Oude liefde roest niet. Martijn Balsters, die je zou kunnen kennen van onder meer The Dust Connection, Forever Times, Unchained Reality en Into The Open, groeide op met bands als Metallica, Slayer, Annihilator, Pantera en Strapping Young Lad. Hij schreef tijdens de pandemie een aantal nummers met een knipoog naar zijn jeugdhelden en teksten over het leven in een toekomstige stad, inclusief de bijkomende problemen. Die composities zijn onder de projectnaam BOW verzameld op City Race. Daarop werkt de Tilburgse multi-instrumentalist samen met bassist Rich Gray (Annihilator, Aeon Zen), zanger/bassist Robin Kok (The Monolith Deathcult), drummer Tim Verheijden (Lucifericon) en toetsenist Sander Heerings (The Dust Connection, Into The Open).
Op City Race hoor je verschillende stijlen terug. Thrash en groove metal voeren de boventoon, maar ook prog en blues vinden hun weg in de composities. De plaat trapt na een intro lekker agressief en snel af met het titelnummer, dat aan Fight Fire With Fire doet denken. Insomniac is trager en zwaarder en bevat invloeden van Mercenary en van southern rock. Black Dog Liberation doet het rustiger aan met blues-elementen, maar het blijft metal wat de klok slaat.
De gitaarriffs zijn het sterkste element. Die staan dan ook terecht voorop in de mix. Het geluid is lekker dik en daardoor komen de grooves goed tot hun recht, of het nu de vette riffs in Insomniac zijn, die aan het begin van Black Dog Liberation en Trader, of de razendsnelle thrashriffs in het titelnummer. Alles klinkt vet en strak. Met name de eerste helft van het album heeft meer dan voldoende te bieden en het is dan ook lekker meeschommelen en headbangen op het ritmische gitaarspel en de ritmesectie.
Na het ijzersterke begin is het evenwel jammer dat nummers verschillende secties bevatten die elkaar niet versterken. First Ten Weeks verrast enerzijds positief met een blackmetaltouch en het nummer bevat een effectief pre-refrein, anderzijds past het erop volgende Pink Floyd-achtige, rustigere, melodieuze deel er wat minder goed bij. Het Slayer meets James Hetfield en Status Quo-achtige The Terminal, dat eindigt met een kalm Strapping Young Lad-outro, is enerzijds simpel en effectief, anderzijds sluit de zang in sommige secties niet mooi aan.
Vocaal is het wat wisselvallig. In Messiah werkt het wat monotone karakter van de zanglijnen tegen zich. Hoewel Kok met zijn grunts in Border voor wat afwisseling zorgt en er ook gefluisterde vocalen langskomen, wordt er elders vaak hetzelfde trucje gebruikt. Hoewel Balsters niet de beste zanger is, zijn de agressieve vocalen in het titelnummer prima en is de wisseling tussen bluesy, harmonieuze zang en melodieuze thrashvocalen in Insomniac een originele vondst die aanstekelijk werkt. De cleane zang is vaak geharmoniseerd wat een interessant effect geeft. Soms lijkt het vreemd genoeg wat op een stoomlocomotief.
City Race toont derhalve zowel de sterke als minder sterke punten van Balsters als muzikant en componist. Het goed geproduceerde, ritmische gitaarwerk, dat hier en daar met agressieve of geharmoniseerde vocalen gecombineerd wordt, is het beste visitekaartje. Die geharmoniseerde zang is bovendien een origineel element in het geheel, dat hier en daar voor de meest beklijvende momenten zorgt. De zang in zijn algemeenheid is echter ook het zwakste onderdeel. Voorts hadden de beste ideen nog beter uitgelicht mogen worden. City Race is al met al een veelzijdige, groovende thrashplaat die met veel plezier is ingespeeld en is een aardige knipoog naar de genoemde grootmeesters.
Tracklist:
1. City Race
2. Insomniac
3. Black Dog Liberation
4. Trader
5. Messiah
6. The Terminal
7. First Ten Weeks
8. The Godly Trap
9. Gap
10. Border
11. Towards The Sun