The Dillinger Escape Plan is een graag geziene gast op de Nederlandse podia. De Amerikanen, die wegens hun veel te lange naam door hun fans vaak liefkozend tot Dillinger worden gereduceerd, stonden vorig jaar maar liefst vier keer in Nederland hun kunstje te vertonen. En dit jaar zijn ze terug. Weliswaar geboekt in de wat kleinere Tivoli De Helling, maar daarmee is de sfeer ook wat intiemer en dat kan de show van Dillinger alleen maar ten goede komen. Het Brabantse Otis heeft de eer om te mogen openen.
En daarmee staat Otis een zware taak te wachten. Of deze band zich nou vernoemd heeft naar de vogelsoort, de liftenfabrikant of de film (of wellicht nog heel wat anders), openen voor The Dillinger Escape Plan is namelijk bepaald geen sinecure. Het vijftal schijnt al vijf jaar samen te zijn en daarvoor ook al jaren met elkaar in verschillende samenstellingen te hebben gespeeld en zou daarmee toch een heel eind moeten komen. Helaas is ervaring niet aan de podiumpresentatie af te zien. De muziek daarentegen zit wl goed in elkaar. Het roept referenties op aan bands als Fugazi en Black Flag, maar dan in een modern jasje.
Helaas, komt die hedendaagse vertolking mede door de passiviteit op het podium niet echt over (hoewel complimenten voor die bassist). Welhaast plichtmatig worden de nummers afgedraaid, zo lijkt het. Muzikaal staan de heren hun mannetje, maar qua podiumpresentatie komen ze niet verder dan een mager zesje. Wat dat betreft is Otis als voorprogramma voor Dillinger duidelijk te licht. Houdoe en bedankt, fijne terugreis naar het altijd gezellige Brabant.
Het drumstel van Otis wordt vervolgens afgebouwd, de houten 'dozen' vooraan op het podium tussen de monitors geplant en ieders hartje begint langzaam sneller te kloppen. Iedereen weet het, en al helemaal als dat eerste semi-akoestische akoord van Farewell, Mona Lisa, de opener van laatsteling Option Paralysis, weerklinkt: dat wordt me een partij rossen... Moedertje lief! En ja hoor, het gaat los... Als Leonardo Da Vinci nog zou leven zou 'ie helpen uitzwaaien, ik weet het zeker. Dag Mona Lisa. En hij zou trots zijn dat deze 'homines universales' op gitaar en drums aan zijn werk refereren.
Al free runnend spetteren de heren hun riffs de zaal in alsof hun leven ervan afhangt. De energie slaat uiteraard over op het publiek en die wisselwerking wordt nog eens versterkt door de singalongs die zanger Greg Puciato uitdeelt. Het vijftal laat er, zoals altijd, geen gras over groeien en wie de band nog niet kende krijgt nauwelijks de tijd om van deze eerste mokerslag te bekomen. Gelijk schakelen ze namelijk over naar de opener van het uit 2007 stammende Ire Works: Fix Your Face.
Via Chinese Whispers wordt ook de eerste track van Miss Machine de zaal in geslingerd en de chaos is compleet. Wie hier voor zijn rust gekomen was heeft pech, en wie zijn zondagse kater met een biertje rustig weg wilde drinken, ook. De mathematische (hallo Da Vinci), onnavolgbare opeenstapeling van dissonanten is weergaloos en wordt met chirurgische precisie op de weerloze zielen afgevuurd.
Waar bassist Liam Wilson met zijn karakteristieke groovende 'danspasjes' relatief passief te werk gaat, doen de andere twee snarenplukkers er een schepje bovenop. Een schepje? Zeg maar gerust een hele containerlading. Klimmend en klouterend op de dozen en de versterkers, slingerend met de gitaren, heen en weer rennend en gemene grimassen trekkend, laten zij weten dat het hen menens is. Evenals brulboei Puciato trouwens, die ter vermeerdering van de feestvreugde bij Sunshine The Werewolf, iedereen uitnodigt op het podium. Nou, dat is natuurlijk niet tegen dovemans oren gezegd.
De gecordineerde chaos vergroot zich. Een botsende, springende menigte maakt zich het podium eigen en menigeen doet een verwoede poging om die gewilde singalong te plaatsen. Zelfs een crowdsurfer daar op het podium, niets is te gek. Iedereen gaat los en uit zijn plaat. Helemaal als golden oldie 43% Burnt van het uit 1999 stammende Calculating Infinity uit de kast getrokken wordt. De zaal transformeert in een grote zee van vliegende armen en rondspattend zweet.
Hoewel dat nummer aangekondigd werd als laatste nummer, en de band serieus zijn best doet om het te doen overkomen alsof dit het dan was voor vanavond, wordt er toch wat ongelovig rondgekeken. Het zal toch niet? Maar natuurlijk komen ze terug. Omdat het kan. Omdat het moet! Om ook die laatste stocijnse dertiger over de streep te trekken. En hoe kan je dat beter doen dan nummertje zeven van Nevermind te spelen?! Jawel mensen, Nevermind het intussen twintig jaar oude album van Nirvana wordt geerd middels Territorial Pissings. Het nummer is ouder dan menig aanwezige, maar daarmee nog lang niet versleten genoeg om de hele zaak nog eens flink op zijn kop te zetten.
Via het voor Dillinger stokoude The Mullet Burden uit 1998 van Under The Running Board wordt de tijdmachine weer stilgezet in het heden en pakt Dillinger nog een keer uit met misschien wel het agressiefste nummer in hun repertoire. En niet in de minste plaats om die openingsriff. Dillinger laat voor een laatste maal de buren meegenieten met Good Neigbor en de adrenalinejunkies laten Tivoli trillen op zijn grondvesten. De gitaren worden afgedaan en murw gebeukt en kapotgerost worden de handjes gegeven aan de heren bandleden en langzaam druppelt de zaal leeg. Dillinger stelt nooit teleur, en nu ook niet. Voila!
Setlist:
1. Farewell, Mona Lisa
2. Fix Your Face
3. Chinese Whispers
4. Panasonic Youth
5. Gold Teeth On A Bum
6. Room Full of Eyes
7. When Good Dogs Do Bad Things
8. Widower
9. Black Bubblegum
10. Weekend Sex Change
11. Sugar Coated Sour
12. Milk Lizard
13. Sunshine the Werewolf
14. 43% Burnt
Toegift:
15. Territorial Pissings (Nirvana-cover)
16. The Mullet Burden
17. Good Neighbor