Er zit maar liefst vier jaar tussen Impera, het vijfde album van de horrortheaterband Ghost, en diens voorganger Prequelle (2018). Hopelijk worden die langere pauzes geen gewoonte van Tobias Forge en zijn alter-ego('s) Papa Emeritus de zoveelste, want de appetijtelijke muziek van Ghost smaakt altijd naar meer. Van het debuutalbum Opus Eponymous (2010) vol rauwe, hoekige protometal, langs het door, onder andere, The Beatles genspireerde Infestissumam (2013) naar het grootse en verrassende muziektheater van Meliora (2015); Ghost vermaakt velen met aanstekelijke en duistere riedels.
Impera lijkt meer op Meliora dan op Prequelle. De twaalf tracks klinken weer wat meer als hardrock en metal dan als popdeuntjes en de lange instrumentale tracks, waar Prequelle er maar liefst twee van heeft, zijn beperkt tot een kort intro en twee interludes van bescheiden omvang. De terugkeer naar het hardere genre moet in perspectief worden gezien, want het is niet directe brute death metal dat de luisteraar voorgeschoteld krijgt. Denk meer aan muziek in het straatje van Alice Cooper en consorten. Impera doet op meerdere gebieden aan deze shockrocklegende denken, want de filmische en verhalende tracks van Ghost kennen thematische raakvlakken met de hits van de beste man. Bovendien vliegen de jarenzeventiginvloeden je rond de oren en klinkt dit nieuwe album met regelmaat als een donkere horrorrockopera.
De tracks klinken meteen vertrouwd en pakken wederom buitengewoon goed. De grootse stadionrocker Kaisarion valt niet alleen op vanwege het opgewekte karakter en de hoge oerkreet aan het begin, maar ook door het speelse en knappe musiceren. Af en toe zijn er drum- en gitaarpartijen waar menig symfonisch rockband jaloers op zou zijn. Het knappe schrijfwerk en ook de prima productie en mix zijn een constante op Impera, al blijft dat enigszins beperkt tot de muzikale elementen, want tekstueel is het soms weer behelpen. Daarnaast hadden de koorelementen in deze, maar ook in andere nummers meer aandacht kunnen gebruiken. Ze klinken wat goedkoop.
Tijdens het aanstekelijke Spillways en de wat trage, repetitieve songs Darkness At The Heart Of My Love en Griftwood laat Forge duidelijk de invloeden van onder meer Alice Cooper en andere grote rockacts uit de jaren zeventig horen. Hoewel de eerste single Hunter's Moon me eerder minder wilde grijpen, blijkt de track prima in het geheel te passen. Het lijkt een zich herhalend proces te zijn van tracks die eerst niet helemaal willen pakken, maar die zich vervolgens diep in je hersenpan nestelen en niet meer loslaten, ondanks dat de wringende gitaarmelodie me nog altijd vreemd in de oren klinkt.
Tijdens het lekker agressieve Watcher In The Sky hergebruikt Forge wat materiaal van Meliora, maar storen doet dat niet. Bovendien is dat beetje zelfplagiaat snel vergeten en vergeven wanneer het thrasherige, duistere reggaetonnummer Twenties wordt ingezet. Het donkere, agressieve horrorcabaret is een van de weinige songs met een evidente vloek naast de gebruikelijke flirts met Zijne Hoge Onzaligheid. De gehele track is een aangename verrassing en laat goed horen dat Forge het niet bij de succesformule van het Meliora-geluid houdt. Dat bewijst ook afsluiter Respite On The Spitalfields, welke opent als een jarennegentigindieballad, maar een lekker smerig klinkend vervolg kent met een venijnig refrein en heerlijke instrumentale partijen.
Net als Prequelle ligt Impera op muzikaal gebied in het verlengde van Meliora uit 2015. Dit nieuwe werk is echter weer wat harder, ruiger en donkerder dan zijn voorganger. Bovendien bevat het een aantal experimenten die wat mij betreft snel navolging mogen krijgen. De formule van Ghosts komische gescharrel met de duivel in de vorm van ritueel shockrockmuziektheater verveelt na vijf albums nog niet.
Tracklist:
1. Imperium
2. Kaisarion
3. Spillways
4. Call Me Little Sunshine
5. Hunter's Moon
6. Watcher In The Sky
7. Dominion
8. Twenties
9. Darkness At The Heart Of My Love
10. Griftwood
11. Bite Of Passage
12. Respite On The Spitalfields