Het Amerikaanse The Dillinger Escape Plan staat sinds jaar en dag bekend als een van de meest intense live-acts. Deze reputatie heeft ze een trouwe fanschare opgeleverd en dat heeft doorgaans een positieve uitwerking op de kaartverkoop. Vanavond echter, staat het quintet in een nauwelijks uitverkochte kleine zaal van Melkweg terwijl vorig jaar de grote nog gevuld was. Is het vanwege de andere shows in Nederland? Komt de band misschien net iets te vaak naar Nederland of is het dit jaar uitgekomen One Of Us Is The Killer gewoon niet zo populair? Deze overpeinsingen zullen Steak Number Eight en Maybeshewill waarschijnlijk minder bezighouden. Zij kunnen mooi een weer een 'opener' voor tDEP op hun cv bijschrijven.
We zijn het haast gewend van het Amsterdamse publiek: het is rustig als de eerste tonen van het beloftevolle, Belgische Steak Number Eight door de zaal galmen. In vijf nummers laten de jonge honden zien wat ze in huis hebben, waarbij de nadruk (vanzelfsprekend) op het intussen al weer twee jaar oude All Is Chaos ligt. Oordelend naar de hier en daar bemoedigend op de maat knikkende hoofden, kwijten zij zich boven gemiddeld goed van de nobele taak deze avond te openen. De hard rockende postmetal van deze jonge honden is een lekkere opwarmer voor wat komen gaat.
Het metalen stokje wordt vervolgens overgedragen aan het voor mij totaal onbekende Engelse Maybeshewill. De door samples begeleide postmetal gaat er ook goed in en qua stageperfomance valt er ook zeker niets te klagen. Het begint echter na verloop van tijd wat eentonig te klinken. Het is en blijft een vak apart om tussen intense geluidserupties en zwevende geluidslandschappen de juiste balans en opbouw te vinden. En niet iedereen kan de hoeveelheid elektronica hebben. Maar ook bij deze band gaan de hoofden regelmatig op en neer en verzorgt dit vijftal een extra warming up. Zodat we straks met losse spieren de zaal vakkundig kunnen slopen.
En de beurt is aan The Dillinger Escape Plan die er gelijk vol in knallen met de opener van het laatste album Prancer en daarop gelijk de opener van het vorige (Farewell, Mona Lisa van Option Paralysis). Het zweet en de haren vliegen als vanouds in het rond. Toch lijkt er iets van sleet in de show te zitten. Vermoeidheid? Gemakzucht? Gewenning? Het maakt de muziek er niet minder intens om. Laat dat maar aan deze heren over.
Met een bloemlezing van wat het vijftal de afgelopen zestien jaar heeft uitgebracht wordt Melkweg toch redelijk kapotgebeukt al blijft het toch enigszins binnen de perken. Desalniettemin is het professioneel gitaarwaaghals Ben Weinman die de show steelt door staand het publiek in te crowdsurfen en zijn partijen verder te spelen. Overal schieten de armen de lucht in, om te ondersteunen te juichen of met het mobieltje alles voor het nageslacht vast te leggen.
Na het snoeiharde When I Lost My Bet (One Of Us Is The Killer) verlaat de band het podium. Maar het is dusdanig ingestudeerde traditie dat niemand twijfelt of er wel of niet een toegift zal komen. En natuurlijk komt de band terug. En in volle vaart rammen ze er de Aphex Twin-cover in: Come To Daddy van de Irony Is A Dead Scene-ep. Die heeft de afgelopen jaren niet vaak op de setlist gestaan, en wordt zo mogelijk daarom nog wilder begroet met moshende lichamen en headbangende hoofden.
Na Sunshine The Werewolf en golden oldie 43% Burnt is de koek echter op en kan er teruggekeken worden op weer een gave Dillinger-show. Enige kanttekeningen zijn er wel te verzinnen, maar de boog kan nou eenmaal niet altijd gespannen zijn en zelfs een wat mindere Dillinger blijft retegaaf, hard, bruut en bovenal: strak! Volgend jaar spelen ze ongetwijfeld weer op volle kracht. Tot dan!
Setlist:
1. Prancer
2. Farewell, Mona Lisa
3. Milk Lizard
4. Panasonic Youth
5. Room Full Of Eyes
6. Black Bubblegum
7. Fix Your Face
8. Gold Teeth On A Bum
9. Hero Of The Soviet Union
10. Nothing's Funny
11. One Of Us Is The Killer
12. Crossburner
13. Dead As History
14. Good Neighbor
15. When I Lost My Bet
Toegift:
16. Come To Daddy (Aphex Twin-cover)
17. Sunshine The Werewolf
18. 43% Burnt