Als het buiten allemaal wat frisser wordt, de blaadjes wederom van de bomen vallen en winterweer ons langzaam maar zeker in zijn greep krijgt, gaat menig rock-n-rollhartje weer sneller kloppen. Dit betekent namelijk dat het weer tijd is voor het leukste rock-n-rollfeestje van het jaar: Speedfest! De achtste editie van dit feestje vond dit jaar iets vroeger plaats, waardoor het nog redelijk zacht weer was en dus het wachten in de rij voor de deur open ging niet zo bot versplinterend koud was.
Eenmaal binnen bleek de foodcourt iets aangepast qua lay-out. Een verandering ten goede, want de doorloop voor de standjes en de wachttijden voor het eten waren aanzienlijk verbetert ten opzichte van vorig jaar. Na een korte verkenningstocht werden we al snel begroet door Spiders. Aanstekelijke rock-n-roll met een vrolijke en charmante dame achter de microfoon. Deze zangeres was echter constant in de weer met tamboerijnen en maracas, wat eigenlijk wel een beetje afleidde. Het was me allemaal net wat te schoolband-achtig en niet echt in staat om mijn interesse voor langere tijd vast te houden, al moet ik wel zeggen dat ik festivalopeners gezien heb die aanzienlijk minder goed uit de verf kwamen. (Tatzel)
Het lokale Komatsu heeft de eer om de Wrecker Stage te openen. Het publiek is er al vroeg bij, want voor het podium staan al aardig wat mensen wiens hoofden direct al beginnen te knikken op de stonertonen van deze Eindhovenaren. Als na enkele nummers dan ook nog eens John Garcia van Vista Chino (en voorheen Kyuss) komt meedoen op een cover van July van zijn oude band Slo Burn, is het feest echt begonnen. (Tonnie)
Scorpion Child neemt ons mee naar de jaren 70, met de duidelijk door Led Zeppelin-genspireerde klanken. De mannen rocken er hevig op los, al is het visueel allemaal wat minder aantrekkelijk. Wel beschikt zanger Aryn Black over een geweldig stel pijpen in zijn keel waardoor het allemaal toch wel erg aangenaam klinkt zo halfverwege de middag. De band geeft in iedergeval een uitstekend visitekaartje af. (Tonnie)
Lange baarden en cowboyhoeden. Je zou bijna denken dat ZZ Top het podium betreed, maar het zijn de mannen van Honky. Ook geen vreemde vergelijking qua muziek trouwens, want de uitermate aanstekelijke southern hardrock werkt prima in op het publiek en de grapjes tussendoor van de zanger zorgen ervoor dat Honky een prima performance neerzet. (Tatzel)
Hoge verwachtingen had ik van het optreden van Milwaukee Wildmen, die hadden besloten Milwaukee maar achter zich te laten en als Wildmen verder te opereren. Op plaat is deze band immers een furieuze psychobillyband die echt wel een potje rock-n-roll kunnen waarmaken. Helaas kwam dit live niet echt uit de verf. De mannen leken bijna wat angstig op het podium te staan en van echt vuurwerk is bij de heren nergens sprake. Ook klonk de muziek zelf niet zo knetterend en energiek als hun platen doen. Tijd om eens bij Bullet te kijken dus. Tja Dan vielen de Wildmen nog wel mee qua energie. Wat ik aantreft bij Bullet klinkt als AC/DC, maar komt nergens ook maar enigszins in de buurt van AC/DC. Een zanger met een capeje en een band die werkelijk waar geen spier teveel beweegt. Muzikaal gezien zit het wel snor met deze band, maar het is eigenlijk net zo spannend om te kijken naar drogende verf. (Tatzel)
Nee, neem dan liever Valient Thorr. Ik kende deze band niet, en verwachtte eigenlijk een of andere dertien in een dozijn hairmetal band, gezien de naam, maar ik werd blij verrast. Wat een aangenaam optreden zet deze band hier neer. Energiek en enthousiast worden de nummers de zaal in geslingerd en ondanks zijn forse buik laat de zanger zien niet snel moe te worden want hij stuitert het hele podium over en duikt zelfs nog het publiek in om een potje te roeien. (Tatzel)
Waarom ze bij Speedfest het toch altijd voor elkaar krijgen om de keuzes die gemaakt moeten worden tussen bands die tegelijk spelen schier onmogelijke keuzes zijn, is mij een raadsel. In ieder geval was de keuze tussen The P.O.X. en Tech-9 snel gemaakt. De aller-allerlaatste show ooit van Tech-9 ging ik natuurlijk niet missen. Zichtbaar aangeslagen en gemotioneerd betreed de band het podium en zet een fantastische show neer. Gaandeweg het optreden realiseer ik me dat de Nederlandse hardcore-scene weer een waardevolle band kwijt is. Dit optreden kan in ieder geval de boeken in als een zeer geslaagd afscheid. Heren, bedankt voor meer dan dertig jaar prima muziek! (Tatzel)
Ook ik was een van de mensen, die Anti-Nowhere League alleen maar kende van het door Metallica gecoverde So What? en had in de aanloop naar Speedfest de laatste plaat van deze band (The Road To Rampton, 2007) aangeschaft; een plaat die mij eigenlijk best wel kon bekoren. Ook het optreden bleek niet tegen te vallen, alhoewel het vaak angstvallig dicht bij oude-mannen-punk kwam (waarover later meer). Zanger Nick Animal Culmer leek regelmatig buiten adem, want hij zat constant op het podium op n of beide knien, en dan leek het haast of hij aan het uitrusten was. Ach, ik voelde met hem mee, want mijn oude voeten begonnen inmiddels ook al behoorlijk gevoelig te worden. Het leven van een oude punkrot gaat immers niet over rozen. (Tatzel)
Bliksem heeft inmiddels op vele festivals gestaan, dus Speedfest mag in het lijstje ook niet ontbreken. Zoals altijd gaan deze Belgen weer goed tekeer. Door het kleine podium lijkt het optreden nog feller, maar Peggy en haar mannen geven zich toch altijd al voor de volle 100%. De moshpit ontstaat dan ook al snel en Bliksem kan rekenen op veel respons. De speeltijd is helaas veel te snel om; Bliksem had best nog wat langer door mogen gaan. (Tonnie)
Bij Guana Batz, toch n van de grotere namen binnen het psychobilly-circuit, kreeg ik vaak sterk het gevoel naar een stel accountants te kijken die voor de gelegenheid hun shirt uit hadden getrokken en de normaal gesproken verborgen tattoos eindelijk een keertje mochten laten zien. Qua muziek mankeerde er echter niets aan en ook het optreden was zeker amusant, maar ik had stiekem toch op wat meer vuurwerk gehoopt en verwacht van deze band. (Tatzel)
Agnostic Front speelt al zo lang mee in het festivalgebeuren, die hoef je niets meer wijs te maken. Als ware routiniers zetten deze heren een spetterende show neer, waarbij behoorlijk veel nummers van de laatste (voor mij behoorlijk aangename) plaat My Life, My Way kwam. Echter, oude nummers werden zeker niet geschuwd. De pit was furieus (waarbij een opvallende persoon in driedelig pak lekker stond mee te beuken) en de band sprong het podium rond, zoals je dat van een fatsoenlijke hardcore-band mag verwachten. Toch vraag ik me af wat de uiterste houdbaarheidsdatum van deze heren is qua leeftijd, want ondanks het feit dat Roger Miret in verscheidene interviews aangaf dat leeftijd er niet toe deed binnen de scene, wordt het toch allemaal wat strammer en langzamer dan een jaar of wat geleden. (Tatzel)
Oude mannen. Het lijkt een beetje een thema te zijn op deze jaargang van Speedfest. Want na de oude punkers van Anti-Nowhere League en Agnostic Front, was het nu de beurt aan de zo mogelijk nog oudere heren van Buzzcocks. Deze Sex Pistolskloon kon mij op plaat nooit echt bekoren, maar wat ik hier zag op het podium was ronduit beschamend. Ik snap dat de heren ooit punk waren, en dat ze nog best invloedrijke muziek hebben gemaakt, maar om dat nog steeds te proberen als je tegen de 60 bent is eigenlijk een beetje zielig. Dit optreden deed in ieder geval zeker geen recht aan de muzikale erfenis van deze punkband. Gewoon kappen, heren! (Tatzel)
De volgende keuze die gemaakt moest worden was de meest pijnlijke van de dag, want als je op Speedfest bent, is er eigenlijk maar n optreden dat je echt niet mag missen, en dat is van Peter Pan Speedrock zelf uiteraard. Maar in een vlaag van verstandsverbijstering hebben de heren The Monsters op hetzelfde tijdstip op het kleine podium geprogrammeerd. En laat dat nou net de band zijn waar ik al maanden naar uitkijk, dus het is de schuld van PPSR zelf dat ik hun optreden moest missen. Ik hoop dat de heren me dit kunnen vergeven. The Monsters kwamen, zagen en overwonnen. De band bestond uit een gitarist, bassist en twee drummers zijdelings tegenover elkaar op het podium gezeten, en alle vier de bandleden waren in een rood jaren 70 pak gestoken. The Monsters spelen garagepunk van de bovenste plank, en de zanger, die we eerder op Speedfest 2009 zagen in een solo optreden als Reverend Beat-man, kon de grijns niet van zijn gezicht halen. Deze band genoot overduidelijk van het optreden en dit was voor mij dan ook echt de band van de dag. (Tatzel)
Bij Peter Pan Speedrock ontbreekt er vanavond iets. Niet het enthousiasme, niet de felheid, niet de kolkende mensenmassa voorhet podium. Wat dan wel? Dikke Dennis. Hij zou "op wereldreis" zijn, dus bedenk zelf maar een plausibeler excuus voor zijn afwezigheid. Ondanks dat zijn Peter en zijn mannen weer op dreef. Maar ja, het is hun eigen feestje dus kan het ook niet anders dan dat het gas er weer een uur lang vol op gaat. Eentonig? Wellicht. Elke keer toch weer feest? Jazeker! Net als vorig jaar en ongetwijfeld net als volgend jaar blijft het genieten op Speedfest van de gastheren. (Tonnie)
Vista Chino is niet geheel aan mij besteed. Dat was het ook al niet toen de band nog Kyuss Lives heette. Ondanks dat hoor ik wel dat de band hier vanavond een sterk optreden neerzet. De gitaren zijn zwaar, de band is op dreef en zanger John Garcia blijft een indrukwekkende verschijning. Het optreden staat als een huis en het de stonerliefhebbers smullen er van. De vuige punkers staan vullen op dat moment echter alvast de andere zaal, wachtend op Hatebreed. (Tonnie)
Aangezien ik inmiddels redelijk murw gebeukt was door het publiek bij The Monsters en ik een redelijk goed plekje bij Hatebreed wilde bemachtigen besloot ik om The Urban Voodoo Machine over te slaan, een beslissing waar ik naderhand toch wel spijt van had, aangezien de laatste plaat van deze band best de moeite waard is, en de bandfoto toch wel enige wenkbrauwen deed fronsen. Maar goed, gedane zaken nemen geen keer, het was tijd voor Hatebreed! Ik heb deze band nu al een ruim aantal keer aan het werk gezien en nog geen enkel optreden viel tegen. En ook deze keer werden er geen concessies gedaan. Jamey Jasta en consorten bewijzen deze avond wederom tot de absolute top van de hardcore-scene te horen, en de manier waarop deze band het festival afsluit kan niets anders dan goedkeuring en respect afdwingen. Klassiekers als Destroy Everything en Straight To Your Face werden goed afgewisseld met nieuwer werk als Honor Never Dies en Put It To The Torch. Ik had best wel wat meer van de laatste plaat willen horen, maar met slechts dertien nummers was het een redelijk kort optreden. Lichtelijk eigenaardig vond ik dan toch wel het feit dat de heren geen toegift gaven, iets wat je toch niet vaak ziet bij een festivalheadliner. (Tatzel)
Na het allerlaatste biertje werden we door de security weer langzaamaan naar buiten geveegd. Speedfest 8 was een groot succes wat mij betreft, met een topsfeer, goeie bands en prima voedsel. Nu alleen nog iets doen aan dat akelige Brand-bier en dan zal mijn arme hoofd het festival de dag erna ook nog dankbaar zijn. Speedfest bedankt! Volgend jaar weer zo...