Het is druk aan het front van de progressieve, instrumentale gitaarmuziek. Koud twee maanden terug was het Roy Ziv met zijn opgewekte Distant Visions die reuring bracht en de nieuwe van Intervals, Circadian, ligt ook nog maar net in de schappen. Daar doet onze favoriete Australische gitarist Plini nog een schepje bovenop. Hij komt namelijk ook met een nieuwe langspeler op de proppen. Mag ik u voorstellen: Impulse Voices. Kan hij de concurrentie aan?
Als deze plaat van het niveau is waar Plini Roessler-Holgate doorgaans mee aan komt zetten, moet het een koud kunstje zijn. Het handjevol singles, ep's en de (tot nu toe enige) full-length Hand Made Cities zijn van constante, hoge kwaliteit en wie de beste man ooit live aan het werk heeft gezien, weet dat meneer droogkloot ook daar de fans om de vingers windt. Ik breng het optreden in Patronaat, Haarlem (2018) nog maar eens in herinnering, waar hij op kerfeldtiaanse wijze de lachers op zijn hand heeft: "So this is the part where I'm supposed to tell a joke and all attention goes out to me. My guitarist then does a guitar change without anyone noticing it, and when I'm done somehow magically he's got this other guitar totally tuned and you guys are all surprised." Maar het gaat om de muziek en de hoge kwaliteit die de beste man tot nu toe bracht.
Die reputatie onderstreept hij op Impulse Voices. Van begin tot eind, van I'll Tell You Someday tot The Glass Bead Game houdt hij de aandacht vast. Daar waar de concurrentie de neiging heeft de focus bewust of onbewust op de gitaar te leggen, wordt de aandacht in Plini's muziek meer verdeeld. Natuurlijk, het draait om de gitaarkunsten, maar het ligt er een stuk minder dik bovenop. De drumpartijen zijn geen aanvulling maar een gelijkwaardige partij. Dat geldt ook voor de andere toevoegingen. Zowel synthesizer als andere elektronische elementen zijn in balans met de vingercapriolen van de meestergitarist. Het is een kloppend geheel. Daar komt bij dat hij zelf ook aan diversiteitsmanagement doet. Hij is van alle markten thuis. Scheurende solo's, vingervlugge arpeggio's, stuwende riffs, you name it.
Wellicht komt dat ook door fantastische gastbijdrages. Naast Chris Allison (drums en percussie) en Simon Grove (bas en 'stunt guitar'), die beiden Plini's werk op de hele plaat begeleiden, komen we bijvoorbeeld Dave Mackay (piano en synthesizer) tegen in Papelillo, Perfume, Last Call en Ona / 1154. Bijzonderder zijn de partijen van John Waugh, die de sax ter hand neemt in Pan. Wow! En alsof dat nog niet genoeg is, horen we ook nog een harpsolo in The Glass Bead Game. Ja, het is echt waar. Hoe vaak heeft u die gehoord in een metalband? Op papier slaat het nergens op, maar Plini flikt het. Nou ja, hij niet zelf natuurlijk, maar Amy Turk.
Er is eigenlijk slechts n 'maar' aan deze plaat en dat is dat ie te kort is. Hij haalt de veertigminutengrens niet eens. Voor een artiest die in negen jaar tijd pas zijn tweede plaat uitpoept, kunnen we het hem nauwelijks kwalijk nemen en moeten we blij zijn met wat we krijgen, maar hier had zeker meer in gezeten.
Dat gezegd hebbende is deze plaat verder gewoon compleet. Zowel bij de eerste luisterbeurt als na een sessie of tien is Impulse Voices interessant, vermakelijk en onderhoudend alsook spannend, heerlijk en briljant. Als dan straks iedereen gevaccineerd is, hopen we dit weer on stage te kunnen bewonderen. Bij voorkeur met sax en harp erbij.
Tracklist:
1. I'll Tell You Someday
2. Papelillo
3. Perfume
4. Last Call
5. Impulse Voices
6. Pan
7. Ona / 1154
8. The Glass Bead Game