Dé grote hit van Jinjer is natuurlijk Pisces. Uiteraard zijn er nog wel meer populaire tracks van de formatie rond het zingende boegbeeld Tatiana Shmayluk, zoals Who’s Gonna Be The One en Perennial. Het Oekraïense kwartet kiest op Wallflowers echter niet voor de toegankelijkere en melodieuze weg, maar juist voor persoonlijke muziek die het viertal zelf wil maken en een terugkeer naar de wat ruigere sound. Die van Sit Stay Roll Over bijvoorbeeld.
Grooves, agressie, uitdagende passages en extreme vocalen domineren op deze vierde full-length. Dat blijkt al direct uit het veelzijdige Call Me A Symbol, dat tijdens de eerste helft heavy riffs en blasts afwisselt. Geen intro, direct rammen. Ook het razende begin van afsluiter Mediator, dat reeds als single verscheen, is erg gaaf. Jinjer is kwaad en ramt door, zonder aan intensiteit te verliezen. De complexe en technische passages vind je onder meer in Colossus en in Disclosure!.
De eerste luisterbeurten is dat constante en uitdagende spervuur wel lastig om te doorgronden. Net als je even adempauze wordt gegund met een atmosferische passage in Call Me A Symbol en Pearls And Swine volgt het volgende bombardement. De allesbehalve standaard songstructuren maken het je niet makkelijker. Je komt er niet makkelijk in. Steeds als je een gaaf idee hoort en je zin krijgt om mee te neuriën of te drummen, volgt er een ander idee, in plaats van dat er op het idee voortgebouwd wordt.
Ondanks dat de woede overheerst, zijn er in bijna elk nummer ook wel cleane vocalen te horen. Het beste voorbeeld daarvan is Vortex, één van de weinige tracks die - mede dankzij de melodie - al snel blijft hangen. Andere voorbeelden zijn het sterk gezongen jazzy titelnummer en het deels rockende Disclosure!. Laatstgenoemde begint met een vette riff en vervolgt met een Alice In Chains-achtig couplet. En dan ben je er nog niet, want er komt ook nog punk langs. Van alles wat dus.
Ook vocaal is het heel divers, al is er dit keer geen ruimte voor de door Tatiana zo geliefde reggae. Wel voor The Mars Volta-achtige blues (in het titelnummer). Het is slechts een kort uitstapje, want even later keert ze terug naar grunts en screams. Zeer overtuigend zijn de diepe uithalen in de breakdown aan het einde van Vortex en de emotie in de voordracht tijdens Dead Hands Feel No Pain. De 34-jarige frontvrouw is op deze plaat op haar sterkst en meest persoonlijk. Luister maar eens naar het overtuigende As I Boil Ice.
Hoewel veel aandacht naar boegbeeld 'Tati' uitgaat, laat de mix veel ruimte voor de bijdragen van de heren. Bijvoorbeeld het gitaarspel, dat de ene keer atmosferisch is, soms proggy à la Mastodon en The Dillinger Escape Plan, dan weer deathcore- of post-metal-achtig. Het niet alledaagse, cleane basspel van Eugene Abdukhanov springt er hier en daar ook goed uit, zoals in het titelnummer en in Sleep Of The Righteous. En dan is er nog het drumwerk van Vladislav Ulasevich. Zijn gevarieerde spel en vele jazzy en proggy extra’s zijn een genot in het oor.
Wallflower is een hard en eigenzinnig album. Ondanks dat de populariteit van Jinjer de laatste jaren flink gestegen is op basis van de hits, kiest de groep niet voor een toegankelijkere richting. Integendeel, deze vierde full-length is moeilijk te doorgronden. Dat het viertal Oekraïners muziek maakt die het zelf het liefste maakt, ongeacht wat men daarvan vindt, is te prijzen. Een deel van de fans zal de nieuwe richting – of eigenlijk een terugkeer naar het oudere materiaal – een spijtige ontwikkeling vinden. Jinjer blijft echter bij zichzelf en komt met een plaat die veel luisterbeurten nodig heeft.
Tracklisting:
1. Call Me A Symbol
2. Colossus
3. Vortex
4. Disclosure!
5. Copycat
6. Pearls And Swine
7. Sleep Of The Righteous
8. Wallflower
9. Dead Hands Feel No Pain
10. As I Boil Ice
11. Mediator