Fuck Off! Deze twee woorden zijn typerend voor de energieke show van de Friese hardcoreformatie Cornered. De winnaar van de bandcompetitie Highway To Hell heeft maling aan de geplande speeltijd (stopt abrupt tien minuten eerder) en provoceert er op los. Met name zanger Niels benut het hele podium om rond te stampen en zijn woede te uiten. Vocaal is het weliswaar opgefokt, maar tevens matig (o.a. een mismatch met backing vocals). Datzelfde geldt voor het songmateriaal (waaronder Fuck Off) dat deels afkomstig is van het eerder dit jaar uitgebrachte Sudden Death. Het aantal goede riffs kun je op een hand tellen. Desondanks speelt het kwartet strakker, is het geluid beter dan tijdens Eggbangers Ball (in april van dit jaar een paar straten verderop) en vermaakt een groep vrienden c.q. de fanclub zich prima. Voor de overige aanwezigen is het meest memorabele moment wellicht dat de frontman tijdens zijn gestuiter naar achteren valt, maar zichzelf middels een koprol achterover weer op lenige wijze staande weet te brengen. Het gaat dus met vallen en opstaan bij Cornered, maar bij de meeste vroege vogels valt het kwartje niet. (Jeffrey)
Het is vervolgens Betraying The Martyrs dat Leeuwarden losschudt en in beweging krijgt. De energieke Franse metalcoreformatie is uiterst gemotiveerd en dat vindt meteen zijn reactie bij het publiek. Het is zoals zanger Aaron Matts roept: "If you're not moving, you better be paralyzed". Ook muzikaal beukt het lekker weg in de vroege middag. Wat de Fransen goed hebben begrepen, is dat metalcore best avontuurlijk mag zijn. Naast de keiharde screams, snelle blasts en typische core-elementen is er ook ruimte voor progressieve invloeden, cleane zang en death metal. Het zorgt ervoor dat Betraying The Martyrs afwisselender klinkt dan menig genre-genoot. Tracks als Man Made Disaster, Where The World Ends en Legends Never Die gaan erin als zoete koek bij het publiek. Enige smet is het geluid dat niet altijd even goed staat. Hier hebben vooral de keys en de cleane zang van de in de podiumstellage klimmende Victor Guillet onder te lijden. Dat de band zichzelf niet al te serieus neemt, wordt duidelijk met een briljante cover van het Walt Disney-liedje Let It Go, wat tevens ook het hoogtepunt vormt van het vermakelijke optreden. (Marcel)
Voor sommigen een vreemde eend in de bijt, voor anderen een logische connectie tussen CityRock en Into The Grave. We hebben het hier over Audrey Horne uit het Noorse Bergen. De hardrockband, met o.a. de gitaristen Arve Isdal (Enslaved) en Thomas Tofthagen (Sahg) in de gelederen, weet de metalfans positief te verrassen met strakke uitvoeringen van zowel uptempotracks met een positieve vibe als beukende nummers. Het begint direct al goed na de vermakelijke Muppet Show-intro met Redemption Blues, Youngblood en There Goes A Lady, allen afkomstig van het vierde album Youngblood (2013). Vooral het Thin Lizzy-achtige gitaarwerk in bijvoorbeeld Out Of The City klinkt erg sterk. Ritmisch en vocaal zit het ook prima in elkaar. Vervolgens komen de wat simpele, doch doeltreffende en nieuwste songs aan bod, om af te sluiten met This Ends Here en Blaze Of Ashes. Live komen de nummers erg sterk uit de verf en voor velen is Audrey Horne een vroeg hoogtepunt van de dag. (Jeffrey)
Net als vorig jaar is er ook op deze editie van Into The Grave een band die in het volle zonlicht niet goed tot zijn recht komt. Vorig jaar was dat Solstafir en ditmaal betreft het de theatrale en carnavaleske metalformatie Avatar. Het weerhoudt Johannes Eckerstrm en co. er niet van om het plein goed op zijn kop te zetten met een duivelse freakshow. Vooral vooraan gaat het los en krijgt de band opmerkelijk veel bijval. Tijdens tracks als Hail The Apocalypse, Let It Burn en Vultures Fly wordt er zoveel gesprongen, dat je de grond voelt trillen. De groep is op dreef en speelt strak. Alleen de cleane zang van Eckerstrm is niet altijd zuiver of goed te horen. De frontman weet wel de show te stelen met zijn energieke performance en vreemde capriolen, maar op den duur wordt hij ook vervelend. Vooral zijn praatjes tussen de nummers door wekken irritatie op en kan hij beter achterwege laten. Met Smells Like A Freakshow sluit Avatar groots af en er kan met zekerheid gezegd worden dat de band zieltjes heeft gewonnen. (Marcel)
Ook Ensiferum zorgt voor een aardbeving. De melodische folk metal krijgt het goed gevulde festivalterrein met een standaard setlist (nieuwe tracks als Warrior Without A War en Two Of Spades en oudjes als From Afar en Lai Lai Hei) aan het springen, waardoor de grond als het ware veert. De drums en de bas staan echter zo hard in de mix, dat het voor lang niet iedereen genieten is. De melodische factor heeft ernstig te lijden onder de overheersing van de ritmesectie. Vooral de keyboardpartijen zijn nauwelijks hoorbaar. Qua show is het vooral de enthousiaste bassist Janne Parviainen die zich zeer actief toont en het publiek vermaakt met een keyboardintermezzo (vlooienmars) waarmee de bassist de tijd doodt tijdens technische problemen (oorzaak: een opgeblazen versterker). Ensiferum heeft het geluid niet mee, maar oogst desondanks veel bijval. (Jeffrey)
Vervolgens krijgen we maar liefst drie legendarische metalbands achter elkaar: Obituary, Cannibal Corpse en Sepultura. Ideaal voor de fans van extreme metal. Obituary staat met zowel de studioreleases als de liveshows garant voor een smerige, vette sound en veel headbangen. Vandaag is het niet anders. Het optreden mag dan standaard zijn en er is jammer genoeg weinig contact met het publiek, maar de muziek doet precies wat het moet doen; de beuk erin gooien. Bovendien blijft het genieten om de gebroeders Tardy aan het werk te zien. Vooral het enthousiaste houthakken van Donald imponeert. Mede dankzij zijn strakke drumwerk krijgen de Floridianen met gemak veel fans en een opblaaskrokodil in de pit. Hoe ouder de tracks, hoe meer haren er in het rond vliegen en des te groter de pit. De meest recente tracks, zoals Visions In My Head en Inked In Blood doen het naar behoren (het soleerwerk klinkt prima), maar ze kunnen niet op tegen Til Death, Bloodsoaked of de moshpitvergrotende klassieker Slowly We Rot. Obituary is letterlijk vet goed. (Jeffrey)
Ook bij Cannibal Corpse weet je wat je kunt verwachten. Helaas weinig interactie met de fans, geen verrassingen op de setlist of compromissen. In het geval van het collectief uit New York betekent dat gewoon een uur lang controversile brute death metal en een les in headbangen door George 'Corpsegrinder' Fisher. Waar je echter bij Obituary de teksten en de melodielijnen goed kon volgen, is dat bij de formatie rond de kampioen headspinnen een stuk moeilijker tot vrijwel onmogelijk. Een malende, vermorzelende, lastig definieerbare brei is wat we voorgeschoteld krijgen als avondmaal. De een vind het prachtig, de ander begrijpt niet wat er zo bijzonder aan is. De kannibalenkots smaakt de fans vooraan prima, maar anderen laten Cannibal Corpse links liggen of houden het na een tijdje voor gezien. Ze missen dan wel de klassiekers Hammer Smashed Face en Devoured By Vermin. (Jeffrey)
De een zegt vergane glorie, terwijl de ander vitaler dan ooit roept. De huidige staat van Sepultura zal altijd een punt van discussie blijven. Vandaag staan de heren op het podium om het dertigjarige bestaan van de band te vieren en dat doen ze met veel oud werk. Troops Of Doom bijt de spits af en dat wordt meteen vol overgave gedaan. Derrick Green is oppermachtig op het podium en goed bij stem. Gemotiveerd en enthousiast schreeuwt hij de boel bij elkaar terwijl de rest messcherp meespeelt. Tijdens Kairos mag Green zijn percussie-instrumenten erbij halen en lekker een potje mee tikken. Iets wat gaandeweg het concert nog wel vaker gebeurt. De eerste helft van de setlist bestaat voornamelijk uit een mengelmoes van oud en nieuw, met onder andere Propaganda, Inner Self, From The Past Comes The Storm en de onlangs uitgebrachte jubileumsingle Sepultura Under My Skin. In de tweede helft schotelen de Brazilianen een fijne best-of voor met Territory, Arise, Refuse/Resist en mag gitarist Andreas Kisser ook nog even een potje mee schreeuwen met Ratamahatta. Na Roots Bloody Roots is het helaas afgelopen. Voor velen is Sepultura dan ook de officieuze headliner van vandaag en deze fans vertrekken na het optreden. De groep was gezegend met het beste geluid van de dag en voor velen het hoogtepunt. De kritiek mag er wezen op de huidige line-up en de gebroeders Cavalera kunnen zeiken wat ze willen, maar iedereen die in Leeuwarden was, zag de formatie vol gas en in bloedvorm en dat kun je van de Cavalera-broertjes tegenwoordig niet meer zeggen. (Marcel)
Sabaton is de gevierde headliner van vandaag. Toch lijkt niet iedereen het eens te zijn met deze keuze. De melodieuze metalband is dan ook een ietwat vreemde eend in de bijt, na al het death- en- thrashgeweld. Het zorgt op het terrein voor interessante discussies tussen de voor- en tegenstanders, tot zelfs het vroegtijdige vertrek van meerdere gasten. Het zal de Zweedse formatie echter een rotzorg zijn, want vanaf de eerste noot die er gespeeld wordt, blijkt de strijd om de Olderhoofsterkerkhof al gewonnen te zijn. Opener Ghost Division laat het halve plein meteen al meezingen en meedeinen met de enthousiaste zanger Joakim Brden. Het is echter To Hell And Back dat waarschijnlijk wat haarscheurtjes in de parkeergarage onder het plein teweegbrengt. Massaal wordt er gesprongen en door de trilling lijkt het even alsof de NAM ook Leeuwarden laat beven.
Als headliner zorgt Sabaton voor een goed show. De tank waar drummer Hannes van Dahl in verstopt zit, is een waar spektakel en schiet uiteraard het nodige kruit op de toeshouwers af. De bandleden zoeken veel contact met het publiek door middel van praatjes en flauwe grapjes, waarvan het acteerwerk niet veel verder gaat dan het niveau van de gemiddelde Kim Holland-polderporno. Sommige grappen slaan aan, terwijl anderen tenenkrommend lang duren, om je vervolgens af te vragen hoe serieus je een band nog kan nemen als de zanger oorlogsliederen staat te zingen met een rood slipje op zijn hoofd. Maar ondanks dat Joakim Brden de plank wel eens misslaat vandaag, is hij een entertainer pur sang. Hij brengt de songs vol overtuiging en vliegt energiek over het podium heen en weer en dat zorgt voor veel lof vanuit het publiek. Zijn zang laat hierdoor wel wat te wensen over, want meermaals zijn er valse kreten te horen en zeker in het begin klinkt hij erg stroef. Gelukkig weten zijn bandmaten dit goed op te vangen met strak spel en is er ook meermaals een plek in de spotlight voor hen gereserveerd.
De setlist van vandaag bestaat verder uit veel nieuw materiaal van het album Heroes, dat afgewisseld wordt met oudjes als The Art Of War, Panzerkampf en Swedish Pagans. Tijdens Primo Victoria laten de Zweden de cavalerie nog eens goed knallen, alvorens de show met veel vuurwerk en snippers beindigd wordt met Metal Cre. Na afloop van het concert kun je met gemak stellen dat Sabaton kwam, zag, overwon en zich als een waardige headliner liet zien, die het festival ondanks de genoemde kritische kanttekeningen wervelend afsloot. Of je het uiteindelijk leuk vond of niet blijft een kwestie van smaak, maar aan Sabaton valt vanavond niet veel te verwijten. (Marcel)
Into The Grave 2015 gaat de boeken in als een zeer geslaagde, op een enkel opstootje na gezellige en uitverkochte editie met mooi weer, goede bands, vriendelijke vrijwilligers en een goede organisatie. Andere pluspunten waren de schone wc's, de goedkope ticketprijs, goede verdeling tussen oude en nieuwe bands, de koffietent, de wat smalle en kleine, maar gezellige metalmarkt.
Minder relaxed was het dat het gaandeweg de dag wel erg druk werd op het terrein zodat je niet makkelijk ergens kon zitten of van A naar B kon. Er ontstonden wachtrijen voor de wc's en om van het terrein af te komen. Voor mensen met een rolstoel was het niet goed geregeld. Er ontbrak een rolstoelpodium en ook de toegang tot de wc's was moeilijk.
Als je het eenmaal gelukt was om het terrein af te komen, waren de terrasjes dichtbij (ideale locatie dus) en was de lokale horeca tevreden. Enkele van de reguliere bezoekers van die terrasjes waren soms wat minder te spreken. Toen zij zagen dat er metallui neerstreken aan de tafeltjes, vertrokken ze gerriteerd met de mededeling: "Allemaal drugsgebruikers". We konden er samen met de vriendelijke serveerster wel om lachen en genoten extra van onze pauze.
Volgend jaar is er weer een Into The Grave. Weliswaar is een ticket wat duurder, maar met Exodus op de affiche staat er al een aantrekkelijke naam. Wij zijn er waarschijnlijk weer bij.