Hoe anders hangt de vlag er anno 2018 bij! Om de beeldspraak van de vorige alinea door te trekken: in plaats van een legendarisch knalfeest is Kulkija het muzikale equivalent van een verplicht verjaardagsbezoek bij je minst favoriete familielid, waar je drie uur lang al geeuwend op een stoel in een kringgesprek zit en de tijd aftelt tot je weer naar huis kunt gaan. De apathie die Korpiklaani hier tentoonspreidt, staat bovendien in schril contrast met het vorige album Noita (2015), waarmee de Finnen voor het eerst sinds jaren de weg terug leken te vinden na enkele discutabele albums. Welnu, alle positieve aspecten die ik in mijn recensie van Noita aanstipte, kunnen de prullenbak in. Korpiklaani doet op Kulkija namelijk precies het tegenovergestelde. Frivoliteit en spelplezier zijn vervangen door futloze, zich voortslepende composities. De acceptabele speelduur van drie kwartier is overboord gegooid en vervangen door zeventig minuten aan materiaal.
Van de eerste helft van het album is eigenlijk alleen opener Neito nog verdienstelijk. Het is een klassieke Korpiklaani-track, met mooi verweven folkinstrumenten als de accordeon, mandoline en viool. Al bij Korpikuusen Kyynel gaat het faliekant mis. Het nummer is saai, plichtmatig en slaapverwekkend. De break die uit het niets komt (en klinkt als een demo-opname), ontsiert het geheel verder. De hierop volgende nummers Aallon Alla en Harmaja klinken niet veel beter. Ze hebben weliswaar nog een redelijk pakkend refrein, maar doen verder eveneens futloos aan. De neerwaartse lijn wordt vervolgd met het zeer matige Korppikaliota, dat klinkt als een mislukt zeemanslied. De riffs neigen af en toe zelfs een beetje naar nu-metal door hun logheid en volledige gebrek aan melodie. Zelfs de meest tolerante folkfanaat zal hiervan een frons op zijn gezicht krijgen.
De tweede helft van het album wordt ingeleid door het negen (!) minuten durende Kallon Malja, een track die zich eindeloos voortsleept. Dan zal daarna toch wel een goed getimede versnelling volgen, zou je denken. Maar nee, ook Sillenrakentaja wordt in hetzelfde geestdodende tempo uitgevoerd, met als enige verschil dat frontman Jonne Jrvel zich meent te moeten beroepen op een soort geforceerd gebral. Hij lijkt wel een korpsbal uit Jiskefet! Helaas dient het nummer vooral als soundtrack voor de onvermijdelijke kater. Gelukkig is de tweede helft van Kulkija iets minder dramatisch. Met Henkselipoika heeft de band zelfs een kortstondige opleving. Je vergeet bijna dat ook dit een niet bijster goed nummer is, maar er zit tenminste een klein beetje schwung in. Een kinderhand is gauw gevuld. Datzelfde geldt voor het met een zwierige vioolmelodie opgesierde, instrumentale Pellervoinen. Het zijn de uitzonderingen die de regel bevestigen.
Nu ben ik de laatste die zal beweren dat de feest-of-ik-schiet-folk van de begindagen groots of briljant is, maar de pretentieloze, opzwepende dranknummers zorgen wl keer op keer voor een glimlach. Bij Kulkija kan de luisteraar beter de prozac op tafel zetten. Wat een ontzettend vlakke, ongenspireerde middelmaat is dit geworden! Nadat ik Kulkija met pijn en moeite enkele malen volledig heb beluisterd, kan ik slechts n conclusie trekken: het is tijd voor de heren van Korpiklaani om achter de geraniums te gaan zitten. Ze zijn in ieder geval duidelijk te oud om nog een feestje te bouwen.
Tracklist:
1. Neito
2. Korpikuusen Kyynel
3. Aallon Alla
4. Harmaja
5. Kotikonnut
6. Korppikalliota
7. Kallon Malja
8. Sillanrakentaja
9. Henkselipoika
10. Pellervoinen
11. Riemu
12. Kuin Korpi Nukkuva
13. Juomamaa
14. Tuttu On Tie