daniel den Dorstighe, gitarist Mat Snaerenslijper en drummer Kevin Houtsplijter lijkt het vanzelfsprekend dat ook de sound van Heidevolk evolueert, zeker als we in ogenschouw nemen dat met het recente vertrek van drummer Joost Vellenknotscher ook het laatste oorspronkelijke bandlid uit Heidevolk is verdwenen. Gezien die wisselingen der wacht is het niet verwonderlijk dat Wederkeer liefst vijf jaar op zich heeft laten wachten. Voor het schrijven van het nieuwe materiaal duiken de bandleden in eerste instantie ouderwets het oefenhok in om zoveel mogelijk samen aan de nummers te schrijven. Door de uitbraak van COVID-19 wordt dat proces behoorlijk gefrustreerd, maar de groep grijpt alle mogelijkheden aan om samen te blijven werken.
Die gezamenlijke aanpak heeft geresulteerd in een volwassen en verrassend ingetogen album. Meer dan ooit neemt Heidevolk de ruimte om rust in te bouwen om zijn verhalen te vertellen. Veel nummers worden in midtempo gebracht, zoals de wat statige opener Hagalaz, het noeste Oeros en het dromerige titelnummer. De mooi uitgevoerde samenzang tussen nieuwe zanger Danil Den Dorstighe en Jacco Bhnebeest (ook pas sinds Vuur Van Verzet uit 2018 bij de band) is daarbij een sterke troef, maar kan niet helemaal voorkomen dat de tracks soms wel iets meer pit in zich mochten hebben. Zo behoren De Strijd Duurt Voort en IJzige Nacht tot de mindere composities van de Nederlanders, vooral vanwege het wat eentonige en weinig verheffende gitaarwerk.
Het is de eerste helft van Wederkeer die de beste nummers bevat. Klauwen Vooruit ontpopt zich als favoriet. Het is een noeste hymne aan de raaf, een track die zich als eerste vastgrijpt aan de schedel van de luisteraar dankzij het sterke refrein, dat uitnodigt tot luidkeels meezingen. Ook Drink Met De Goden (Walhalla), is een hoogtepunt. Het nummer blijkt zich ondanks de feestelijke titel te ontpoppen tot een zeer melodieuze heavymetaltrack, die meer kan bogen op ijzersterke melodien en een plechtige sfeer dan op flauw en oppervlakkig feestgedruis. De samenzang halverwege het nummer is prachtig, evenals de subtiele manier waarop de folkinstrumenten (viool, cello) worden ingezet. De tweede helft van het album kent echter te veel makke momenten. Pas bij het cineastische Holda en het fraaie, akoestische Zomervuur weet Heidevolk de charme van de eerste nummers te evenaren.
Zo blijkt Wederkeer uiteindelijk een album met verschillende kanten. Enerzijds is het te prijzen dat Heidevolk voor een rustigere aanpak kiest waarbij de nadruk minder op feesten en meer op verhalende composities is komen te liggen. Anderzijds wordt de muziek op sommige momenten iets te gezapig door het lage tempo en de wat saaie riffs. Daardoor vermoed ik dat Wederkeer heel wat minder luisteruren gaat krijgen dan Velua (2015), het album dat mijns inziens de verschillende elementen van Heidevolk het best weet te verenigen.
Tracklist:
1. Hagalaz
2. Drink Met De Goden (Walhalla)
3. Klauwen Vooruit
4. Schildenmuur
5. De Strijd Duurt Voort
6. Oeros
7. Wederkeer
8. IJzige Nacht
9. Raidho
10. Ver Verlangen
11. Holda
12. Zomervuur