Nadat vorig jaar het fantastische The Great Adventure (de opvolger van het eveneens meesterlijke The Similitude Of A Dream) en de minder goed te behappen progressieve rockmusical Jesus Christ The Exorcist verschenen, ligt inmiddels alweer een nieuwe langspeler in de schappen. Sola Gratia kan gezien worden als de opvolger van het dertien jaar eerder verschenen meesterwerk Sola Scriptura (2007), dat door veel progressieve rockliefhebbers nog steeds als een van de hoogtepunten uit s mans oeuvre wordt gezien. De plaat staat vol subtiele, muzikale en tekstuele verwijzingen naar dat album. Waar Sola Scriptura draait om de strijd van Maarten Luther tegen de gevestigde kerk, die tot de reformatie heeft geleid, is dit een conceptalbum over de apostel Paulus, die oorspronkelijk christenen vervolgde, maar later tot bekering kwam. De liefhebber kan zich erin verdiepen, maar ook voor mensen die minder genteresseerd zijn in de Bijbelse thematiek, valt er genoeg te ontdekken. Kan Sola Gratia zich meten met zijn conceptuele evenknie?
Vooral in instrumentaal opzicht is het album weer ouderwets genieten. Morse heeft de ontegenzeglijke gave om de luisteraar emotioneel te grijpen met ijzersterke, gevoelige melodielijnen en ingetogen pianowerk, dat niet zelden uitmondt in aangrijpende, grootse crescendos, waarin progressieve rock, symfonische bombast en gospelachtige verheffing samenkomen in een meeslepende climax. Ook Sola Gratia staat weer vol met dergelijke elementen. Van de speelse muzikale variaties in de uitermate knap in elkaar zittende Overture tot aan het opzwepende In The Name Of The Lord en de subtiele, gevoelige ballad Overflow: het album is Morse ten voeten uit.
Qua muzikale stijl grijpt Sola Gratia het meest terug op ? (2005). De plaat vormt n geheel, maar wordt opgedeeld in relatief korte nummers, waardoor het album qua omvang behapbaar blijft. Toch haalt deze nieuweling het niet bij dat magistrale epos. Dat komt vooral omdat Sola Gratia iets t veel van hetzelfde is. Sola Gratia mist de sprankeling die wl te horen is op de albums die Neal Morse onder de noemer The Neal Morse Band uitbracht waarin de rasmusici elkaar tot grotere hoogten weten te stuwen. Zo is Never Change bijvoorbeeld een nogal gezapige ballad, die eigenlijk slechts wordt gered door een werkelijk prachtige, uitgesponnen, Floydiaanse gitaarsolo. De overige tracks klinken vooral zeer herkenbaar. Dat is op zichzelf geen probleem, maar het album klinkt wel wat minder genspireerd. Positieve uitzondering is het fantastische Seemlingly Sincere, een te gekke track waarin Morse experimenteert met elektro-invloeden en waarin met name het heerlijke baswerk van Randy George een hoofdrol opeist.
De eindconclusie is dat Sola Gratia een aardige aanvulling is op de uitdijende discografie van Neal Morse, maar toch het album iets te voorspelbaar is om tot een van zijn betere platen gerekend te mogen worden. Muzikaal gezien is alles tot in de puntjes verzorgd en Morse brengt het geheel zoals altijd met veel smaak en finesse, maar Sola Gratia voelt ook wel erg veel als een herhaling van zetten. Met het vakmanschap van Morse levert dat nog steeds een zeer verdienstelijk album op, maar stiekem had ik toch op iets meer gehoopt.
Tracklist:
1. Preface
2. Overture
3. In The Name Of The Lord
4. Ballyhoo (The Chosen Ones)
5. March Of The Pharisees
6. Building A Wall
7. Sola Intermezzo
8. Overflow
9. Warmer Than The Sunshine
10. Never Change
11. Seemingly Sincere
12. The Light On The Road To Damascus
13. The Glory Of The Lord
14. Now I Can See / The Great Commission