Om twee uur gingen de deuren open en een dik half uurtje later mocht Thronar het spits afbijten. Hoewel de zaal al heel behoorlijk gevuld was, leek het publiek echter nog niet wakker te zijn. Het nogal eentonige optreden bracht daar ook weinig verandering in, terwijl een soortgelijke band als Heidevolk het publiek wél iedere keer weet op te zwepen. Een redelijke opener, maar ook zeker niet meer dan dat. Zelfs de (matig uitgevoerde) AC/DC-cover “Highway To Hell” kan daar geen verandering meer in brengen.
Aeternus stond voor een band die toch wel enige klassiekers op haar naam heeft staan verrassend vroeg te spelen. De Noorse band wiens nieuwe releases nog maar weinig raakvlakken hebben met de majesteuze black metal sfeer die op de oude albums werd neergezet, wist niet geheel te overtuigen. Het geluid was slecht (en veel te hard) en de band lijkt toch wat weinig tourroutine te hebben omdat het zo nu en dan toch erg slordig klonk allemaal. Jammer, aangezien ik me toch erg verheugd had op deze band.
De eerste band die mij vanavond écht wist te imponeren, was Ancient Rites. Deze Belgen staan met het goed ontvangen laatste studioalbum “Rvbicon” weer volop in de kijkers. De nummers die van dit album vertolkt werden, mochten dan ook op veel onthaal rekenen en werden vooral in de voorste regionen met veel enthousiasme meegezongen. Maar bij een Ancient Rites-optreden gaat het toch vooral om klassiekers als “North Sea”, “Victory Or Valhalla” en het afsluitende “Fatherland”. De stemming zat er prima in, het geluid was vet en de band zelf had er ook zin in, hoewel frontman Günther in eerste instantie nog wat afwezig leek. Prima optreden, met als enige minpuntje het ontbreken van “On Golden Fields (De Leeuwen Dansen)” in de setlist.
De predikers van de obsceniteit uit Oostenrijk, Pungent Stench, staan meestal garant voor een fijne avond. Zo ook in Arnhem, de band gooit hun smerige mix van smerige en simpele death metal gemixt met een flinke pot rock 'n roll effectief de menigte in. De ideale feestband voor een ranzig avondje.
In de grote zaal begon inmiddels een speciaal optreden van Moonsorrow. Speciaal, omdat het hier een exclusief optreden betrof. Hoewel de folk metal van deze band duisterder en stukken moeilijker te behappen is dan de frivole deuntjes van collegabands als Finntroll en Korpiklaani, bleek door het enthousiaste onthaal dat Moonsorrow ook in Nederland veel fans heeft. Helaas viel het optreden tegen. De sublieme sfeer die de band op veel albums weet op te wekken, ontbrak vanavond. Wellicht waren de verwachtingen voor dit optreden ook te hooggespannen.
Een andere band die teleurstelde, was Necrophobic. Het dit jaar verschenen “Hrimthursum” is een absoluut meesterwerk en volgens velen het album dat Dissection eigenlijk had moeten afleveren. De band oogde vanavond echter ongeïnspireerd en dronken, bovendien kwam het allemaal een beetje rommelig over. Desondanks staan de nummers – ookal worden ze zonder veel overtuiging gebracht – nog steeds als een huis, waardoor het optreden al met al toch nog redelijk was. Toch maar eens op een beter moment aan het werk zien dan. Hoe amateuristisch is het trouwens dat na het eindigen van de intro de gewone cd begint te spelen?
Hét optreden van vanavond werd verzorgd door de Duitse thrashers Tankard. Deze band wil vooral feesten en plezier maken en doet dat door heerlijke thrash metalnummers te combineren met jolige teksten die voornamelijk over bier gaan. Gerre en zijn kornuiten hadden er zin in vanavond, evenals het publiek. Met veel enthousiasme werden nummers als “Die With A Beer In Your Hand”, “Zombie Attack”, “Chemical Invasion” en natuurlijk “Empty Tankard” het publiek in geslingerd. Bovendien was het geluid – een van de weinige keren deze dag – prima en ontstond er zowaar een flinke pit. Voor mij persoonlijk het hoogtepunt van deze dag!
Tussen al het brute metaal wordt er ook gezorgd voor wat afwisseling in de vorm van Anathema. De Britten zetten niet hun beste, maar zeker een erg goede show neer waar oude nummers als Sleepless prachtig afgewisseld worden met nieuwere nummers als Flying. Ook een klassieker als One Last Goodbye ontbreekt gelukkig niet en met een overdonderende versie van Fragile Dreams laat Anathema het publiek meer dan tevreden achter.
Na de treurige klanken van Anathema was het in de grote zaal tijd voor het stevigere werk. Arch Enemy is de laatste jaren ongekend populair geworden en dat zal zeker niet alleen aan de charismatische frontvrouw liggen. De albums van de band zijn namelijk ook gewoon erg sterk. Helaas mag de band vanavond aansluiten bij het rijtje teleurstellingen. Gezegend met een kutgeluid (dat ook nog eens veel te hard stond) maakten Angela Gossow en co. er nog het beste van, maar veel hielp het allemaal niet. Op cd prima klinkende nummers als “Dead Eyes See No Future”, “Nemesis” en “Out For Blood” verzuipen in de brij van geluid. Jammer voor de mensen die Arch Enemy vandaag voor het eerst zagen, want dat deze band beter kan, heeft men de afgelopen jaren al meerdere malen bewezen.
Gelukkig was ook Immolation er nog. Sinds deze band het geweldige album “Harnessing Ruin” (waar blijft die opvolger, heren!) uitbracht, heb ik niet meer de kans gehad de heren live aan het werk te zien. De mensen die vanavond een laatste trein moeten halen, zullen gebaald hebben, want het was een goed afsluitend optreden van de band. Een nummer als “Our Saviour Sleeps” komt bovendien live nog beter uit de verf dan op cd al het geval is. Geen gelul, gewoon rossen met die hap, was het motto vanavond, en de band slaagde daar prima in. Een goede afsluiter op een al met al toch wat teleurstellend, maar wél beregezellig festival.