De Zweden mogen de avond openen. Ze zijn geen vreemden in Zoetermeer. In voorgaande jaren trad Beardfish hier al meerdere malen op. Veel bezoekers zijn dan ook op tijd aanwezig en dat is volledig terecht. De Zweden hebben namelijk in januari van dit jaar het overtuigende +4626 COMFORTZONE uitgebracht. Dit achtste album is een van de beste platen in de discografie van de rockformatie. Het is dan ook te hopen dat hiervan meerdere songs de revue passeren en dat gebeurt ook. Bijna de hele setlist bestaat uit nieuwe nummers. De enige track die afkomstig is van een ander album, is het afsluitende Ludvig & Sverker. De nummers komen live goed uit de verf, alhoewel tijdens de opener het geluid van de gitaren jammer genoeg nog niet goed hoorbaar is. Verder is het volop genieten van de progrock. De heren hebben weinig ruimte op het podium en dat zorgt voor een beetje een statische show. De toetsenist en de bassist, die helemaal in hun eigen wereld op lijken te gaan, trekken de nodige aandacht. Beardfish wint vandaag met een iets te kort, maar zeer aangenaam optreden aan fans.
Na een lange pauze, met veel gecheck en gedubbelcheck, is het tijd voor The Neal Morse Band. Onder luid gejuich en applaus betreedt de hoofdact het podium. Het optreden kan al niet meer stuk voordat dat er berhaupt een noot is gespeeld. Het wordt vervolgens muisstil als de heren het a capella-intro van The Call goed timen en zuiver zingen. Je krijgt direct het gevoel dat er vanavond iets speciaals gaat gebeuren. De Amerikanen lijken er veel zin in te hebben en maken een zeer positieve indruk met dit openingsnummer. Na de laatste toon ontploft het publiek dan ook van vreugde.
Van begin tot eind is het volop genieten van de beheersing die de musici over de instrumenten hebben. Ieder bandlid presteert op zeer hoog niveau. Of het nu de relaxte Randy George op bas is of de extroverte drummer Mike Portnoy, ieder krijgt volop de ruimte om zijn kunnen te demonstreren. Door het goed afgestelde geluid komen de details bovendien optimaal tot hun recht. Bijzonder zuiver is bijvoorbeeld het melodieuze gitaarspel van Eric Gillette, zoals blijkt als hij tussen Waterfall en In The Fire mag soleren. Een lust voor de oren, evenals het keyboardspel van Bill Hubauer die al eerder in de set ook de ruimte krijgt om zijn kunnen in zijn eentje te demonstreren. En dan vergeet ik bijna Neal zelf te vermelden, die ondanks zijn verkoudheid goed zingt, zijn toetsen(- en snaren)werk goed uitvoert en dat met gepassioneerde uitdrukkingen vergezeld laat gaan.
Een bijzonder moment voor hem is daar als Neal het middelpunt vormt tijdens de emotionele ballad There Is Nothing That God Cant Change, die hij solo uitvoert. Hij vergeet daarbij even de tekst van het couplet over zijn dochter (die met een hartkwaal geboren is, zo vertelt hij vooraf), maar pikt dat al snel weer op. Er gaan nog meer dingen niet helemaal goed. Zo zijn er een paar gitaren ontstemd, ondanks de dubbelcheck vooraf. Zo blijkt maar weer dat niets perfect is, maar ook dit euvel wordt op een leuke manier opgelost.
Naast technisch hoogstaand spel is er ruim voldoende aandacht voor entertainment. Ondanks het feit dat Neal wat verkouden is en Mike Portnoy niet fit is, verzorgen de heren een fantastische performance. Onderling is er aardig wat oogcontact en lol en kan er, buiten alle momenten die de nodige concentratie vereisen om, ook gelukkig veel gelachen worden. Vooral Mike en Neal stelen de show en maken contact met het publiek. De ex-drummer van Dream Theater kan door zijn gezondheidsproblemen misschien niet voluit gaan, maar daar is, op het ontbreken van een drumsolo na, weinig van te merken. Die man moet na het optreden helemaal op zijn geweest.
De nadruk ligt vanavond op het vorige maand verschenen album The Grand Experiment. Een geslaagd experiment waarbij all leden een grote invloed hadden op de totaalsound. Een frisse plaat met een goede samenwerking. Dit teamwork zie je vanavond ook weer terug op het podium, met name tijdens een uitgebreide versie van Alive Again. Daarin volgt een aantal aangename verrassingen, waaruit blijkt dat Neal Morse niet de enige multi-instrumentalist is. We krijgen halverwege deze epic namelijk Bill als gitarist, Neal als drummer, Mike op bas en Eric achter het keyboard. Waar Randy tot dan toe een achtergrondrol bekleedde, staat hij plots op de voorgrond met een gitaarsolo die hij tegelijkertijd (!) combineert met een keyboardsolo. Zo rijgen de hoogtepunten zich aan elkaar en valt het publiek van de ene verbazing in de andere.
De zoete koek is nog niet op met de reguliere setlist. We krijgen nog meer moois met een gospelmedley als toegift. Rejoice, Oh Lord My God, Reunion en King Jesus achter elkaar aan. Deze vier gospeltracks sluiten de show af, waarbij Neal nog even met zijn gitaar door het publiek loopt en daarbij ook de mensen op het balkon bezoekt. Eenmaal terug op het podium gaat hij helemaal uit zijn dak en verliest daarbij zijn microfoon, waarmee hij al de hele avond ruzie had.
Het publiek zingt, klapt en springt mee. De aanwezigen zijn onder de indruk van hetgeen deze musici ons vanavond laten horen en zien een indrukwekkende, leuke show met ijzersterke, energieke nummers, die een positieve boodschap bevatten. Of je nu gelovig bent of niet, deze avond gaat de boeken in als een topavond dankzij een aangenaam voorprogramma en een fantastische hoofdact. Beardfish en The Neal Morse Band, hartstikke bedankt!
Met dank aan Cultuurpodium Boerderij en Richard Winkel Photography voor de fotos.
Setlist The Neal Morse Band:
1. The Call
2. Leviathan
3. The Grand Experiment
4. Harms Way (Go The Way You Go) (Spocks Beard cover)
5. The Creation
6. Theres Nothing That God Cant Change
7. Waterfall
8. In The Fire
9. Alive Again
Toegift:
12. Medley (Rejoice, Oh Lord My God, Reunion, King Jesus)
Setlist Beardfish:
1. Hold On
2. Comfort Zone
3. If We Must Be Apart
4. King
5. Ludvig & Sverker