Ingrats klinkt alsof leden van Lifelover samen met Dlek staan te jammen in een louche jazzbar, ergens in een achterbuurt van Parijs. De band schakelt zonder enige moeite van suicidal black metal naar trip-hop en ambient. Regelmatig worden daar pseudo-vrolijke pianodeuntjes doorheen gegooid, waardoor de gelijkenis met Lifelover direct duidelijk wordt. Ook qua ironie en nihilisme zijn de overeenkomsten hoorbaar, zoals in het intense, met de bittere smaak van wanhoop doortrokken Everythings Fine, dat contrasteert met de cynische titel. Qua experimenteerdrang heeft Ingrats ook wel wat weg van het Zwitserse Blutmond, terwijl het akoestische, clean gezongen Live With It enigszins aan Shining doet denken, maar eindigt in een soort Ulver-achtige elektro-track.
Ingrats laat ontzettend veel interessante ideen horen, maar de uitwerking kan nog wat sterker. Zo zijn de meeste nummers wat aan de korte kant. Qua sfeer zit het echter wel goed, zeker als in Don't Keep Me Waiting ook nog een zwoele saxofoonpartij zijn intrede doet. Het is tekenend dat een wat langere track als A Genuinely Benevolent Man (met gabberbeats en intense screams) uitgroeit tot een van de beste nummers, omdat Netra hier wat beter alle ideen stroomlijnt. Uiteindelijk blijft Ingrats ook na meerdere luisterbeurten intrigeren. Ondanks enkele tekortkomingen en de relatief korte lengte is Ingrats dan ook een album dat zeker de moeite waard is, mits je het experiment niet schuwt.
Tracklist:
1. Gimme A Break
2. Everything's Fine
3. Underneath My Words The Ruins Of Yours
4. Live With It
5. Infinite Boredom
6. Don't Keep Me Waiting
7. A Genuinely Benevolent Man
8. Paris Or Me
9. Could've, Should've, Would've
10. Jusqu'Au-Boutiste