De band Casual Silence bestond afgelopen november 12 jaar en sinds 2000 maak ik deel uit van deze progressieve, symfonische rockband. Dat geeft meteen zon beetje weer wat voor muziek we maken: stevige prog-rock met veel symfonische-, soms metal-, en heel af en toe ook popinvloeden. We hebben enkele cds op naam staan waarvan de laatste Once in A Blue Moon (april 2003) het erg goed gedaan heeft. Dat heeft geleid tot optredens op festivals zoals Progpower in Baarlo en optredens met grote acts zoals bijvoorbeeld Epica, Tony Mc.Alpine, The Watch, Kayak en Pain of Salvation. Momenteel zijn we druk bezig met de voorbereidingen voor de opnames van het nieuwe album, waar we begin januari mee willen starten. We hopen net na de zomer in 2006 het nieuwe album te kunnen presenteren.
Medea is je soloproject. Waarom heb je ooit besloten om Medea op te richten?
Medea is niet echt officieel opgericht, maar meer ontstaan vanuit mijn interesse om materiaal zelf op te gaan nemen. Nadat ik bijna tien jaar als gitarist bij de melodieuze metalband Yarreth had gespeeld, ging ik me meer verdiepen in toetsen en opnameapparatuur. Daaruit kwam geleidelijk aan het idee om, naast Casual Silence zelf een album (Individual Unique) op te gaan nemen waarin ik mijn muzikale ei kwijt kon, zowel op keyboards als op gitaar. Op een gegeven moment is daar vanzelf de naam Medea uitgerold. De manier van werken beviel me zo goed dat ik ermee door ben gegaan.
Room XVII is het tweede album van Medea. Het debuut Individual Unique is mij dus ook onbekend. Hoe klinkt deze plaat in vergelijking met het nieuw werk en kan je kort het plot eens uit de doeken doen?
Individual Unique klinkt zeker voor een debuutalbum met beperkte middelen, al erg goed. Ik denk dat Room XVII vooral wat meer gericht is op de song zelf en compositorisch meer volwassen klinkt. Individual Unique is genspireerd door de Italiaanse cultuurgeschiedenis rondom Michelangelo. Ik heb erg veel waardering voor zijn artistieke persoonlijkheid en daarom staat hij centraal in het concept. Het album vertelt het verhaal van de jonge artiest Enzio, die vol ambitie naar Florence gaat in de achttiende eeuw. Hij krijgt daar de opdracht een moderne faade te maken voor de San Lorenzo kerk. Maar dit wordt hem afgeraden door de geesten van Michelangelo van wie hij een bezoek krijgt. Ze eisen van hem om de faade van de kerk te ontwerpen in de oudere stijl van Michelangelo. Hij wil de stadsraad hiervan overtuigen maar die gelooft hem niet en hij wordt opgesloten in een psychiatrisch instituut. Vittoria, een verpleegster waarvoor Enzio zijn liefde koestert, kan hem vrij krijgen. Nu komt Enzio voor een dilemma te staan
Het nieuwe album gaat over de V.O.C., de schoonheid van muziek en schizofrenie. Waarom deze onderwerpen?
Ik trachtte een poging te wagen enigszins origineel te zijn door een stukje Nederlandse geschiedenis in het concept te verwerken. Dat is eigenlijk nog erg weinig gedaan en enkele jaren geleden stond er in de IO pages een oproep aan Nederlandse bands om deze uitdaging aan te gaan. Ik heb daar gehoor aan proberen te geven. Het thema van schizofrenie is meer een hulpmiddel om een extra dimensie in het concept aan te brengen. Heden versus verleden. En de schoonheid van muziek. Daar kun je het maar niet genoeg over hebben, toch?
Ik ben nu eenmaal een geschiedenisleerkracht van opleiding, dus de volgende vraag moet ik gewoon stellen. De goede zaken van de V.O.C. komen ruimschoots aan bod, maar alle nadelen (genocide, corruptie en bedriegerij) worden minder benadrukt. Waarom niet de beide kanten van het verhaal vermelden?
De V.O.C. heeft natuurlijk enorm veel verschillende aspecten. Als je de teksten goed leest, kun je opmerken dat er wel degelijk onderwerpen als bijvoorbeeld muiterij, genocide (Graveyard island), corruptie en handelsoorlog (Dance of the deals) de revue passeren. Ik wilde me echter richten op de reis van de Batavia en dit wat verder uitdiepen. Daarnaast is het thema van de V.O.C. onderdeel van een ander verhaal wat zich afspeelt in 1912. Zo worden fictie en non-fictie in elkaar verweven.
Er zijn veel gastzangers te horen. Kan je van elke zanger(es) eens zeggen waarom je hem/haar hebt gekozen?
Oei, dat is een lang verhaal. In eerste instantie wilde ik met dit project vooral zangers(essen) van bands meetrekken die in hetzelfde circuit als Casual Silence zaten. Op die manier zouden we elkaar een beetje meer kunnen helpen met promotie en bekendheid. Daar zijn uiteindelijk Robbie van Stiphout, Marjolein Hsken en Dirk van Helmond uitgerold. Net als op Individual Unique sprak het voor zich dat de Casual Silence zangers Rob Laarhoven, Ernst Le Cocq dArmandville en Eric Smits weer van de partij zouden zijn. Zowel Medea als Casual Silence kunnen op die manier ook nog wat aan elkaar hebben. Maurice Fende deed ook mee op Individual Unique. Juist door zijn theatrale stem wilde ik hem er deze keer weer bij hebben en hem een wat grotere rol geven.
Daarnaast had ik enkele namen op mijn verlanglijstje staan zoals Sandra Peeters, ze was al eerder gastzangeres bij Casual Silence. Ik ben erg gecharmeerd door haar warme stem en het gemak waarmee ze haar rol in kan zingen, geweldig. Nanda Philipse (voormalig zangeres bij Epica) zong een duet met Simone Simons tijdens het optreden van Epica in de Effenaar, samen met Casual Silence. Vanaf dat moment hebben we contact gehouden en zij was de ideale sopraan in mijn concept. Joss Mennen kende ik van het studiowerk tijdens de mix van Individual Unique in Markant. En van Zinatra vroeger. Ik vond hem toen al erg goed en ik mailde hem met de vraag nu een gastrol te zingen. Hij reageerde daar erg enthousiast op door me tevens een platencontract aan te bieden. Dat heb ik dankbaar met twee handen aangegrepen.
Edwin Balogh heb ik benaderd via Joss. Zij zijn goed bevriend. Hij wilde graag meewerken op voorwaarde dat we bij Custom Recording gingen produceren en mixen. Dat was geen enkel probleem, het bood zelfs extra mogelijkheden. Met Edwin erbij had ik de ideale ruigere stem die ik nodig had voor de rol van de bad guy Jeronimus. Daar was ik erg blij mee.
Was de rolverdeling van de zangers lukraak gekozen of had je op voorhand al beslist dat bijvoorbeeld Jeurian door Rob Laarhoven zou worden gespeeld?
Aanvankelijk had ik bij iedere rol wel ideen voor wie die bestemd zou kunnen zijn. Ik heb daar ook rekening mee gehouden tijdens het schrijfproces. Gedurende het proces moest ik toch enkele keren schuiven omdat de rollen van Joss en Edwin pas later definitief waren. Uiteindelijk heeft het erg goed uitgepakt. Gezien de zangprestaties had ik de meeste een grotere rol willen geven maar ik had niet meer materiaal en het concept stond al zo goed als vast.
Waar zijn al deze gastbijdrages opgenomen en was het een groot puzzelwerk om alles in goede banen te leiden?
Het was inderdaad een heel puzzelwerk om iedereen op de juiste plek op de juiste tijd bij elkaar te krijgen. Een hele organisatie en op en neer gemail om repetities te plannen. Bijna alle gastzangers hebben een eigen band en daarnaast een druk priv-leven. Dat viel dus niet altijd mee. Uiteindelijk hebben we alle zang opgenomen bij Custom Recording in Eindhoven. Voor de opnames van de drums zijn we drie dagen uitgeweken naar de Art Sound Studio in Belgi. Het mannenkoor van 65 man heb ik op locatie in een hotel opgenomen. Een leuke en leerzame ervaring.
Het mannenkoor Lambardi doet dus ook zijn duit in het zakje. Hoe kwam je in contact met dat koor en wat staat er normaal op hun repertoire?
Ja, vanaf het moment dat ik Operation Mindcrime van Queensryche hoorde dacht ik: Zoiets met een groot koor wil ik ook nog eens een keer realiseren. Dat moet en zal nog eens gebeuren. Nu, met Room XVII was daar de tijd rijp voor. Rob Laarhoven had zakelijke contacten met de PR-man van Lambardi en zorgde via hem voor het contact tussen de dirigent en mij. Gelukkig stond deze erg open voor een samenwerking, ook omdat er vanuit het koor al meerdere malen vraag naar was geweest om eens een rock nummer te doen. Volgens hun website staan er vooral religieuze liederen, Slavische muziek, folksongs, operettes en operas op het repertoire, eigenlijk wel breed dus.
Veel mensen hebben een hekel aan conceptplaten en rockoperas omdat ze hoogdravend en soms over-the top zijn. Wat spreekt jou zo aan in dit genre?
Iedereen moet natuurlijk zelf weten wat hij ervan vindt maar voor mij is het niet zo gauw over the top. Juist de afwisseling van de verschillende zangers(essen) maakt het boeiend en levendiger om naar te luisteren. Ik vind meestal het theatrale mooi en de muzikale themas die je steeds op verschillende manieren terug kan laten komen. Daarnaast was het voor mij een extra uitdaging om alle vocale en instrumentale stukjes van de puzzel in een muzikaal concept te laten passen. Als dat lukt ben ik een tevreden man en ik verzeker je dat ben ik.
Kan je eens je top vijf van je favoriete rockoperas geven en telkens je keuze verantwoorden?
Moeilijk hoor. Dan neem ik het begrip rockopera maar in een heel brede zin van het woord.
1) Pain of Salvation met BE: Het geniale brein van Danil Gildenlow wat laat zien en horen hoe je gedachtes en gevoelens weer kunt geven in geniale muziek.
2) Jesus Christ Superstar van Andrew Loyd Weber. Ik vind hem gewoon een erg goede componist met erg veel gevoel voor theater. Vooral de rol van Judas spreekt me altijd erg aan.
3) Ayreons The Final Experiment: En van de eerste rockoperas in dit genre van mijn tijd. Toen was het erg origineel en nog steeds is het n van de betere van Ayreon, vooral als Leon Goewie langs komt, krijg ik nog steeds kippenvel.
4) Ainas Days Of Rising Doom: Erg goeie cast, enorm mooi in elkaar gezet, ook qua artwork.
5) Kayak' Nostradamus: Ik vond ze op de cd soms wat soft, maar toen ik ze live in de schouwburg had gezien was ik zeer onder de indruk. Echt een topband van Nederlandse bodem.
Laatste vraag. Wat staat er voor jou in 2006 allemaal op het programma?
Waarschijnlijk nog veel interviews (hahaha). Daarnaast ga ik me weer richten op het nieuwe album van Casual Silence. Ik ben erg nauw bij de productie betrokken en zal ook een groot aandeel hierin gaan leveren. Daar zal dus veel tijd in gaan zitten, maar dat heb ik er graag voor over. Tussendoor komt er ongetwijfeld wel weer materiaal in me naar boven wat geschikt zou kunnen zijn voor een nieuw Medea album, maar dat is nog allemaal toekomstmuziek. Eerst maar weer eens prioriteit bij Casual Silence leggen en net zo veel genieten van het opnameproces zoals ik dat bij Room XVII heb gedaan!