Terwijl de vraagprijs van bands en de kosten van het organiseren van een festival continu stijgen, blijft het budget van het Rock Hard festival ieder jaar nagenoeg gelijk. Het gevolg is dat het aantal publiekstrekkers op de affiche elke editie afneemt en het aandeel van obscure cultacts en beginnende beloften groeit. De vaste bezoeker weet echter dat de organisatoren (de redactie van het Rock Hard magazine) een neusje hebben voor sterke live-acts en aanstormend talent. Daarom weten ook dit Pinksterweekeinde weer veel metalfans het Amphitheater in Gelsenkirchen te vinden. Door het mooie lenteweer staat bovendien een lange rij wachtenden voor de kassa, die op het laatste moment besloten hebben een weekendticket aan te schaffen. Op het einde van de vrijdagmiddag hangt zelfs het bordje "ausverkauft" aan de deur en is de tiende (jubileum)editie van het Rock Hard festival in elk geval in commercieel opzicht een groot succes.
Vrijdag
Even daarvoor, om klokslag drie uur, bijten de regionale thrashers van Deathfist de spits af. De groep rond vocaliste Corinna Becker bracht in 2010 een verdienstelijk debuutalbum op de markt, getiteld Too Hot To Burn. Het geluid van Deathfist houdt het midden tussen Kreator en Legion Of The Damned, twee metalbands die in Duitsland bijzonder populair zijn. Als Deathfist in deze stijl en op dit niveau verder gaat, zie ik de groep in de toekomst nog weleens hoger op de bill eindigen. Voor de originaliteitsprijs komt de openingsact niet in aanmerking, maar de reeds aanwezige headbangers kunnen wel alvast hun nekspieren opwarmen als voorbereiding op onder meer Tankard en Bolt Thrower, die later dit weekeinde op het programma staan.
De tweede act van de dag moet het, in tegenstelling tot de voorganger, niet van snelheid en agressie hebben. Jex Thoth (en voorloper Totem) stond een jaar of vijf terug zo ongeveer aan de wieg van de occulte rockhype (met veelal vrouwelijke vocalen), die momenteel een grote opmars maakt. Inmiddels is de groep qua populariteit echter overvleugeld door met name The Devil's Blood en Ghost. Dat valt af te lezen aan het vroege tijdstip waarop Jex Thoth aan de bak moet. Wellicht is de lage plek in de pikorde te wijten aan de wat geringe productiveit van de Amerikaanse formatie. We wachten inmiddels al ruim vier jaar op de tweede volwaardige langspeler. Aan de geboden kwaliteit kan het in elk geval niet liggen. De occulte doommetal van Jex Thoth is op cd al de moeite waard en slaat live in als een bom. Met name frontvrouw Jessica Toth (die zichzelf ook wel Jex Thoth noemt, net als de bandnaam dus) maakt grote indruk met haar fabuleuze stem en intense performance. Het eerste hoogtepunt van Rock Hard 2012 is een feit.
Het Zweedse RAM gooit het vervolgens weer over een compleet andere boeg. De afwisseling blijft er derhalve in zitten. Krachtige jaren tachtig heavy metal in de stijl van Judas Priest en Iron Maiden is het devies. Zelf ben ik vooral gecharmeerd van het debuutalbum Forced Entry, maar ook de gespeelde songs van de beide andere cd's maken live een goede indruk. Naarmate het drie kwartier durende optreden vordert, raak ik steeds meer in de ban. Ik ben niet de enige, want RAM maakt het soort muziek waar de gemiddelde Duitse metalfan een stijve van krijgt. Regelmatig gaan voor het podium dan ook alle hoofden massaal op en neer en de gebalde vuisten eensgezind de lucht in.
Krisiun bestaat uit slechts drie muzikanten. Desalniettemin produceert de Braziliaanse formatie de grootste bak herrie die je dit weekeinde in Gelsenkirchen en omgeving kunt tegenkomen. De drie broers zijn duidelijk blij dat ze hier mogen spelen. Een deel van het publiek deelt die blijdschap, maar voor de meesten zal de brute deathmetal van Krisiun toch te extreem, eenvoudig en saai zijn en de podiumpresentatie te statisch. Persoonlijk kan ik weinig aanvangen met het oude werk, maar het latere, modernere, toegankelijker materiaal als The Will To Potency van het meest recente album The Great Execution hoor ik graag. Per saldo krijgt het optreden van mij een magere voldoende.
De meest opvallende keuze in het speelschema is de beslissing om Kvelertak, met slechts n album op zak, vijf kwartier speeltijd te gunnen. De grote vraag is hoe de Noren die speeltijd gaan opvullen. Het antwoord is: "Niet", want na een uur is het concert alweer afgelopen. Zo'n beetje het gehele (titelloze) debuutalbum komt voorbij, aangevuld met wat nieuwe composities. Muzikaal is het allemaal dik in orde, met een opzwepende mix van punk, hardcore, classic rock en metal. De keuze voor Noors- en Zweedstalige blackmetalvocalen blijft daarentegen een vreemde. Enerzijds maken ze het totaalpakket een stuk minder toegankelijk, anderzijds verschaffen ze Kvelertak wel een origineel geluid. Wat je ook van zijn vocalen mag vinden, frontman Erlend Hjelvik draagt in elk geval aan de algehele feestvreugde bij door enkele malen (al of niet doorzingend) het publiek in te springen. Waarom het gezelschap drie gitaristen nodig heeft, blijft daarentegen onduidelijk. Desondanks is Kvelertak een band om in de gaten te houden. Laat de tweede langspeler maar snel volgen.
Om half tien 's avonds is het tijd voor dagafsluiter The Village People. Oh nee, wacht, de als onder meer een matroos verklede groep muzikanten vormt tesamen geen Village People, maar Turbonegro. Mocht de aanblik van een nieuwe, onbekende zanger nog even voor twijfel zorgen, dan bewijzen de vele Turbojugendjassen op de voorste rijen wel om welke band het hier gaat. De mix van punk, classic rock en een beetje metal, doorspekt met een groot gevoel voor humor, past weliswaar goed bij het voorafgaande Kvelertak, maar zou je desalniettemin niet direct verwachten op een evenement waar old-school heavy metal doorgaans de boventoon voert. Aangezien dit de drukstbezochte vrijdag van het Rock Hard festival is van de afgelopen jaren, blijkt de organisatie met de Noorse hoofdact echter een goede keuze te hebben gemaakt.
Nieuwe zanger Tony "The Duke Of Nothing" Sylvester is vanavond niet al te best bij stem, maar zijn ruwe stemgeluid zit wel in het verlengde van zijn voorgangers en qua podiumpresentatie doet de Engelsman het prima. Zijn enthousiasme is geen verrassing, want voor zijn toetreding tot de band was Sylvester al voorzitter van de Londense afdeling van de Turbojugend-fanclub en de persvertegenwoordiger van Turbonegro in het Verenigd Koninkrijk. Zijn eerste album met de groep, Sexual Harassment, komt half juni pas uit. Vandaag stelt de formatie echter al een flink aantal nieuwe songs aan het publiek voor. Ze sluiten naadloos aan bij erkende klassiekers als All My Friends Are Dead en Turbonegro Must Be Destroyed. Met het welbekende I Got Erection en een grote dosis publieksparticipatie eindigt een vrij kort, maar vermakelijk optreden.
Zaterdag
De gemaskerde brigade van Dr. Living Dead! opent de zaterdag. Het Zweedse gezelschap blijkt een van de beste openingsacts uit de historie van het festival te zijn. Het titelloze debuutalbum staat vol korte, aanstekelijke songs over interessante onderwerpen als Gremlins en de plot van tweederangs actiefilms met Arnold Schwarzenegger of Bruce Willis in de hoofdrol. Live komt de crossover thrashmetal in de stijl van Municipal Waste en Suicidal Tendencies nog beter over, waarbij de stem van zanger "Dr. Ape" nogal lijkt op die van Mike "Cyco Miko" Muir. Hoewel Dr. Living Dead!'s vocalist net als Muir aan ADHD lijkt te lijden en geen moment stilstaat, vermoeden we gezien het postuur dat er toch iemand anders onder het masker van "Dr. Ape" schuilgaat. Wie de bandleden in werkelijkheid ook mogen zijn, Dr. Living Dead! zorgt in elk geval voor een opperbest begin van de tweede festivaldag.
Motorjesus, uit het nabijgelegen Mnchengladbach, heeft zijn invitatie te danken aan een massale actie op internet. Inderdaad lijkt de voltallige fanclub vandaag aanwezig te zijn, want voor het podium en op de tribunes zit het al goed vol. De hardrock 'n' roll van Motorjesus is aangenaam, doch weinig origineel. De band mist echte topcomposities. De grootste respons is dan ook weggelegd voor een intermezzo met een medley van (onder andere) Scorpions- en AC/DC-hits. Uiteindelijk biedt de Duitse formatie niets meer of minder dan een leuke pot achtergrondmuziek voor bij een hapje en een drankje.
Dan is het tijd voor de grootste fetisj van de redactie van het Rock Hard tijdschrift: de recente stroom aan occulte hardrock- en heavy metalbandjes. Twee jaar terug The Devil's Blood, vorig jaar In Solitude en gisteren was daar al Jex Thoth, maar nu is het tijd voor eindredacteur Gtz Kuhnemund en zijn satanische collega's om zich echt helemaal uit te leven. Back-to-back krijgen we namelijk Portrait en Hell voor de kiezen. Bij het Zweedse Portrait gaat het om zuivere Mercyful Fate-verering, tot en met een geschminkte zanger. De songs zijn goed en de performance is degelijk. Toch is Portrait (net als In Solitude in 2011) een beetje een slap aftreksel van de Deense grootmeesters. Het blijft daarom wachten totdat de organisatie er in slaagt om hun wensdroom waar te maken, door King Diamond met of zonder Mercyful Fate een editie van het Rock Hard festival te laten afsluiten. Wie weet, hopelijk in 2013 al?
Op het Paaspopfestival in Schijndel was de setting een stuk intiemer, maar ook voor ruim zevenduizend man en met een fotopit tussen podium en publiek geeft Hell een fantastische show weg. Zanger/acteur David Bower doet weer zijn uiterste best om met elke aanwezige persoon afzonderlijk contact te maken. Na afloop lopen we de Engelse band nog tegen het lijf, waarbij gitarist (en Davids broer) Kev Bower ons verzekert dat de cultformatie druk werkt aan een opvolger van het vorig jaar verschenen debuut Human Remains. Die plaat bevatte heropgenomen versies van stokoud, obscuur demomateriaal uit de tijd dat de in 1987 overleden zanger/gitarist Dave Halliday nog deel uitmaakte van Hell. Het zal voor het vijftal daarom moeilijk worden om Human Remains te gaan evenaren, laat staan te overtreffen, maar Kev Bower blijkt overtuigd dat Hell daarin zal slagen. Bij Metalfan.nl zijn we na dit weergaloze optreden in elk geval definitief fan en kijken we vol verwachting uit naar de tweede langspeler.
Op de Paganfest-tournee viel Unleashed vorig jaar enigszins uit de toon en mede daardoor een beetje tegen. Als opwarmer voor de deathmetalmachine Bolt Thrower, die deze zomerse avond straks zal gaan afsluiten, is de Zweedse formatie daarentegen helemaal op zijn plaats. Het amfitheater zit dan ook volgepakt en geniet met volle teugen. Hoewel Unleashed al een tijdje meeloopt, weten zanger/bassist Johnny Hedlund en zijn collega's nog steeds hoe ze een melodieuze deathmetalkraker moeten schrijven, getuige recente hoogstandjes als Hammer Battalion en Wir Kapitulieren Niemals (dat bij een grotendeels Duitstalig publiek natuurlijk bijzonder goed aanslaat). Naast de grootste "hits" en een paar lang niet meer gespeelde oudjes, passeert ook nog het nieuwe nummer Fimbulwinter de revue, van de in april uitgebrachte langspeler Odalheim. Hedlund belooft het enthousiaste publiek dat bij het volgende bezoek aan Duitsland meer nieuwe songs op het programma zullen staan. Vandaag is daar helaas geen tijd voor, want ondanks de indrukwekkende staat van dienst krijgt Unleashed van de festivalorganisatie maar drie kwartier speeltijd toegeworpen. Het concert is dan ook veel te snel voorbij.
Niet alleen is dit de tiende (jubileum)editie van het gelijknamige festival, het Rock Hard magazine zelf viert in 2012 het dertigjarig bestaan. De sympathieke beroepsfeestvierders van Tankard draaien daarom als introotje vandaag een toepasselijk Duitstalig verjaardagsliedje. Daarna openen de thrashers uit Frankfurt Am Main met het recente Time Warp, een geweldige song met een ijzersterke tekst, maar toch mist er iets: (een verwijzing naar) bier! Bij deze band is het gerstenat onontbeerlijk, maar tegenwoordig zijn de geen moment stilstaande frontman Gerre en zijn kornuiten enigszins ontnuchterd. Pas als de groep na drie kwartier het podium even verlaat en aansluitend terugkeert voor een vijftien minuten durende toegift, begint het ware drankfestijn. Letterlijk, want terwijl Tankard uit volle borst Freibier (Fr Alle) ten gehore brengt, deelt een bevallige assistente aan de fans op de eerste rij gratis halveliterpullen bier uit. Helaas staan wij op dat moment bovenaan het amfitheater, naast de signeerstand, zodat we slechts smachtend en dorstig kunnen toekijken en meezingen.
Voor Psychotic Waltz-zanger Buddy Lackey betekent dit het tweede bezoek aan het Rock Hard festival, want op de tweede editie in 2004 stond hij al onder het pseudoniem Devon Graves met de band Deadsoul Tribe op de affiche. Destijds was Psychotic Waltz dood en begraven, maar vorig jaar volgde een onverwachte renietour. Bij twee van die shows was ik zelf aanwezig. Als onderdeel van de Power Of Metal Tour (met o.a. Symphony X en Nevermore) gaf de progressive metalband in 013 (Tilburg) een weergaloos optreden weg, maar op het Zwarte Crossfestival waren de Amerikanen een stuk minder overtuigend. Vandaag zijn Buddy Lackey en Psychotic Waltz gelukkig op hun best. De frontman zingt wat lager dan vroeger, maar heeft nog steeds een mooie stem. Van Into The Everflow (1992), mijn favoriete langspeler van het gezelschap, komen ditmaal gelukkig veel songs voorbij. Ook de van het debuutalbum A Social Grace afkomstige ballade I Remember, waarbij Lackey zijn fluit tevoorschijn haalt, vormt een hoogtepunt. Toch is de publieke belangstelling wat minder dan bij de omringende acts. Dat is logisch, want met diens complexe en vaak dromerige muziek is Psychotic Waltz niet echt een festivalband en een speeltijd van vijf kwartier is wat teveel van het goede.
Bolt Thrower zou er bij de eerste editie van het festival in 2003 al bij zijn, maar zegde op een laat moment af. In 2006 reisden de deathmetalgrootmeesters alsnog naar Gelsenkirchen, om uiteindelijk zelfs als hoofdact te fungeren. Nu was het namelijk de beoogde afsluiter Celtic Frost die op het allerlaatste moment het optreden cancelde. Zes jaar later keren de Britten terug als headliner van de zaterdag. Ditmaal gelukkig zonder rampspoed, want uiteindelijk zegt geen enkele geboekte band af (verrassend genoeg zelfs W.A.S.P. niet!) en loopt het gehele Rock Hard Festival 2012 ogenschijnlijk op rolletjes. Bolt Thrower laat er met een puik optreden alvast geen misverstand over bestaan dat de groep een terechte keus is als dagheadliner.
De geluidstechnicus heeft bij de openingssongs nog moeite met de laagste bastonen, maar daarna is alles zoals het hoort. Zodra de band mijn drie favoriete nummers achter elkaar speelt (Mercenary, The IVth Crusade en World Eater), wordt zelfs het weergaloze optreden van Hell eerder op de dag tijdelijk overtroffen. Hooguit kan de bezoeker, die minder ingewijd is in het materiaal van Bolt Thrower, zich beklagen dat sommige riffs en songs nogal op elkaar lijken. Daarom is het ook begrijpelijk dat de groep het onnodig acht om nog met vers materiaal op de proppen te komen. Ze verwachten de laatste prachtplaat, Those Once Loyal uit 2005, niet meer te kunnen overtreffen. De beslissing om geen nieuw album op te nemen, zolang ze geen songs hebben klaarliggen die zich kunnen meten met het voorafgaande werk, is een moedige. Op het podium blijft Bolt Thrower voorlopig in elk geval nog steeds een topper.
Zondag
De opener van de derde en laatste dag, om klokslag twaalf uur, komt uit het voormalige Oost-Duitsland en heet Alpha Tiger. Zanger Stephan "Heiko" Dietrich klinkt nogal als Geoff Tate ten tijde van de eerste Queensrche-albums, met dien verstande dat Tate de hoge uithalen allang niet meer zo gemakkelijk haalt als Dietrich vandaag. Muzikaal is Alpha Tiger voornamelijk benvloedt door de Amerikaanse powermetalstroming. Openingssong Starrider is meteen het hoogtepunt van de show. Ook mooi is de Riot-cover Flight Of The Warrior, die de band speelt als eerbetoon aan de in januari overleden Riot-gitarist en -bandleider Mark Reale. Verder presenteert het gezelschap alvast wat materiaal van het tweede studio-album dat ze onder de naam Alpha Tiger gaan opnemen. (Eerder bracht de formatie in een iets andere samenstelling als Satin Black een langspeler uit.) De nieuwe plaat moet in september verschijnen. Hopelijk wordt die cd beter dan het debuut Man Or Machine uit 2011, dat het predikaat 'beloftevol' nog niet overstijgt, net als dit optreden.
Zanger (en slaggitarist) Armand Valeta klinkt aanvankelijk niet al te best, maar voor de rest zet '77 weer net zo'n vermakelijk optreden neer als jongstleden april op Paaspop Schijndel. Naast de broek van Armand vormen de capriolen van zijn broer en sologitarist LG Valeta nog altijd de grootste bezienswaardigheid van deze Spaanse AC/DC-ripoff. Zo loopt LG eindeloos solerend praktisch het gehele amfitheater af, ondertussen poserend in vrijwel elke denkbare rockstarpose, zonder een noot te missen. Mocht '77 binnenkort een keer jouw lokale rockkroeg of -festival aandoen, ga dan zeker een kijkje nemen, want een plezierige avond is bij dit guitige gezelschap gegarandeerd.
Voor High Spirits is dit een bijzonder optreden, want het Amerikaanse gezelschap maakt voor het eerst de oversteek naar Europa. De bandleden tonen zich zielsgelukkig met de uitnodiging van de festivalorganisatie en met de helpende hand van hun platenlabel, dat de helft van de onkosten van deze trip voor zijn rekening neemt. Hoewel de groep in Chicago is gevestigd, oefent de New Wave Of British Heavy Metal-stroming een belangrijke invloed uit op de sound van High Spirits, die zich ergens tussen melodieuze hardrock en traditionele heavy metal ophoudt. Frontman Chris Black ziet er weliswaar niet uit als een metalhead en af en toe denk je dat je naar een zangeres luistert, maar zingen kan hij wel. Composities als Another Night In The City zijn eveneens dik in orde. Op zo'n sterk bezet festival als dit behoort High Spirits desondanks tot de mindere goden.
Met Graveyard staat alweer de vijfde Zweedse en zevende Scandinavische act van dit Pinksterweekeinde op de bhne. Slechts twee langspelers hebben de stonerrockers tot dusver op hun naam staan, een titelloos debuut uit 2007 en het vorig jaar verschenen Hisingen Blues, maar die bezorgden Graveyard al de nodige aandacht en lofuitingen. Er lijkt zelfs sprake van een kleine hype. Geheel ten onrechte, naar mijn mening, want voorlopig maken de composities van dit gezelschap op mij nog weinig indruk, zowel op plaat als nu ook live. Talent en enthousiasme is bij deze band zeker aanwezig, maar echt bijzonder is het allemaal nog niet.
Bijzonder is het volgende optreden, van Girlschool, daarentegen wel. Niet vanwege de vooraf aangekondigde speciale Hit And Run-set, want dat album blijkt toch niet in zijn geheel gespeeld te worden. Weliswaar komen er flink wat nummers voorbij van die oorspronkelijk in 1981 verschenen en vorig jaar opnieuw opgenomen klassieker, maar de setlist is gewoon min of meer dezelfde als bij andere recente (festival)shows van Girlschool. Dat het concert van vandaag toch speciaal is, heeft twee oorzaken. Ten eerste zijn de vier (nog altijd aantrekkelijke) dames op leeftijd geweldig op dreef. Wie denkt dat vrouwelijke muzikanten niets te zoeken hebben in een metalband, moet maar eens snel een Girlschool-show gaan bezoeken. De dames beheersen hun instrumenten, kunnen zingen als de beste en hebben ook nog eens een flink aantal puntgave zelfgeschreven composities op hun naam staan.
De tweede reden dat dit een bijzondere dag is voor Girlschool, is dat in technisch opzicht zo'n beetje alles misgaat wat maar mis kan gaan. Bandleden die op zich laten wachten of spoorloos verdwijnen, opgeblazen versterkers, songs die door twee van de vocalistes tegelijkertijd in verschillende toonsoorten worden ingezet: Spinal Tap is er niets bij. Het grootste probleem is dat de microfoon van bassiste Enid Williams de helft van de tijd dienst weigert, terwijl uitgerekend zij naar mijn mening van deze dames de mooiste stem heeft. Met veel humor legt het gezelschap keer op keer, tijdens ieder ongepland oponthoud, aan het publiek uit wat er nu weer allemaal misgaat. Uit de professionele, amusante manier waarmee deze ervaren rotten met de situatie omgaan, blijkt wel dat het viertal na al die jaren nog steeds met veel plezier op het podium staat, en het publiek geniet mee. Hopelijk krijgt Girlschool in de komende jaren nogmaals een uitnodiging en verloopt de show dan helemaal als gepland.
Naar het optreden van Magnum heb ik erg uitgekeken, maar aanvankelijk maakt de Britse AOR/hardrockformatie een zwakke indruk. Grootste boosdoener is, net als bij Girlschool, een haperende microfoon. Zanger Bob Catley komt nauwelijks boven het geluid van zijn bandmakkers uit en lijkt slecht bij stem te zijn. Na enkele nummers is de de afstelling van de geluidsmix echter gecorrigeerd, zodat we kunnen vaststellen dat het puur een technisch mankement betrof en Catley het zingen gelukkig nog lang niet verleerd is. Wanneer de frontman geen tamboerijn in zijn hand houdt, zet hij de teksten bovendien nog eens extra kracht bij met welsprekende gebarentaal. Vooral bij songs van het AOR-meesterwerk On A Storyteller's Night (1985) is het smullen geblazen. De vooraf gekoesterde angst dat Magnum te soft zal zijn voor het Rock Hard-publiek blijkt ongegrond. Net als bij veel andere rockbands klinkt het materiaal live een stuk harder. Helaas heeft de band op het einde geen tijd meer beschikbaar voor de verwachte afsluiter Kingdom Of Madness, maar ook zonder die stokoude kraker valt het optreden van Magnum per saldo bevredigend uit.
De afgelopen jaren ruimde de organisatie op de slotavond steevast ruimte in voor de winnaar van de karaokewedstrijd, die op het podium van het amfitheater zijn of haar kunsten mocht vertonen. Dit keer heeft men wat anders voor ons in petto. Uitgerekend in de maand waarin dit festival plaatsvindt (mei 2012), is de driehonderdste uitgave van het Rock Hard magazine verschenen. Als bijlage zat bij het tijdschrift een bonus-cd'tje, met wat bijzondere (non-album) tracks van onder meer Arch Enemy, Amon Amarth en Iced Earth. Het in Duitsland bijzonder populaire vriendenduo Bobby & Gerre (bestaande uit de voormalige drummer van Sodom en de zanger van Tankard) heeft speciaal voor dat schijfje hun eerste gezamenlijke song opgenomen, Die Zwei Von Der Tanke. Dit nummer mogen ze nu ook live aan het Rock Hard-publiek komen voorstellen. Vervolgens worden nog wat bandleden van Bullet op het podium geroepen. Die Zweedse formatie heeft als enige al drie keer op het Rock Hard festival gestaan. Onder andere zanger Dag Hell Hover bevalt het in Gelsenkirchen zo goed, dat hij ook dit jaar weer gewoon op de gastenlijst staat en achter de coulissen meefeest, hoewel een optreden niet in de planning stond. De organisatie vraagt hem en zijn kompanen echter om nog even wat klassieke hardrockcovers te zingen (met hulp van de ieder jaar aanwezige lokale karaokebegeleidingsband). Het is een leuk opwarmertje voor de meezingsessies bij de laatste twee acts.
Unisonic maakt vandaag in de huidige samenstelling zijn debuut op Duitse bodem. Met andere woorden, het voormalige Helloween-duo Michael Kiske (zang) en Kai Hansen (gitaar) staat eindelijk weer eens voor het eigen thuispubliek samen op een podium. Dat publiek wil duidelijk maar n ding, namelijk dat het herenigde duo (met hun nieuwe partners-in-crime) oude Helloween-krakers ten gehore brengt van de originele Keeper Of The Seven Keys-albums. Daar trekt Unisonic zich weinig van aan, want de setlist bestaat grotendeels uit songs van het eind maart verschenen, gelijknamige debuutalbum. Die maken live gelukkig een sterkere indruk dan op cd. Tijdens de lange toegift geven Kiske en Hansen uiteindelijk toch toe aan de wens van het publiek, met de bekendste (door hen geschreven) hits van Helloween en veel publieksinteractie. Hopelijk laat Unisonic de Benelux niet links liggen tijdens de geplande clubtournee later dit jaar, en kunnen we het gezelschap dan nogmaals en dichter bij huis aan het werk zien.
Er kan maar n echte hoofdact zijn op een festival. Dit weekend is dat W.A.S.P., met de gaafste songs, de beste lichtshow, de langste en meest massale sing-a-longs en zelfs een behoorlijke vuurshow. Twee fans hebben helemaal de avond van hun leven, wanneer ze de winnaars blijken van een authentieke W.A.S.P.-gitaar. Helaas laat frontman Blackie Lawless zich weer eens van zijn minder aimabele kant zien. De meet-and-greet (samen met nog acht andere prijswinnaars) valt ultrakort uit. Ook met de uitreiking van de beide gitaren tijdens de W.A.S.P.-show wil 'Zwartje Wetteloos' vervolgens zo min mogelijk te maken hebben. De zanger/gitarist komt niet veel verder dan een verzoek aan het tweetal om het podium snel weer te verlaten.
Sociale omgangsvormen zijn de man vreemd, maar hoe je een publiek van precies 7500 betalende bezoekers inpakt, dat weet de heer Lawless als geen ander. Ten opzichte van de laatste shows in de Benelux (in november 2010) valt hier in Duitsland, naast de genoemde vuurshow, nog een groot pluspunt te noteren. Toen speelde de Amerikaanse groep amper een uur, maar nu maakt de traditionele heavy metalformatie de beschikbare speeltijd van negentig minuten redelijk goed vol. Dat wekt, tesamen met de hoge kwaliteit van dit festivaloptreden, de hoop dat Blackie Lawless en zijn kornuiten hun aankondiging voor de in het najaar geplande anniversary-tour zullen waarmaken, in de vorm van een avondvullende, dubbele set met extra showelementen. Blackie heeft zelfs beloofd dat hij zijn legendarische, bewegende microfoonstandaard Elvis dan eindelijk weer eens meeneemt op tournee. Ook zonder Elvis is W.A.S.P. op deze Pinksterzondag echter al een nagenoeg perfecte afsluiter van de tiende editie van het Rock Hard festival en de meeste bezoekers blijven dan ook tot het einde toe kijken.
Nog wat meer foto's:
Klik op de foto's voor grotere versies
Meer foto's zijn te vinden op Facebook: www.facebook.com/Metalfan.nl.