December 2012: Haal de petticoats van zolder en zet de vetkuif overeind! Het is weer tijd voor het leukste rock 'n' roll-feestje van Nederland: Speedfest! Even leek het er op dat ik met de slee naar Eindhoven moest, vanwege het extreme weer, maar gelukkig bleek dit allemaal heel erg mee te vallen en waren de wegen prima begaanbaar en reed ook de NS goed op tijd. De sfeer zat er meteen goed in toen we vanaf het station naar de ingang van het klokgebouw een hilarisch grote sneeuwpenis tegenkwamen.
Eenmaal binnen bleken er een aantal wijzigingen in de lay-out van het festival ten opzichte van vorig jaar te zijn. Zo was er wat geschoven met de etenskraampjes, om plaats te maken voor het literatuurpodium Thunderbolt. Ook was de catering dit jaar volgens mij in handen van een ander bedrijf, maar daarover zometeen meer. Het was immers tijd voor het eerste bandje: My Sleeping Karma. Volledig instrumentale muziek doet me over het algemeen maar bar weinig en ik heb altijd het gevoel dat ik wat mis (de zanger). Zo ook bij My Sleeping Karma. Noem me een cultuurbarbaar, maar ik vond het slaapverwekkend. Het geluid was echter prima en de mannen beheersten hun instrumentarium prima, daar lag het niet aan, maar het gevoel van: wanneer beginnen ze nou? kon ik niet van me afschudden. (Tatzel)
Maar liefst twee female-fronted bands geven vervolgens acte de presence: The Dirty Denims en Drugsmokkel. Nu heb ik een groot vooroordeel tegen zangeressen in rock 'n' roll. Want geschreeuw van mannen klinkt als (inderdaad) als geschreeuw en dat klinkt stoer. Maar geschreeuw van vrouwen klinkt vaak als gekrijs, en das vervelend. Nu wilde ik beide bands uiteraard een kans geven, maar helaas moest ik vaststellen dat het vocaal talent bij beide bands niet om over naar huis te schrijven was. De dames stonden wel hun spreekwoordelijke mannetje en wisten op zich een leuke show neer te zetten, waarbij Drugsmokkel muzikaal gezien zeker de betere van de twee was. (Tatzel)
Vlak voor het einde van Drugsmokkel ben ik snel naar de Thrashers-stage gehold, want daar begon de eerste grote verrassing van de dag: Tio Gringo. Deze Brabanders maken vrolijke trash-country en doen regelmatig aan Bob Wayne denken. Het verzamelde punk- en metalvolk heeft al aan een paar noten genoeg om er meteen op los te gaan. Na drie nummers verdwijnt de zanger van het podium en neemt een dame de microfoon over. Ze blijkt over een dijk van een stem te beschikken en een waar podiumbeest te zijn. Het speelgenot en plezier spat van het podium en wat mij betreft krijgt deze band de prijs voor leukste band van de dag. (Tatzel)
Dit jaar was er een kleine hype rondom de release van het nieuwe album van John Coffey. Waarom was mij niet helemaal duidelijk, want op plaat doet deze poppunk me niet al teveel. Echter, zodra de mannen hier op Speedfest beginnen te spelen, begint het kwartje te vallen. Live komt deze band echt veel beter tot zijn recht vanwege het energieke optreden. Het podium lijkt al snel te klein, wat ook de zanger vindt. Hij springt met microfoonstandaard en al het publiek in, om vanaf daar tussen de fans wat te zingen. Ja hoor, al vrij vroeg in de middag zit de sfeer er dus al goed in. (Tonnie)
Wanneer het gaat om de hoogtijdagen van Eindhoven Rockcity, praat men voornamelijk over 7Zuma7 en Peter Pan Speedrock. Sinds hun renie speelt ook Candybar Planet zich weer in de kijker. Het is mij onduidelijk wat de heren sinds hun split in 2002 gedaan hebben, maar deze zonen van Kyuss laten in elk geval niet blijken het kunstje verleerd te zijn. In veertig minuten tijd wordt een heel degelijk optreden neergezet, waarbij de focus vanzelfsprekend op het oude materiaal ligt. Stevige nummers wisselen de sfeervolle passages keurig af. In tegenstelling tot bij veel reniebands klinken de nieuwe songs nog best goed. De nieuwe plaat moet dus nog verschijnen, laat frontman Richard Plukker doorschemeren. Candybar Planet laat in ieder geval een goede indruk achter. (Ruud)
Inmiddels was het tijd voor 77, een band met een zanger die van tevoren werd aangekondigd als de rencarnatie van AC/DCs Bon Scott. En toegegeven: de beste man klonk inderdaad redelijk hetzelfde als Bon. Maar hij was echter zo saai als een natte krant. De gitarist rende als een dolle over het kleine podium, maar deze Spaanse troubadour bewoog zowat helemaal niet. Dus qua geluid klonken deze mannen zeker hetzelfde als AC/DC, maar qua show hebben ze nog een heleboel te leren. (Tatzel)
V.O.T. was de volgende band op de bill. Violation Of Trust bestaat al sinds 2000 niet meer als actieve band, maar de heren vieren kennelijk ieder jaar renie-feestje. Deze band maakt eurocore die er niet om liegt en muzikaal gezien zit alles prima in elkaar. Het lukte zanger Marco echter niet om het publiek mee te krijgen, ondanks zijn enthousiaste podiumpresentatie. Inmiddels was het etenstijd en werd het tijd voor een hamburgertje. En meteen werd ook een van de grote minpunten van deze Speedfest-editie duidelijk: 5000 man en maar n patatstand. Juist. Dat waren dus ellenlange rijen. Speedfest had zich dit jaar serieus verkeken op de horeca. Ik vind het niet erg om omgerekend 7,20 (!!) te betalen voor een hamburger, maar als ik daar dan ook nog letterlijk drie kwartier voor in de rij moet staan dan is er iets mis. Ik snap dat het eten duurder is om de ticketprijs laag te houden, maar dit kan echt beter! (Tatzel)
Wat Red Fang nu zo populair maakt, is me compleet een raadsel. Ik ben dan eigenlijk ook niet bepaald onder de indruk van deze uit Oregon komende Amerikanen. Feit is dat deze heren wel hun best doen en met zichtbaar plezier optreden. De honderden aanwezigen denken er sowieso anders over dan ondergetekende en slikken songs als Throw Up en Hank Is Dead als zoete koek. Ik moet zelf toegeven dat ik Wires ook wel een tof nummer vind, maar daar houdt het ook wel mee op. Op enkele momenten na oogt Red Fang nogal gezichtsloos. Veertig minuten is dan ook niet bijzonder veel tijd om jezelf te profileren. Er zijn veel mensen die het te gek vinden, maar bands die later het hoofdpodium zullen betreden, krijgen terecht meer response. Dit neigt teveel naar dertien-in-een-dozijn-stoner. (Ruud)
Komen, zien en overwinnen. De eerste band die de zaal echt los krijgt, is de Britse (bijna-)legendarische band Orange Goblin. Daarbij zijn zij ook de eerste die doen vergeten dat het binnen nog best koud is. Horrorfanaten zullen ongetwijfeld de openingstune van Dario Argentos klassieker Susperia herkend hebben. Het is een vreemde, maar goede keuze. Ik heb begrepen dat Marilyn Manson deze muziek eveneens tijdens concerten gebruikt, maar gelukkig schalt hier de met zware metal doorspekte stoner van deze sympathieke Britten. Natuurlijk vind frontman Ben Ward het Eindhovense publiek het beste, maar onder zulke uitspraken kom je niet uit wanneer je door een paar duizend man wordt toegejuicht. Orange Goblin krijgt eveneens niet bijzonder veel tijd toebedeeld, maar besteedt deze uiterst nuttig met krakers als Red Tide Rising, Some You Win, Some You Lose en They Come Back (Harvest Of Skulls). Daarmee is er natuurlijk een ode gebracht aan George A. Romero. Een sterk optreden van een sympathieke band! (Ruud)
Mad Sin ziet er, zodra ze het podium bestijgen, op het eerste gezicht heel ruig uit. Maar bij een tweede blik blijkt dat deze Duitsers erg veel om uiterlijk vertoon geven. Flitsende lampjes op de contrabas en tot in perfectie gestylde outfits geven al een beetje aan hoe deze band tegen de muziek aankijkt: gelikt. Het optreden klinkt erg lief, ondanks het ruige imago dat de heren met hun act willen uitstralen. Deze band draait al sinds 1987 mee, maar de scherpe randjes zijn er inmiddels wel vanaf. Toch zet de eerste psychobilly-act van de dag een leuk optreden neer, al had ik meer verwacht van deze veteranen. (Tatzel)
De grootste verrassing van vandaag was helaas geen mooie. Ik stond verbijsterd toe te kijken hoe Graveyard, nota bene een van mijn favoriete nieuwe bands, hun eigen muziek zo naar de kloten zat te helpen. Hisingen Blues is een van mijn favoriete songs, maar ik sta bijna te janken van ellende bij het horen van deze uitvoering. Het is vals en men speelt compleet langs elkaar heen. Bezwijken deze Zweden onder de druk van hun succes? Is het omdat niet Rikard, maar een invaller vanwege onbekende redenen de bassnaren beroerd? Het antwoord weten we niet, maar begin dit jaar speelde Graveyard met veel meer overtuiging een show in Doornroosje. Na verloop zit er wel verbetering in en krijgen we van onder andere Goliath en Ain't Fit To Live Here wel goede uitvoeringen te horen. Het neemt alleen niet weg dat de podiumpresentatie van Joakim en Co. erg sober is. Alleen drummer Axel Sjberg straalt nog iets van vreugde uit. (Ruud)
Eerder dit jaar heb ik Evil Conduct nog mogen aanschouwen als een van de voorprogrammas van Rancid en toen vond ik de band erg tegenvallen. Echter, op Speedfest komt deze Hollandse oi!-band veel beter tot zijn recht. Het kleine podium blijkt geknipt voor de heren, en het toegestroomde publiek geniet overduidelijk van de dampende punkrock. Ondanks het feit dat alle nummers een beetje op elkaar lijken is het een erg amusant optreden, waardoor ik bijna vergeet op tijd naar de Toy Dolls te gaan! De laatste keer dat ik deze band zag was zon twintig jaar geleden. Mijn verwachting was dan ook een stel oude mannen op het podium te zien die nog maar een glimp van hun oude schaduw waren. Maar niets was minder waar! Wat ik zag waren drie oude mannen die heel erg veel plezier hadden in hun optreden en absoluut overtuigden. Zodra de eerste noten van de hit Nellie The Elephant werden ingezet ontplofte de zaal in een oorverdovend wooooOOOOHHH!!!, waarna het volledige nummer uit volle borst werd meegebruld. Ook de rest van het optreden overtuigt, waarbij zowel oud als nieuw werk wordt gespeeld, maar toch vooral de klassiekers als Dougie Giro en Bitten By A Bedbug absoluut aanslaan bij het publiek. De Toy Dolls zetten hier wat mij betreft het hoogtepunt van de dag neer. (Tatzel)
De helden van hun eigen feestje. Zo mag ik Peter Pan Speedrock wel noemen. Ieder jaar weer weten de heren een spetterend optreden neer te zetten en ook dit jaar is niet anders. Wat valt er verder nog te vertellen over PPSR wat niet ieder jaar herhaald wordt? Dikke Dennis kwam uiteraard weer Schoppen Aas zingen, en tot mijn persoonlijke vreugde kwam mijn favoriete PPSR-nummer Go Satan Go ook nog langs. Deze band stelt nooit teleur en staat op eenzame rock 'n' rollhoogte. Petje af heren, ga zo door. (Tatzel)
Spine Of God. D plaat waar je begin jaren negentig met je stonede harses mee uit je plaat kon gaan, aldus een aanwezige veteraan uit die tijd. Mijn zwak voor Monster Magnet is nog niet zo oud. Ik vind alles wat de band doet dus nog vrij geweldig. Ook dat Dave Wyndorf hier in Nederland de verleiding voor verdovende middelen (vermoedelijk) niet heeft weerstaan. In ieder geval staat hij te genieten op het podium, wat me erg belangrijk lijkt. Hij vergeet alleen wel dat er ook nog een gitaar om zijn nek hangt. Ik hoor dan ook wisselende waarderingen over het optreden dat in het teken staat van die legendarische debuutplaat uit 1991. Ik ben dan wel benieuwd hoeveel beter Monster Magnet nog uit de verf zou kunnen komen. Ieder heeft wel zijn of haar favoriete songs van Spine Of God en die komen vanzelfsprekend voorbij. Zoals het een echte stonerband betaamt, worden de stukken soms heerlijk uitgesponnen. Als encore zien we nog krakers terugkomen als Tractor en Freak Shop USA en dan is het puike optreden van Monster Magnet echt afgelopen. (Ruud)
Demented Are Go! Was een van de bands waar ik erg naar uitgekeken heb. De laatste plaat van deze band (Welcome Back To Insanity Hall) was van dit jaar en uitermate plezierig. Je kan dus stellen dat ik hoge verwachtingen had, en zoals altijd bij hoge verwachtingen werden deze niet helemaal waar gemaakt. De furie die op de platen van deze band zo alom aanwezig is, mankeerde een beetje op het podium. Vooral de zanger deed niet veel meer dan voorover gebogen op zn microfoonstandaard leunen. Het klonk allemaal prima, maar de band maakte een wat uitgebluste indruk. Ik vermoed dat Demented Are Go! Beter tot zijn recht zal komen in een kleine zaal. (Tatzel)
En toen was de dag alweer bijna voorbij. Maar niet voordat we Suicidal Tendencies aan het werk gezien te hebben. En die vielen zeker niet tegen! Zanger Mike Muir stuiterde als een maniak over het podium en nam geen enkel moment rust. Waarvoor hulde, want een Suicidalconcert is een behoorlijke aanslag op het uithoudingsvermogen. Alles klinkt even aanstekelijk en meebrullen is verplicht met alle klassiekers. Ik was deze band na Lights, Camera, Revolution in 1990 enigszins uit het oog verloren, maar er kwam gelukkig behoorlijk wat oud werk langs, dus het feest der herkenning was compleet. (Tatzel)
Al met al is Suicidal Tendencies een mooie afsluiter van een prima dag. Deze jaargang bevatte helaas erg weinig psycho- en rockabilly, en ik moet zeggen dat de uiteindelijke line-up mij dit jaar toch enigszins tegenviel. Ik miste wat variatie die er op voorgaande edities wel was. De eerder genoemde horeca-problemen werden echter ruimschoots goedgemaakt door het feit dat bier halen een fluitje van een cent was! En dat is ook wat waard Volgend jaar weer! (Tatzel)
Klik op de foto's voor grotere versies