Het kan niet anders dat kartrekker en lid van het eerste uur Lee Payne dat ook heeft ingezien. Hij deed er verstandig aan op zoek te gaan naar een nieuwe man voor de vocale plicht. Op dit hagelnieuwe Who Mourns For The Morning Star? stelt hij George Call voor. Voor liefhebbers van US metal een bekende naam, want de man zwaait al jaren de scepter bij de Amerikaanse powermetalgroep Aska. Tevens zong hij een tijdje bij Omen, maar flapdrol Kenny Powell maakte de onbegrijpelijke beslissing om met een onbekende knaap verder te gaan en het gedrocht Hammer Damage in te laten zingen door Kevin Goocher, die er weinig van bakte. Alleen al door de strot van Call zou die plaat tien keer beter zijn geweest, gok ik.
Dat ligt in het verleden. Nu zingt Call dus bij Cloven Hoof en dat doet hij met verve. Zijn rauwe doch melodieuze zangstijl past perfect bij de Engelsen die gedurende de NWoBHM aftrapten met satanische heavy metal. De groep borduurt tegenwoordig voort op de stijl van de vergeten prijsalbums Dominator en A Sultan's Ransom. Platen die elke fan van goed gespeelde en sterk geschreven metal in de kast hoort te hebben, zeker waar het laatstgenoemde betreft. Dat betekent dus stevige power metal die zoals gezegd meer weg heeft van de Amerikaanse tak dan de lossere Britse versie.
Cloven Hoof blijkt het songschrijven gelukkig niet verleerd. En godzijdank haalt George Call het geen moment in zijn hoofd om zijn stem onnatuurlijk te verheffen. Zijn whiskystrot overtuigt de gehele plaat. Menigmaal weet hij met zijn stem wat mindere songs toch naar grotere hoogten te stuwen. Al staan er om eerlijk te zijn maar weinig zwakke broeders op deze cd. De inspiratie blijkt weer terug bij bassist Payne en zijn broeders. De riffs, solo's en ritmes kloppen als een bus. Hoewel het niveau van klassiekers als Astral Riders en het ultieme Cloven Hoof-nummer Mistress Of The Night net niet gehaald wordt, valt er genoeg te genieten. Krakers als Bannockburn en Neon Angels hoor je tegenwoordig veel te weinig. Heerlijke metalsongs zonder al te veel pretenties die zich als oorwurmen in je kop nestelen.
De productie van de plaat is in orde. Niet opzienbarend, maar puur functioneel. Cloven Hoof is nooit een band geweest van franje en ook nu hoef je die niet te verwachten. Het totaalgeluid had misschien wat dynamischer gekund, maar je hoort ze in deze dagen wel (veel) slechter. Nee, echt veel mis is er niet met deze schijf. Dus zou het best eens leuk zijn om de Britten een keer weer in ons land te mogen verwelkomen. Hopelijk weet de band George Call zover te krijgen dat hij definitief blijft, want hij is de man die de groep op dit moment hard nodig heeft.
Tracklist:
1. Star Rider
2. Song Of Orpheus
3. I Talk To The Dead
4. Neon Angels
5. Morning Star
6. Time To Burn
7. Mindmaster
8. Go Tell The Spartans
9. Bannockburn