Dag 1
Met de slaap nog in de ogen loopt half katerend Techfest langzaam richting de kleine zaal om daar het Londense Zephyr aan het werk te zien. De 'in your face' djenty breakcore knalt er lekker in en de eerste twosteps en headbangs worden geplaatst. De jongelingen brengen het er verder goed vanaf, maar ik ben er nog niet helemaal aan toe. Wellicht door de niet al te sterke zanger. (Wouter)
De eerste band van de dag is voor mij het all-star project Novena. Zanger Ross Jennings is bekend als zanger van progmeesters Haken, gitarist Dan Thornton en bassist Moat Lowe spelen bij No Sin Evades His Gaze en er is ook nog een gastbijdrage van zanger William Alex Young die we kennen van de band Clockwork. Wanneer je Ross Jennings op zang hebt, ben je verzekerd van een goede performance, zowel zangtechnisch als qua podiumpresentatie. Dat gastvocalist William Alex Young zich staande weet te houden naast dit podiumbeest is een noemenswaardige prestatie. Als de band ten tonele verschijnt voor hun debuutoptreden, steelt Jennings gelijk de show: "Hi, we are Novena and this is our last song." De muziek neigt meer naar Haken dan naar No Sin Evades His Gaze. Novena is duidelijk een progproject. Qua vergelijkingsmateriaal schieten Dream Theater en Opeth dan ook door mijn hoofd. De band zet een professionele set neer, waarin de debuut-ep Secondary Genesis integraal gespeeld wordt. Het is dan ook erg jammer dat de geluidstechnicus het hoge niveau van de band niet bij kan houden. Er wordt continu met geluidsniveaus van de instrumenten gespeeld en van een complete en duidelijke mix is niet echt sprake. Enorm zonde, want het optreden van de band is wel dusdanig goed dat de aanschaf van de ep na de show voor mij niet optioneel is. (Constantijn) Wanneer ik even buiten sta bij te komen met een pizza van de altijd geweldige Shmoo's Wood-Fired Kitchen, waar chef-kok Shmoo mij herkent van vorig jaar, hoor ik op het Double Slit-podium een clinic beginnen. Het blijkt dat drummer Colin Bentham van No Consequence een workshop aan het geven is. Dit wil ik niet missen dus ik ren snel naar binnen. Gedurende het gehele weekend worden er op het Double Slit-podium workshops gegeven en de afterparty vindt hier ook elke dag plaats. Doordat er continu bands aan het spelen zijn, betekent een workshop kijken automatisch dat je minimaal één band mist. Dit heeft gelukkig niet veel mensen ervan weerhouden om naast mij te zitten bij deze workshop. Colin legt een aantal tomfills uit en vertelt hoe belangrijk het is om verschillende stijlen muziek te spelen. Zelfs als je een genre haat, kun je er wel veel van leren. Er wordt afgesloten met een cover van Porcupine Tree: Anesthetize. Het is altijd genieten als dat nummer goed wordt uitgevoerd. Mede mogelijk gemaakt door de gitaartracks die bandmaat Daniel Reid voor deze gelegenheid heeft voorbereid. (Constantijn)De gedeelde eerste plaats voor beste bandnaam gaat naar het Zwitserse Make Me A Donut. Hoewel het vijftal al vijf jaar aan de weg timmert, klinkt het geheel niet heel volwassen. Er zijn hier en daar sterke ideeën in verwerkt, maar in het algemeen klinkt de band te generiek. Zeker als de band zichzelf omschrijft als progressive metal, verwachten we meer. Ook hier is de zanger de zwakste schakel. Dat doet niets af aan zijn enthousiasme en speelgenot van de band. Daar is namelijk niks mis mee. Maar met een overvolle tech-line-up op UK Tech-Fest, moet je toch met iets beters komen. (Wouter)
Harbinger uit Londen laat even zien hoe het wél moet. Met een sterke podiumpresentatie is het dan ook aan de twosteppers in de zaal om de postcore te ondersteunen. Dat is niet tegen dovemansoren gezegd. Het mag dan een one trick pony zijn, de band voert dit trucje wel uiterst sterk en strak uit. De digitale, diepe bas wordt enigszins willekeurig tussendoor de zaal ingeslingerd en slaat eigenlijk helemaal nergens op. Maar als je die wegdenkt, is dit de eerste echt goede band van de dag. (Wouter)
Onze zuiderburen worden vertegenwoordigd door het Brusselse Suasion. Blijkbaar zijn de heren niet al te bekend onder de tech-fans, want de zaal is vrij leeg. Toch wordt de metalcore met die heerlijk jeugdige felheid de zaal ingeslingerd. Misschien niet al te origineel maar wel goed uitgevoerd. Als ze die jeugdige ongebreidelheid behouden en werken aan goede composities, kan het nog wel eens wat worden met ze. (Wouter)
Zoals je wellicht al hebt gelezen, waren Wouter en ik in Edinburgh bij een UK Tech-Fest warm-up party. Hier zagen we de heren van A Night In The Abyss de kleine zaal in Opium grondig slopen. Hoe vertaalt zich dat naar het toch wel grote Carillion Guitars stage op Techfest? Hoewel de kneiterharde 'in your face'-mentaliteit hier anders overkomt dan in een kleine zaal, weet zanger Josh Hillier met zijn brute podiumpresentatie de aandacht goed vast te houden. De kneiterstrakke deathcore weet zelfs de vroege vogels te verleiden tot een bescheiden pit. Helaas is het geluid hier ook niet altijd even goed. Het lijkt alsof de geluidstechnicus ruzie heeft met de bassdrum en ook het gitaargeluid is niet altijd altijd lekker. Slecht is het gelukkig zeker niet! De synths die in Edinburgh soms onze wenkbrauwen deden fronsen, liggen nu wel goed in de mix. Al met al dus een gave show en ook nu is een cd-aanschaf voor mij een verplichting. (Constantijn) Het is vervolgens aan de heren van het Britse Osiah om hier nog een schepje bovenop te doen en dat lukt ze verrassend genoeg! Deathcore kan niet strakker worden uitgevoerd dan wat Osiah hier laat zien. Alle bandleden spelen overduidelijk op hoog niveau en zanger Ricky Lee Roper stijgt hier af en toe zelfs bovenuit met ziekelijke pigsqueals. Tijdens het derde nummer valt de backingtrack uit, maar dit maakt het publiek weinig uit, de band dondert door. Ik ben over het algemeen geen groot fan van het genre, maar de band dwingt met zo'n strakke show gewoon respect af. (Constantijn) Het Duitse The Hirsch Effekt hebben Wouter en ik ook eerder deze week gezien in Edinburgh. Toen viel ons op hoe goed deze band werkt in een kleine zaal, en dat punt wordt op het grote Carillion Guitars Stage toch wel weer een beetje bewezen. De enthousiaste en energieke podiumpresentatie schalen niet zo goed naarmate het podium groter wordt. Dit betekent gelukkig niet dat ik niet sta te genieten van het optreden. Door die show in Edinburgh heb ik het gevoel dat ik de band nu wel snap; het kwartje is gevallen. De chaotische metal wordt soepel afgewisseld met epische refreintjes. Wanneer de band aan het einde van de set het nummer Cotard inzet, weten ze mij toch een kippenvelmomentje te bezorgen, toch weer een geniaal optreden. (Constantijn)En zo begint de dag lekker op gang te komen. The Dali Thundering Concept zagen we vorig jaar ook al aan het werk, maar heeft toen geen indruk gemaakt. Dat doen ze ook dit jaar niet. Ze verzuipen een beetje in de enorme hoeveelheid death-georiënteerde core-bands. De een nog harder dan de ander. De uitvoering is energiek, maar de muziek te generiek. Niet dat er wat mis mee is, maar om tussen al het technische core-geweld op te vallen, moet je toch met wat beters op de proppen komen. Wel bonuspunten voor de geweldige solo's en de lekkere headbangstukken. (Wouter)
Wie zich afvraagt met wie Make Me A Donut het podium voor beste bandnaam moet delen, krijgt hier zijn antwoord: Cold Night For Alligators. Die naam slaat werkelijk nergens op en valt daarom op. Helaas valt dat over de band zelf niet te zeggen. De Denen zijn in de acht jaar van hun bestaan de middenmoot metalcore nog niet ontstegen, al moet wel gezegd worden dat de stageperformance goed in elkaar zit. Prettig om naar te kijken. Dat dan weer wel. (Wouter)
Wie wel opvalt tussen al het geweld is No Sin Evades His Gaze. De Britten maken indruk met hun gevarieerde sound. Om te beginnen beschikt de band met James Denton over een ijzersterke zanger. Dat kan zeker niet van alle bands gezegd worden. Dat je kan schreeuwen, maakt je nog geen goede vocalist. De basis van de sound van deze mannen wordt verder weliswaar door metalcore gevormd, maar dit vult het viertal aan met veel slideups, solo's en invloeden vanuit de prog. En dit is dan ook de eerste band waarvan de composities eindelijk eens van de grond komen. Hier is goed over nagedacht, dit zit goed in elkaar. O, en die breakdowns, heerlijk! (Wouter)
Na een dag vol metalgeweld is het tijd voor een rustiger instrumentaal avondje. Organisator Simon Garrod heeft het voor elkaar gekregen om de tour van Plini, Intervals en Animals As Leaders ook op UK Tech-Fest te laten neerstrijken. Gedurende de hele dag heb ik mensen al horen vragen of ik ook naar Plintervals ging kijken. Aaron Marshall van Intervals speelt namelijk tweede gitaar voor Plini en omgekeerd doet meneer Plini dit voor Intervals. Plini is een 24-jarige Australiër die al enkele ep's heeft uitgebracht. Via zijn YouTube-kanaal heeft hij inmiddels al een aardig aantal volgelingen weten op te bouwen. Iets waar zijn drummer, Troy Wright, overigens ook heel goed in is. Zijn YouTube-kanaal is bij vele drummers erg geliefd vanwege de geweldige tutorials en covers. Op 26 augustus volgt de eerste full-length genaamd Handmade Cities, waarvan we vanavond onder andere de single Electric Sunrise horen. Zoals gezegd is het een instrumentaal avondje, er wordt dus niet gezongen. Dit mis je gelukkig niet. Plini legt zoveel gevoel in zijn gitaarleads en solo's, dat de liedjes compleet aanvoelen. Waar genregenoot en de gitaarvirtuozen van Animals As Leaders knallen, is Plini subtieler en rustiger. Plini pakt je hand en neemt je mee op muzikale reis. Ik zie mezelf zijn plaat (die na dit optreden ook verplichte aanschaf is geworden) vaak op een relaxte zondagmiddag terugluisteren. Dat het muzikaal dik in orde is, lijkt me dus duidelijk. Plini blijkt ook een enorme droogkloot te zijn: hij verwacht bij een meeklapstuk dat bezoekers van UK Tech-Fest toch wel een gek ritme kunnen meeklappen en er wordt een nummer opgedragen aan Shmoo’s Wood-Fired Kitchen. Geslaagd optreden en de afwisseling met al het metalgeweld was meer dan welkom! (Constantijn) Disperse is de band van gitarist Jakub Zytecki, geen onbekende in de tech-scene. Hij heeft al meerdere gastsolo's bij andere bands en artiesten op zijn naam staan (bijvoorbeeld David Maxim Micic). De muziek sluit mooi aan op wat Plini ons net heeft voorgeschoteld. Ook Disperse moet het hebben van de subtiliteit, maar de band weet steeds op exact het juiste moment het gaspedaal te vinden. De laatste single van de band, Message From Atlantis, is hier een perfect voorbeeld van. Als deze tegen het einde van de set wordt ingezet, markeert dat voor mij een hoogtepunt van de dag. De laatste plaat van Disperse, Living Mirrors, stamt alweer uit 2013. Gelukkig weet zanger en toetsenist Rafal Biernacki ons te vertellen dat een nieuwe plaat onderweg is en we worden op vier nieuwe nummers getrakteerd. Wat het optreden een extra mooie dimensie geeft, is het verhaal van drummer Mike Malyan. Vorig jaar is hij, vanwege een blessure, gestopt als drummer van Monuments. Inmiddels kan hij weer spelen en is hij bij Disperse aan de slag gegaan als drummer. Het plezier spat van zijn spel af en deze Return of the King wordt door velen, inclusief uw recensent, erg gewaardeerd. (Constantijn) Na Disperse is het tijd voor deel twee van Plintervals: Intervals. De band is in 2011 begonnen als instrumentaal project van gitarist Aaron Marshall. Eind 2013 voegde de band een zanger toe aan de line-up en werd de cd A Voice Within uitgebracht. Dit leverde veel kritiek op van fans; velen vonden dat de zang het gitaarspel in de weg zat. Anderen (waaronder uw recensent) vonden de zang wel een waardevolle toevoeging. In 2015 viel de band uit elkaar. Leden stapten op of werden ontslagen en alleen Aaron Marshall bleef over. Inmiddels is er een nieuwe plaat, opnieuw instrumentaal, genaamd The Shape Of Colour en Aaron is met een aantal geweldige muzikanten op tour. We worden tijdens het optreden getrakteerd op veel nummers van dit laatste album. Die grijpen weer terug op de instrumentale richting die we kennen van de eerste twee ep's. Het leunt allemaal wat minder op het typische djent-geluid. Er wordt meer geëxperimenteerd en het zijn echt volledige liedjes. Het is mijn eerste kennismaking met het nieuwere werk en ook hier is een cd-aankoop weer nodig. Naast het nieuwere werk wordt het nummer Moment Marauder van A Voice Within gespeeld. Ondanks dat het een persoonlijke favoriet is, mis ik de zang in dit nummer toch wel. Er worden ook niet meer nummers van deze plaat gespeeld. Het publiek van UK Tech-Fest laat zich weer van zijn beste kant zien door spontaan te gaan juichen tijdens een gitaarwisseling. Aaron merkt op: "You know it’s a nerd festival when people are cheering for the guitar change!" (Constantijn)Wie zich enigszins verdiept in technische metal, kon de laatste jaren niet om de band van meestergitarist Tosin Abasi heen: Animals As Leaders. Mij staat het enigszins teleurstellende optreden in Boerderij te Zoetermeer nog in het geheugen gegrift. Zou het beter gaan vandaag? En jazeker, het gaat beter! En niet zo'n beetje ook! Vanaf de eerste noot van opener Wave Of Babies tot aan de laatste noot van afsluiter CAFO staat het publiek verstomd van verbazing en ongeloof het ene na het andere technische hoogstandje van het trio aan te gapen. Dat geldt overigens voor een select deel van het publiek. Er is namelijk juist verbazingwekkend veel beweging in de zaal. Dat krijgt Animals As Leaders ook niet elke avond voorgeschoteld. Er wordt zelfs gemosht! En dat bij Animals As Leaders! Het geeft de extatische sfeer weer die Tosin Abasi en Javier Reyes teweegbrengen met hun vingercapriolen. Als dan drummer Matt Garstka tijdens Weightless ook nog even mag soleren, bewijst ook hij dat hij zijn instrument meester is. Een geweldige, en bovendien opvallend melodieuze afsluiter van de eerste dag die eigenlijk toch wel erg bol stond van de death/core-bands. (Wouter)