Dat kun je eigenlijk ook stellen over de huidige carrire van Stone Sour. De groep kwam uiterst sterk voor de dag met de naar zichzelf genoemde debuutplaat en opvolger Come What(ever) May, maar wist daarna nooit meer dat niveau te evenaren of zelfs erbij in de buurt te komen. De vraag is natuurlijk of het kersverse zesde album Hydrograd dat wel gaat doen. Het antwoord daarop is dat de band een goede poging doet, maar wederom er niet in slaagt om met echt iets memorabels te komen.
Dat moet ook gitarist van (bijna) het eerste uur James Root (tevens in Slipknot) gedacht hebben toen hij het nest gedwongen moest verlaten. Waar de band er steeds meer een radiovriendelijke sound op nahield, wilde hij juist meer een stevige richting op. Uiteindelijk konden de verschillen niet overbrugd worden en is hij inmiddels vervangen door Christian Martucci. Of de wisseling van gitaristen echt invloed op de sound van de band heeft is moeilijk te bepalen, omdat elk album anders klinkt. Wat wel gezegd kan worden, is dat de riffs over het algemeen een stuk luchtiger overkomen en dat ook de toon van het album meer richting uptempo rock 'n roll gaat, gemengd met de metal-invloeden die het geluid van Stone Sour bepalen.
Qua materiaal lijkt Hydrograd dan ook wel een samensmelting van alle platen van Stone Sour. Zo zijn er invloeden van de eerste albums te horen, maar lijkt er ook grote nadruk gelegd te zijn op de sound van bijvoorbeeld Audio Secrecy. Corey Taylor zingt inmiddels meer dan dat hij schreeuwt en heeft zijn uitbarstingen dan nu ook steevast gereserveerd voor Slipknot, al trekt hij nog vaak genoeg van leer om zijn kenmerkende gegrom te laten horen.
Tekstueel verhaalt hij veel over relationele sferen, zowel positief als negatief, maar ook zelfreflecterend. Daarbij komen ook sneren voorbij richting de buitenwereld zoals bijvoorbeeld in Fabuless (met teksten van Led Zeppelin: "Been a long time since I rock 'n rolled" en van The Rolling Stones: "I know it's only rock 'n roll, but I like it."), waarmee de zanger uithaalt naar de famous for nothing, roemgeile mediawereld. Opvallend is ook de experimentele kant die de groep laat horen, zoals in het Eagles-gerelateerde countrynummer St. Marie. Het nummer is absoluut niet slecht, maar valt totaal uit toon met de rest van het album, waardoor het experiment niet geslaagd te noemen valt.
Hydrograd luistert verder weg als een album dat geen dalen kent, maar ook geen echte hoogtepunten. Het materiaal is consistent, maar voelt vooral bij de eerste luisterbeurten aardig vlak aan. Pas gaandeweg krijgen de songs meer een eigen gezicht en valt het sterke tweeluik van Song #3 en Fabuless op, alsmede stevige tracks als Whiplash Pants en Somebody Stole My Eyes. De ingetogen afsluiter When The Fever Broke sluit de plaat goed af, maar laat je niet hongerig achter naar meer. In die zin kan Hydrograd zich prima aansluiten bij zijn voorgangers. Het klinkt allemaal ok, het talent van de artiesten is duidelijk hoorbaar, maar memorabel wordt het nergens.
Tracklist:
1. Ysif
2. Taipei Person / Allah Tea
3. Knievel Has Landed
4. Hydrograd
5. Song #3
6. Fabuless
7. The Witness Trees
8. Rose Red Violent Blue (This Song Is Dumb & So Am I)
9. Thanks God It's Over
10. St. Marie
11. Mercy
12. Whiplash Pants
13. Friday Knights
14. Somebody Stole My Eyes
15. When The Fever Broke