Tesseract behoeft intussen geen introductie meer. De underground proghype van het begin van deze eeuw is uitgegroeid tot n van de vaste waarden in het concertcircuit en klimt gestaag op de bills van de grote metalfestivals. De heren doen dus ergens wel iets goed.
Maar Tesseract zou Tesseract niet zijn als alles bij hetzelfde zou blijven. Natuurlijk zijn er veranderingen; ontwikkelingen; evolutie, zo je wilt. Zo is Sonder een stuk melodieuzer dan zijn voorganger. Je hoeft niet op zoek te gaan naar brute, hoekige beukers in de Vildhjarta-sense. De djentgodfathers avant la lettre zijn wat dat betreft hun eigen gecreerde genre allang ontstegen en hebben een bijzondere eigen sound ontwikkeld. Een sound die moeilijk in genres en labels te vangen is, maar wonderwel erg herkenbaar is. En dat is knap.
Ondanks dat de nummers los van elkaar staan (in tegenstelling tot de eerste twee albums) is dit album niet geheel conceptloos. Het valt alleen in eerste instantie wat minder op. Het zit hem namelijk in de titel en de lyrics. Het woord sonder is een neologisme en staat symbool voor de realisatie dat iedere willekeurige voorbijganger net zo'n diepgaand, kleurrijk en complex leven heeft als jijzelf. Daniel vond dit destijds op Twitter en het beschrijft precies wat de band momenteel wil vertellen. Het is dan ook enigszins filosofisch en reflectief. De realisatie dat elk individu een gedetailleerd verhaal heeft, maakt je nietig; je bent net als ieder ander; je bent niet bijzonder. Maar aan de andere kant is het op de schaal der dingen wel geweldig dat je een bewustzijn hebt, dat je berhaupt bestaat. Door de moderne technieken en communicatiemethoden raken we steeds meer van elkaar verwijderd, maar dit is toch wat ons verbindt. Maar ik dwaal af.
Het eerste gerucht van Sonder ontvingen we met de wat haastig in elkaar gezette single Smile die speciaal gereleased werd voor de tour met Megadeth en Messhuggah. Begin dit jaar kwam er dan ook een goed afgemixte versie op YouTube en kregen we eindelijk een goed klinkend inkijkje in hoe Sonder zou worden. De social media waren het eens: dit wordt een klapper. Melodieus, toegankelijk, complex, hoekig, vernieuwend en toch nog steeds echt Tesseract. En zo is het ook, al staat er op het album uiteindelijk een derde versie van het nummer.
Tompkins voelt zich in ieder geval intussen weer helemaal thuis bij de band. Hij heeft de vrijheid gekregen en genomen om helemaal los te gaan. Zijn delicate kopstem kiest dan ook vaak verrassende, maar geweldige lijnen. Lijnen die, zoals we van hem kennen, lang niet altijd voor de hand liggen. Ook niet als je hem al wat langer kent en zijn andere projecten in de gaten hebt gehouden. Het is altijd weer even wennen bij hem. Maar dat is natuurlijk Tesseract-eigen. Als het kwartje dan eenmaal gevallen is, is het gewoonweg genieten. En dan nog iets. De grunts zijn terug! Fans van het eerste uur kunnen zich gelukkig prijzen met een aantal perfect geplaatste 'harsh vocals'. Juich echter niet te hard, want ze worden spaarzaam ingezet, louter functioneel. Maar het is toch wel een kippenvelmomentje hoor! Grunts waren nou eenmaal niet de sterke kant van Ashe O'Hara (die op Altered State te horen is), en op het vorige album pasten ze niet. En hier dus wel. Geweldig.
Maar dat is nog niet alles, er zijn nog meer veranderingen. Zo is de sound bijvoorbeeld anders. Daar waar de eerste platen nogal droog en klinisch klonken, klinkt Sonder uitermate organisch. Het vloeit. Dat past natuurlijk bij zo'n albumtitel en het geeft de plaat tezamen met de serieuzere teksten extra body. Dat voel je ook door de zwaardere klanken. De veertig minuten muziek zijn in het algemeen heavier, zonder dat ze overdreven bruut zijn.
Overall is de band stabieler en volwassener geworden en dat betaalt zich uit. Na alle strubbelingen rondom de zangpositie in de beginjaren, is Daniel Tompkins nu de vaste waarde op zang. De conceptalbums (One en Altered State) hebben plaatsgemaakt voor coherente songbased albums en ondanks de evolutie van de sound heeft de muziek een duidelijke, herkenbare Tesseract signature.
Sonder is met gemak de meest samenhangende en volwassen plaat in de inmiddels vijftienjarige carrire van deze Britten. Het uit de hand gelopen zolderproject van gitarist Acle Kahney is uitgegroeid tot een stabiele factor in de scene die zichzelf continu opnieuw uitvindt zonder alles volledig overboord te kieperen. Door de organische sound leven deze zeven nummers echt. Ze lenen zich dan ook stuk voor stuk perfect voor een vertaling naar een live-setting. Wie wil weten hoe dit klinkt en niet zit te wachten op een festivaloptreden, moet echter tot november wachten. Dan spelen de mannen namelijk in Doornroosje, Nijmegen.
Tracklist:
1. Luminary
2. King
3. Orbital
4. Juno
5. Beneath My Skin/Mirror Image
6. Smile
7. The Arrow