"Accepteer je sterfelijkheid en alleen dan kun je de beste versie van jezelf zijn", aldus Twan van Geel, die zich graag in filosofie verdiept. De bassende vocalist van Soulburn laat zich vooral inspireren door het werk van Nietzsche en dat is dan ook wat je in de onderwerpen (religie, dood, leven, liefde, magie) op het nieuwe album van de groep die doom en black metal mixt, terughoort.
In vergelijking met Earthless Pagan Spirit (2016) is er wel wat veranderd. Marc Verhaar (Graceless) nam de plek op de drumkruk over van Bob Bagchus (onder meer Beast Of Revelation en Grand Supreme Blood Court). Dat levert een iets zwaardere, meer death metal-georinteerde drumstijl op. Als we het dan toch over de ritmesectie hebben: de rauwe baspartijen van Twan staan prominenter in de mix dan voorheen. Het resulteert in een wat punk-achtiger geluid, dat herinnert aan de jaren tachtig.
Twans vocalen zijn diverser dan in de rest van de discografie. Zo waagt hij zich meerdere malen met wisselend succes aan gewone zanglijnen, al zit daar nog altijd beslist een ruwe en felle kracht achter. Dimmu Borgir en Bathory komen soms in gedachten op bij het luisteren naar de vocalen. In afsluiter From Archaeon Into Oblivion overtuigt hij juist met heel kalme achtergrondzang, die een mooi contrast vormt met de striemende riffs.
Meerdere songs zijn veel minder primitief qua opzet dan je van Soulburn gewend bent. Al in opener The Morgue Of Hope wordt er veelvuldig van tempo gewisseld. Dat gebeurt ook in het overtuigende Tempter Ov The White Light. Behalve complexer qua opzet zijn de composities grootser en meer gericht op sfeer. Door de nieuwe benadering van songwriting weet Soulburn wat beter de aandacht vast te houden. De ene keer gebeurt dat met een prima versnelling en gesproken passages (Shrines Of Apathy), de andere keer, in Anointed - Blessed - And Born For Burning, zijn het de gastvocalen van Martin van Drunen (Asphyx). Het verrassende, atmosferische intermezzo Triumphant One begint sfeervol, bijna Floydiaans, maar het stevigere vervolg is helaas minder sterk.
De oldschoolriffs ( la Mayhem, Darkthrone, Bathory, Venom, Hellhammer) zijn relatief rechtdoorzee. De sterkste exemplaren vind je in From Archeon To Oblivion, het snelle en hamerende Anarchist, Tempter Of The White Light en Noahs Dark. In die laatste twee verdient ook het doomy leadgitaarwerk, dat voor diepte zorgt, een compliment. Ook in From Archeon Into Oblivion duiken die fraaie, in diepte-effecten verdronken doomleads op.
Noas Dark heeft de meeste overtuigingskracht als je de plaat op een hoog volume draait. Ondanks de veelal primitieve riffs is het geen gemakkelijke plaat. Soulburn voegt namelijk nieuwe elementen toe en varieert met de songstructuren. Het levert geslaagde en minder geslaagde experimenten op met cleane zang. Bovendien is de ene riff wat sterker dan de andere, waardoor prima fases en wat minder interessante fases elkaar afwisselen. De doomy gitaarleads zijn wl overtuigend over de hele lengte. Al met al scoort deze vierde langspeler een dikke voldoende.
Tracklist:
1. The Morgue Of Hope
2. Noahs Dark
3. Tempter Ov The White Light
4. Anarchrist
5. Shrines Of Apathy
6. Assailed By Cosmic Lightning
7. Triumphant One
8. Anointed - Blessed - And Born For Burning
9. The Godless I
10. From Archaeon Into Oblivion