Hypes komen en gaan, ook binnen de metal. Djent lijkt enigszins op zijn retour en ook het grotere broertje metalcore likt zijn wonden. Je moet van goeden huize komen om in deze genres nog te scoren. En dat is nou precies wat ons vanavond te wachten staat. Met name de headliners hebben met groot vernuft geshopt in de verschillende genres en vermaakt tot een genre-overstijgende, retepopulaire potpourri.
Die populariteit blijkt ook als ik aan kom lopen bij het doorgaans langzaam tijdens het voorprogramma voldruppelende Tivoli De Helling. Terwijl de eerste band al begonnen is, probeert een lange rij binnen te komen. Eerst lijken de deuren gewoon laat open te zijn gegaan, maar bij binnenkomst is er ook al heel veel publiek in de zaal. Jong publiek. Een opvallend gemleerd publiek. Als ik zo om me heen kijk, belooft dit een fanatiek moshavondje te worden.
En zo geschiedde het. Het pas twee jaar oude Hellions opent de avond en staat terecht als eerste op de bill. De zang is matig, het gitaargeluid magertjes, en de composities ook niet al te spannend. De adrenaline om hun favorieten te zien, wordt een handjevol moshkids echter te veel. De met punk doorspekte metalcore verdient eigenlijk ook best een aanmoediging, aan enthousiasme ontbreekt het niet. De rosbrigade dunt echter telkens snel uit en men houdt het vaak niet langer dan een minuutje vol in de pit. De heren muzikanten hebben nog veel te leren, maar deze tour pakt niemand meer van ze af.
Als vervolgens The Acacia Strain het stokje overneemt, stijgt het niveau aanzienlijk . De metalcoreband uit Chicopee, Massachusetts, laat er geen twijfel over bestaan dat het hen menens is. De band mag dan volgend jaar zijn vijfienjarig bestaan vieren, de mannen zijn nog springlevend en vitaal en kennen onder de aanwezigen een aantal fanatieke aanhangers die garant staan voor een paar welgeplaatste sing-alongs.
Zanger Vincent Bennett meent ons vervolgens met een soort misplaatste trots te moeten vertellen dat hij helemaal niks op heeft met religie en politiek en dat wij dat vooral ook zo moeten doen. Hij heeft ook heel veel woorden nodig om te vertellen dat we ons niks van de mening van anderen aan moeten trekken. "Spelen!", wordt er van achter me geroepen. En zo is het! Niet zo lullen, man. Toch meent hij ons na het volgende nummer ook nog enkele minuten lang te moeten uitleggen dat we een 'outlet' voor onze 'anger' moeten zoeken en geen stomme dingen moeten doen. Nou, meneer de dominee, bedankt. Spelen maar weer. Het biedt de moshers wel de gelegenheid om nog een keer goed op adem te komen en er nog eens flink op los te rossen.
En zo stijgt de feestvreugde langzamerhand. De moshes nemen toe en de temperatuur in de zaal houdt gelijke tred met het alcoholpercentage. Het is vervolgens de beurt aan de in wit geklede Amerikanen van Volumes om de zaal tot kookpunt te brengen. De band is echter gehandicapt. Nadat eerder al bekend werd dat een van de zangers thuis bleef om aan het album te werken, blijkt zijn vervanger, Michael Lessard, een paar dagen eerder in de tour al terug te zijn gevlogen. Logisch want de tour met zijn eigen band, The Contortionist (als support van Tesseract) begint over een paar dagen. Tot overmaat van ramp ligt drummer Nick Ursich sinds een paar dagen met een cyste (en complicaties) in het ziekenhuis. In allerijl is oud-gitarist en multi-instrumentalist Max Schad opgetrommeld om de drumkruk voor de rest van de tour te vullen.
Voor een gehandicapte band die uit werkelijk alle muziekstijlen put, gaat het er verrassend strak aan toe. Sterker nog, op de cleane zanglijnen na, die de overgebleven frontman aan het publiek overlaat, staat het als een huis. Het geluid is goed, de podiumpresentatie heerlijk en zo krijgen de voorprogramma's even een lesje in professionaliteit. Dat heeft ook zijn weerslag op de moshpit. Vrijwel onophoudelijk vliegen de lichaamsdelen, zweetspetters en bierbekers je om de oren: circlepits, moshes, twosteps in alle combinaties en varianten. Het is dan ook in no time een enorme sauna geworden.
Gelukkig kunnen we buiten even afkoelen en worden de zaaldeuren opengezet. Want, zoals verwacht, gaat het dak er bij het immens populaire, Australische Northlane af. Van opener Obelisk tot aan de toegift is driekwart van Tivoli De Helling verworden tot n grote moshpit en staat de rest toch op zijn minst te headbangen. Stilstaan is onmogelijk. Alle refreins worden keihard meegeblrd en de breakdowns zorgen steevast voor nog meer rondslingerende ledematen. Hoofd- en haarslaan voor gevorderden.
De professionaliteit spat ervan af. Zonder overigens gemaakt over te komen. De verticale rookkanonnen vooraan op het podium zorgen voor extra visueel vermaak en maken de show nog intenser en zanger Marcus Bridge, die eind vorig jaar de mic overnam van mede-oprichter Adrian Fitipaldes, voelt zich helemaal thuis op het podium. Hij bespeelt het publiek als geen ander. Zijn karakteristieke, snelle wissels tussen clean en screams/grunts werpt hij bovendien met speels gemak de zaal in. Wat een band! Dat merkt het publiek. Band en bezoekers zijn n geworden. De zaal is gekrompen. De heren kunnen dan ook niet vertrekken zonder een toegift. Nog n keer gaat het helemaal los.
Wat een prachtige opbouw van de avond. Wat een geweldige afsluiters. De bezwete Helling druppelt langzaam leeg. Een onvergetelijke avond.
Meer foto's op www.basementonline.nl