Steeds vaker bereiken ons releases uit delen van Europa die traditioneel niet bekend staan om hun metal. Dit keer is het Erdve uit Litouwen dat ons trakteert op een intrigerende bak intense sludge. Ik kreeg dit trio in het vizier naar aanleiding van zijn single Lavondėmės - Litouws voor livor mortis, oftewel lijkvlek - een enorme stoemper van een track. De heren weten met zijn drietjes een muur van geluid neer te zetten om de vingers bij af te likken en weten hoe je effectief muziek maakt in de hoogste versnelling.
Nou ben ik doorgaans niet (meer) zo onder de indruk van een potje 'wie het snelst kan rammen', maar ik ben er ook niet vies van. Als het maar een bepaald doel dient. Kwaliteit is belangrijker dan kwantiteit of snelheid. Wat dat betreft pakt Erdve het wel goed aan. Dat werd al duidelijk uit de eerdergenoemde single, die mede door de variatie van begin tot eind interessant blijft. Naar later blijkt wordt de extreme bpm op de rest van de plaat slechts mondjesmaat toegepast. Het is een ingredint dat doelmatig toegevoegd kan worden, maar geen doel op zich is. Dat wil overigens niet zeggen dat de heren daarmee aan bruutheid en lompheid inboeten. Er zijn van die bands die helemaal geen blastbeats nodig hebben om de boel aan gort te beuken en daarvan is dit stel Baltische beukbeulen een uitstekend voorbeeld.
Continu van tactiek veranderend zetten zij namelijk een geraffineerde frontale aanval op uw brein in. En bloc, welteverstaan, want hoewel de vocalen van Vaidotas Darulis - die tevens de gitaar hanteert - duidelijk onderscheidend in de mix zijn aangebracht en daarmee dus een prominente rol vervullen, vormt de rest van de sound een imposante massieve muur aan sludge-geweld. Een moderne stoomwals uitgerust met alle hedendaagse technieken. Aan u de keuze: Ren nu het nog kan, of laat u verpletteren door deze allesverzengende sloopmachine.
"Alles leuk en aardig, maar met zulke abstracte metaforen kunnen we geen zak". U heeft gelijk. Op het gevaar af dat ik het verrassingseffect van deze band wegneem, waag ik toch een poging om het abstracte te concretiseren: De Litouwers bedienen zich niet alleen van slopende sludge-partijen, maar weten in al hun zieke vermorzelzucht ook genres als black metal en hardcore feilloos te integreren. Naast een intrigerende genre-mix tovert de band ook nog wat andere trucs uit de hoge hoed. Om de voorspelbaarheid te lijf te gaan opent Sugretinimas bijvoorbeeld met wat nog het beste omschreven kan worden als een orthodox/Slavisch kerkritueel, inclusief galm. In schril contrast daarmee begint Pleura met een setje explosies. Door deze variaties weten deze sadistische sloopkogels de aandacht over de gehele lengte van dit nog geen drie kwartier durende schijfje vast te houden. Tof!
We naderen het einde met Pragulos. De heren vertrekken voorzichtig uit de startblokken middels een aantal losse distorted akkoorden. Het bouwt vervolgens langzaam op, maar we blijven in een doomy post-metalvibe. Het is dus tijd voor analyse en retrospectie. Tijd om de wonden te likken, de doden te betreuren en op adem te komen. Om dat de onderstrepen waagt Darulis zich zelfs aan cleane vocalen - niet eens heel onfortuinlijk. Het vormt echter de inleiding van een genadeloos slotsalvo in de vorm van de titeltrack Savigaila. Maar het is niet louter overwinning na overwinning. Het is niet allemaal koek en ei. Spijt weerklinkt. Savigaila betekent namelijk dan ook zelfmedelijden. Hoewel de track schier genadeloos van start gaat met blastbeats en ziekelijke, rcksichtloze uithalen van Darulis, komt de beste man na twee minuten weer bij zinnen. Terugkijkend beseft hij wat hij heeft aangericht...
Is dit het resultaat? Kunnen we dit niet terugdraaien? Het erop volgende Skilimas geeft het antwoord: skilimas betekent namelijk splijting. De twee minuten durende melancholische pianotrack doet in de verte denken aan Sorgens Kammer, u weet wel, die van Dimmu. De realisatie en berusting lijken in te dalen, als zat Darulis weemoedig snikkend in een hoekje met een fles wodka zijn zonden te overpeinsen dan wel weg te zuipen.
Aan dit alles komt een einde met afsluiter Takoskyra, dat zich (onder andere) laat vertalen als een unieke historische gebeurtenis die de wereld veranderd heeft. Darulis' woedende gelamenteer onderstreept de zelfhaat en het berouw. Had het anders gekund? Had het anders gemoeten?
Hoe het ook zij, nu de plaat eenmaal het levenslicht gezien heeft, is er voor Erdve in ieder geval geen weg terug, alleen maar voorwaarts. En dat zien we graag. Dit schijfje doet namelijk verlangen naar meer. Iets zegt me dat dit pas het begin is voor deze moderne sludgers. Deze heren hebben ongetwijfeld nog veel meer voor ons in petto en als dit de voorbode is, dan kijk ik reikhalzend uit naar een vervolg. In de tussentijd ben ik nieuwsgierig naar hoe dit zich vertaalt naar een live-show. Hoewel er op het moment van schrijven nog geen tourdata bekend zijn, moet het onder de hoede van Season Of Mist toch geen grote uitdaging zijn om onze podia de komende maanden te veroveren, dus hopelijk tot snel.
Tracklist:
1. Lavondėmės
2. Smala
3. Votis
4. Betonas
5. Pleura
6. Bendrystė
7. Sugretinimas
8. Pragulos
9. Savigaila
10. Skilimas
11. Takoskyra