Het optreden op ProgPower Europe moet n van de hoogtepunten geweest zijn in jullie carrire.
Martijn: Ja, dat klopt. Ik kwam er al jaren en dan is het helemaal gaaf dat je er mag spelen. We hebben er veel vrienden gemaakt die ik nog regelmatig tegenkom bij andere concerten.
Het heeft jullie wel behoorlijk wat energie gegeven, want na Trans Earth Injection (2017) is er nu al een nieuwe plaat. Waren jullie daar ten tijde van ProgPower 2017 al mee bezig?
Martijn: Ja, we waren er al een beetje mee bezig. Trans Earth Injection heeft best lang op de plank gelegen omdat we geen zanger hadden. Wel zijn we gewoon muziek gaan schrijven toen we met zn drien waren. Paul is Trans Earth Injection in gaan zingen en daarna heeft het album weer een tijd op de plank gelegen. In de tussentijd zijn we nieuwe muziek gaan schrijven. Op het moment dat Trans Earth Injection uitkwam, was ik dus alweer bezig met nieuw materiaal.
Paul: Voordat Trans Earth Injection uitkwam, hebben we een eptje uitgebracht, zodat we materiaal hadden waarop ik zong. Ik klink natuurlijk anders dan Martijn of Stevan. We hadden representatief materiaal nodig om optredens te regelen. Het betekende wel dat het album iets langer op de plank bleef liggen. Voor mij waren de nummers nieuw, maar Martijn had sommige al een paar jaar eerder geschreven. Er staan dus wat oudere nummers op die plaat. Die van Zabriskii zijn allemaal van het afgelopen anderhalve jaar.
Is het makkelijker, nu jullie langer samenwerken, om een nieuw album te maken?
Martijn: Ja, je weet nu namelijk hoe je klinkt als band. Toen we met zn drien waren, wisten we dat ook wel, maar we waren ook zoekende omdat je geen zanger hebt waarop je je muziek kunt afstemmen. Ik heb eerder al met Paul in A Days Work gezeten, dus ik wist wel wat hij kon en waar zijn kracht ligt. Met dat in het achterhoofd kon ik de nummers gaan schrijven.
Paul: Het was voor mij dit keer ook makkelijker om zanglijnen te bedenken. Voor veruit de meeste nummers heb ik de zanglijnen bedacht. Vorige keer heb ik hele stukken weg moeten gooien omdat ze niet pasten of niet goed genoeg waren. Nu waren er ook wel dingetjes, maar over de hele linie ging het sneller, paste het beter en de anderen vonden het ook heel vet wat ik schreef.
Martijn, jij hebt het leeuwendeel van het materiaal op Trans Earth Injection geschreven. Is dat nu ook weer zo?
Martijn: Ja, eigenlijk wel. Wat ik meestal doe, is de gitaar- en baspartijen schrijven, dus ik ben direct al alles op elkaar aan het stapelen. Ik stuur die bestanden naar onze drummer. Die gaat ernaar luisteren en geeft er invulling aan, want ik ben geen drummer en heb niet het geduld om die tracks te programmeren. We hebben de nieuwe plaat veel gespeeld in de oefenruimte, om deze te laten rijpen. Daardoor zijn er wel bepaalde arrangementen op de schop gegaan. We hadden nu tijd om dat zo te doen.
Paul: Martijn komt met een blauwdruk. Het is wel fijn dat je in de oefenruimte van gedachten kunt wisselen en het materiaal nog beter kunt maken. We evalueren dingen en de muziek ontwikkelt zich verder zodat het uiteindelijk vetter klinkt.
Jullie hebben een nieuwe bassist. Welke invloed heeft Massimo op het songmateriaal en de band?
Martijn: Ik voeg zoals gezegd al in een vroeg stadium de baspartijen toe, maar ik ben geen bassist. Hij wel. Ik heb hem de basisnoten gegeven en de vrijheid om daarmee te spelen. Die heeft hij ook zeker benut. Hij heeft een heel eigen stijl. Massimo heeft bepaalde dingen gewoon van me overgenomen, maar is met veel nieuwe variaties gekomen. Ik vind het belangrijk dat iedereen in een nummer zijn eigen ding kwijt kan.
Paul: Het moet echter geen los zand worden. Het moet samen goed klinken. Marcel kan bijvoorbeeld goed in dienst van het nummer een heel gave drumpartij spelen.
Ondanks alle variaties op het basisidee is het een gestroomlijnder en steviger album dan het vorige, al is het afsluitende nummer juist weer heel fragiel.
Martijn: Toen ik begon met schrijven, vond ik dat het wat heavier moest klinken. Dat komt onder meer omdat ik uit de eighties en ninetiestijd kom, met metal en grunge. Dus ik ben er eens goed voor gaan zitten, maar op een gegeven moment vond ik die rustige post-rock-stukken toch eigenlijk ook wel mooi. Je schiet dan alsnog alle kanten op. Wat de stroomlijn betreft, ben ik heel bewust rekening gaan houden bij het schrijven met het feit dat Paul de zanger is. Hij heeft geen metalstem, maar veel meer een melodieuze stem. Die nummers moeten meer naar zijn stem geschreven worden en ik denk dat dat op dit album ook tot uiting is gekomen.
Het komt wat makkelijker binnen. Last Part Of The Trail is wat dat betreft een prettige openingstrack.
Paul: Het was al heel snel duidelijk dat dat het eerste nummer ging worden.
Martijn: Ik wilde wel iets makkelijkere muziek maken dan de vorige platen, en dat terwijl ik eerder echt allen naar metal luisterde en nu naar van alles wat. Ik vond het belangrijk dat deze plaat meer sfeer had en dat je er meer in meegetrokken wordt.
Je hebt er wel allerlei extra elementen aan toegevoegd, zoals timpani en congas in Tide.
Martijn: Dat klopt. Hij heeft op het laatste moment nog van allerlei dingen ingespeeld. Dat geeft het nummer iets extra. Het nummer is heel erg door A Perfect Circle benvloed. Mensen zeggen ook weleens dat we op Russian Circles lijken bij vlagen, maar Paul trekt het met zijn stem eigenlijk een heel andere kant op.
Paul:
Ik ben sinds een jaar naar A Perfect Circle aan het luisteren. Toen we de nummers schreven, luisterde ik er nog niet naar. Ik krijg niet de opdracht om op een bepaalde manier te zingen, dus als de muziek een vibe heeft la A Perfect Circle, ben ik vrij om iets heel anders qua zanglijn te brengen.Jullie hebben tien nummers geschreven. Twee hebben de cut niet gehaald. Pasten ze niet bij de andere?
Martijn: We zaten met tien nummers al ruim over het uur. We vinden vijftig minuten een mooie speeltijd, dus we hebben twee nummers geparkeerd. We wisten toen nog niet welke het gingen worden, dus we hebben alles opgenomen, gemixt en gemasterd. Achteraf zijn we gaan brainstormen met betrekking tot welke bij elkaar passen en in welke volgorde. Wat grappig is, is dat n nummer dat is afgevallen juist de favoriet bij velen van ons is. Het is nu een mooi geheel geworden en met die andere twee nummers was dat wellicht anders geweest.
Ga je die nummers nog los of als bonus uitbrengen?
Martijn: Ja, ik denk later dit jaar los op Spotify of als eptje.
Paul: Het is niet zo dat het b-kantjes zijn en dat ze niet zo goed zijn. Ze zijn net zo goed als de rest. Die andere twee komen nog wel uit.
Martijn: Onze drummer was nog erger. Die wilde twintig nummers opnemen en dan wat af laten vallen. Ik zei: Man, daar hebben we geen tijd voor.
Jullie hebben vorige keer samengewerkt met Jochem Jacobs qua mastering en mix. Nu zijn jullie met Guido Aalbers en Andy Vandette in zee gegaan. Vanwaar die keuze?
Martijn: Jochem is er helaas helemaal mee gestopt. We hebben hem nog benaderd, maar hij wilde echt niet. Hij heeft zijn studio verkocht en is met heel andere dingen bezig. We moesten dus verder kijken. Guido hadden we voor de vorige plaat al gepolst en toen zijn we ook bij hem langs geweest. De keuze is toen echter uiteindelijk op Jochem gevallen. Het was om het even, maar nu hadden we die keuze niet, dus hebben we Guido gebeld.
Paul: We zijn ook nog wel bij anderen langs geweest, maar Guido was direct enthousiast en hij heeft een goede staat van dienst.
Martijn: Guido kwam vervolgens met Andy Vandette. Ze werken samen.
Paul: Hij zit dan wel in New York, maar je kunt je bestanden gewoon opsturen en aangeven van hoe het ongeveer moet gaan klinken.
Jullie zijn bij de mix aanwezig geweest met meerdere bandleden, dus jullie hebben ook goed kunnen overleggen met Guido.
Martijn: Ik heb daar vijf dagen gezeten. Ik heb in een hotel in een dorpje daar dichtbij overnacht. Lekker een paar dagen weg. Ik zat daar de hele dag, want Guido is van mening dat het beste resultaat volgt als de deur dichtgaat, dus hij heeft liever niet dat je erbij komt zitten. Hij wilde dat ik met frisse oren aan het einde van het proces ging luisteren. Ik heb dus eigenlijk de hele dag Netflix zitten kijken, totdat hij de ruimte uit kwam lopen. We hebben goed doorgesproken van tevoren wat we willen en hij heeft natuurlijk zelf al voldoende bagage. Gooi een paar referenties op en hij weet waarover je het hebt.
Paul: Elke dag zat er eigenlijk wel iemand anders van ons. Dat is voor ons als band wel fijn. Iedereen had wel ideen over de songs en Martijn hield het complete plaatje in de gaten. Als Guido naar buiten kwam, gingen we luisteren en ons oordeel erover geven. Er waren altijd wel kleine dingetjes te veranderen, maar veelal zat hij echt al heel goed in de juiste richting.
En de drums zijn in E-Sound Studios in Weesp opgenomen met Thomas Cochrane.
Paul: En de piano. Het is dezelfde piano als op het nieuwe album van Arjen Lucassen te horen is.
Martijn: Het is meer toeval hoor. We gingen de drumpartijen opnemen en hadden tijd over, dus toen heeft Massimo daar nog piano gespeeld.
Paul: Die hoor je in Tide.
In Lethargic hoor ik ook nog keyboardpartijen die voor extra dramatiek zorgen.
Martijn: Die heb ik ingespeeld. Ik heb ze pas aan het einde van het proces toegevoegd. Het nummer was wel af, maar ik had toch het gevoel dat er nog wat mee moest gebeuren. Toen ben ik dus met die strings aan de slag gegaan. Het was een gok en het heeft goed uitgepakt. We hebben geen toetsenist, dus normaal zouden we die partijen niet zo hard in de mix zetten, maar het werkte nu goed om ze in de mix naar voren te laten komen.
De titel van het album heeft ongetwijfeld een connectie met Death Valley.
Paul: Dat klopt. We hebben een paar keer een sessie gedaan over de albumtitel en het artwork. Een van de vele titels die langskwamen, was Zabriskii. Ik ben er als enige van de band niet geweest, maar het is het droogste en heetste punt op aarde. Dodelijk enerzijds, maar het schijnt er bloedmooi te zijn. Een groot contrast en dat vonden we heel mooi. We hebben dat ook in het artwork van Henk de Rooij terug laten komen. Als je goed kijkt, zie je dat de as van de vlinder eraf waait. Ondanks dat het een mooie vlinder is, zie je die vergankelijkheid.
Martijn: Ik vind Zabriskii een heel coole naam. Laatst vroeg iemand waarom we de extra i erachter hebben gezet. Die heeft eigenlijk helemaal geen betekenis.
Paul: Als je op Google op Zabriski zoekt, kom je met een enkele i bij Zabriski Point uit en met een dubbele bij ons.
Waarom is er voor een vlinder gekozen?
Paul: Henk heeft ons vijftien verschillende fotos laten zien. Compleet uiteenlopende dingen. Zonder overleg kwamen eigenlijk alle bandleden bij een witte vlinder uit. We hebben toen een bevriende fotografe een vlinder laten fotograferen. Niet dat je volgende week bij de tandarts zit dat je dan dezelfde vlinder aan de muur ziet hangen. Het paste ook goed binnen het concept van het contrast tussen het mooie en de vergankelijkheid. Het is tevens een mooi contrast met het vorige album.
Er is al een lyric-video verschenen. Komt er net als bij het vorige album ook nu nog een echte clip?
Martijn: Vrijdag komt er een echte clip online te staan bij A Tale Of Ravenous Longing. We hebben m zelf gemaakt.
Paul: We wilden nu ook eens een andere kant van onszelf laten horen.
Is er tekstueel ook een rode draad? Ik vind dat er veel persoonlijke dingen in zitten.
Paul: Dat klopt. A Leap Into Flames heb ik samen met Frank geschreven. Verder heb ik alle teksten zelf geschreven. Veel dingen heb ik op mezelf betrokken of uit mijn directe leefomgeving. Het gaat overigens goed met me hoor. Er is geen rode draad omdat het niet allemaal dezelfde invalshoek heeft. Crooked Teeth Necklace gaat over steeds in dezelfde valkuil stappen bijvoorbeeld. Lethargic gaat over dat het soms beter is om als gevoelsmens even je gevoel uit te schakelen. Anders ga je je te veel inleven in anderen. Je kunt kapot gaan aan medeleven als je je te veel laat meezuigen in bepaalde verhalen. Soms is het handig om een muurtje om jezelf heen te bouwen. We gaan de lyrics denk ik wel op de website zetten. Ik wil echter niet te veel gaan uitleggen, anders kun je het nummer nog maar op een manier interpreteren. Ik heb weleens van iemand uit Engeland gehoord dat een wat ouder liedje van ons echt over zijn dochter zou gaan. Het was heel sneu, want hij had geen contact meer met haar en dat was dus best een emotioneel verhaal. Het was niet mijn intentie, maar ik vond het onwijs dat hij het eruit kon halen, dat hij steun had aan dat nummer.
Martijn: Ik heb Pauls teksten weleens gelezen en ze totaal anders genterpreteerd dan eigenlijk de bedoeling was. Dat was wel grappig. Ik hou zelf niet zo van verhalende teksten die alles er te dik bovenop leggen. Ik heb er moeite mee als de dramatiek te hard door je strot geduwd wordt.
Op vrijdag 5 april is de cd-presentatie in Podium Victorie te Alkmaar. Vorig jaar zijn jullie druk bezig geweest met schrijven en opnemen. Gaan jullie dit jaar proberen om wat meer op te treden?
Paul: We zijn er wel mee bezig, maar het is lastig. Wij willen bij wijze van spreke elk weekend spelen, maar we gaan niet meer voor een krat bier naar Venlo rijden, tenzij we support voor een heel grote band zijn. Dan is het anders. We hebben andere bands nodig om samen een avond te vullen. Het is gewoon lastig om ertussen te komen. Soms lukt dat, zoals in het geval van Willems Wondere Weiland en ProgPower Europe.
Je past niet in een hokje. Je maakt geen toegankelijke muziek en dat maakt het moeilijker.
Martijn: Ik maak gewoon de muziek die ik zelf leuk vind. Uiteindelijk zijn er best veel mensen die het wel mooi zouden kunnen vinden. De vraag is hoe je die doelgroep bereikt. Met een beetje mazzel trek je elk optreden weer wat mensen over de streep. Dat is waarvoor je het doet.
Paul: Als we optreden, komen er dan ook altijd wel een paar mensen naar ons toe om een cd of t-shirt te kopen en complimenten te geven. Ze komen niet eens voor ons naar zon concertavond, maar zijn blij verrast door ons optreden.
Naast Semistereo nemen jullie ook nog deel aan het project Frame.
Paul: Dat is verleden tijd. We zaten samen met wat jongens uit Alkmaar in Frame, maar dat ging zo ontzettend langzaam. Martijn is er al eerder uitgestapt en ik volgde later. Te veel mierenneuken op de vierkante centimeter. We hebben wel een eptje uitgebracht en die is te gek.
Martijn: We waren al vijf jaar bezig om die drie nummers op te nemen. Het koste me iedere week wel tijd en er zijn ook best gave dingen uitgekomen, maar het duurde te lang. Ik kan me bovendien niet goed focussen op twee dingen tegelijk en als er een dus niet veel oplevert dan stop ik ermee, want ik merkte dat ik er op het laatst met tegenzin heen ging.
Paul: Het is overigens niets persoonlijks, want met die andere jongens hebben we nog steeds contact en het zijn vrienden van ons. Het werkte samen in Frame gewoon niet goed genoeg om ermee door te gaan.
Martijn: Wat leuk is dat ik mezelf daar dingen hoor doen, die genitieerd zijn door anderen, waarmee ik in Semistereo niet mee op de proppen zou kunnen komen. Ik heb er wel van geleerd.
Paul: Het is veel meer prog dan Semistereo. We vinden onszelf geen progressieve rockband. We worden weleens als een soort A Perfect Circle gezien, maar ook die band speelt geen progrock.
Martijn: Tool en A Perfect Circle zijn groot geworden in de jaren negentig in de alternatieve rocksene en niet zozeer in de progressieve scene.
Hebben jullie nog andere projecten?
Martijn: Op dit moment niet. Het komt er zelfs niet van om mijn eigen muziek te schrijven.
Paul: Ik eigenlijk ook niet. Een tijdje terug ben ik nog wel ergens voor gevraagd. Ik heb echter ook een aantal keer nee moeten verkopen omdat ik ook nog een reguliere baan heb. Als ik iets doe, dan wil ik het ook goed kunnen doen. Op dit moment heb ik alleen Semistereo en daar gaat heel veel tijd in zitten. Dat is niet erg want het heeft een fantastische plaat opgeleverd. We zijn nu druk bezig om de presentatie op poten te zetten.
Hoe ben je trouwens bij Ayreon terechtgekomen?
Paul: Ik heb in 2006 of 2007 via het forum op de website van Ayreon gevraagd om deel te nemen aan de tributeband waar Marjan Welman (Autumn, Vetrar Draugurinn) ook in zat. Toen was ik helemaal niet jaloers toen zijn op 01011001 mocht zingen en ik niet. Oh ja, toch wel. In 2012 ging hij voor zijn solo-plaat een drietal shows doen. Toen heeft hij me opgebeld omdat hij een achtergrondzanger nodig had. Sindsdien heb ik wat meer contact met hem. Twee jaar geleden ben ik gevraagd om de try-out-show voor Ayreon te doen. Alleen al in de oefenruimte was het te gek. Zeker omdat ik eens een keer de enige zanger tussen de zangeressen was en dus bijna al die nummers mocht zingen, met Lucassen die schuin achter me stond. Ik luister sinds 1998 naar Ayreon en ik heb al die releases in mijn kast staan. Als ik dan Loser zing en hij me na afloop een knuffel geeft omdat hij vindt dat ik het goed heb gedaan, dan doet dat me wel wat. Hij legt de lat heel hoog, maar hij weet altijd zijn mensen op dat niveau te laten werken. Als je dat niet kan, dan zit je niet in die groep, dus ook de shows later dit jaar kunnen alleen maar gaaf worden.