Candlemass is behoorlijk actief voor een band die tien jaar geleden wilde stoppen en Psalms For The Dead als laatste album wilde uitbrengen. De gezondheid van mastermind Leif Edling liet te wensen over. In 2019 volgde na twee eps de echte comeback met The Door To Doom. Sweet Evil Sun is het tweede album na de hereniging met de originele zanger Johan Lngquist. Hoop, streven, aanbidding en mislukking zijn de centrale themas in de teksten. Het gaat over alle persoonlijke worstelingen die je hebt, maar ook over het nooit eindigende verval van de mensheid.
Als de peetvaders van epische doom definieerde Candlemass het genre met Epicus Doomicus Metallicus (1986) en Nightfall (1987). Na het vertrek van Messiah Marcolin begin jaren negentig ging de band plichtsgetrouw door met verschillende zangers. Hoewel deze periode albums van hoge kwaliteit opleverde, slaagde Candlemass er niet meer in om het commercile en artistieke succes van de eerste twee platen te overtreffen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat Sweet Evil Sun een dwarsdoorsnede lijkt van de complete bandgeschiedenis, die toch al bijna veertig jaar teruggaat. De plaat hamert het geluid van zijn voorganger tot een nog scherper en dodelijker wapen.
De Zweedse doomlegende hoeft zichzelf niet opnieuw uit te vinden. Al bij de eerste klanken van Wizard Of The Vortex voelt het als thuiskomen. De zware, ouderwetse doom valt als een warme deken om je heen als de duisternis valt. De mid-tempo grooves in de titeltrack worden geaccentueerd door subtiel toetsenspel en doorkliefd door fraaie leads van Lars Johansson. De ritmeverandering in het refrein is typerend voor Candlemass. De stem van Johan Lngquist is in de loop der jaren veranderd, maar dat is niet erg. Zijn dramatische zang steekt boven de verpletterende gitaren uit, dwingt respect af en geeft de indruk door de strijd gehard te zijn. Lekker pittig, in tegenstelling tot de theatrale zang van Robert Lowe of Mats Levn.
Het is de zang van Lngquist die nummers als het verrassend snelle Angel Battle, dat meteen de boeken in gaat als een doomklassieker, naar grotere hoogte verheft. Het kenmerk klassieke doom kan ook toegeschreven worden aan het zware Black Butterfly, met een tekst die al even betoverend is als de titel. Het is een ontzagwekkend en dreigend eerbetoon aan Black Sabbath. Het grimmige When Death Sighs is een theatraal en duister duet met Jennie-Ann Smith (Avatarium). Door de refreinen met haar lage zang ontpopt het nummer zich als een heuse oorwurm. Devil Voodoo is zonder twijfel een hoogtepunt op de plaat, met een spookachtig intro en machtige riffs. Het melancholisch openende Crucified ontvouwt zich onder aanvoering van drummer Janne Lind tot een relatief complex nummer. De plaat sluit af met het instrumentale A Cup Of Coffin, dat eindigt met wat gefluit en applaus, maar feitelijk niets toevoegt.
De plaat is opnieuw geproduceerd door Avatarium-meesterbrein Marcus Jidell. De sound is zwaar en tegelijkertijd glashelder. Daarbij moet een kanttekening geplaatst worden. Zo nu en dan wordt het onheilspellende gevoel, essentieel voor doom, afgezwakt door andere ambities. Neem bijvoorbeeld de tweede single Scandinavian Gods. Het nummer heeft alle kenmerken van een anthem, maar het klinkt veel te modern. Het galmende slagwerk en het ontbreken van palm mutes in de riffs halen de kracht uit het nummer. Gelukkig staat de track wat dat betreft op zichzelf. Het orgelspel, dat voor mij het album Psalms For The Dead verpest, is ook terug. Het staat veel minder op de voorgrond en wordt gedoseerd ingezet. Alleen in de onheilspellende afsluiter Goddess is het geluid van de hammond iets nadrukkelijker aanwezig.
Je hoort dat er veel tijd en aandacht is besteed aan Sweet Evil Sun. Het dertiende album is gepolijst en goed doordacht. Iedere liefhebber van Candlemass kan tevreden zijn met de plaat als geheel.
Tracklist:
1. Wizard Of The Vortex
2. Sweet Evil Sun
3. Angel Battle
4. Black Butterfly
5. When Death Sighs
6. Scandinavian Gods
7. Devil Voodoo
8. Crucified
9. Goddess
10. A Cup Of Coffin