Vrijdag
Aan Arion de eer om het festival te openen. De symfonische powermetalband doet dat op een energieke manier die voor een positieve sfeer zorgt. De songs van de Finnen liggen lekker in het gehoor en na een keer een refrein gehoord te hebben, kun je zo meezingen. De mannen hebben recentelijk het vierde album opgenomen en daarvan krijgen we de eerste single Wildfire te horen. Hoogtepunt van de set is At The Break Of Dawn. Het kwintet krijgt een welverdiend en welgemeend applaus van het publiek dat duidelijk zin heeft in het festival.
Ook Nephylim laat zich van zijn goede kant horen en zien. De Brabanders hebben een half jaar niet op het podium gestaan omdat ze aan het album Circuition werkten, maar van roestigheid is geen sprake. Tegen een achtergrond van banners staan ze gedreven en kundig hun set te spelen. De melodeath, die af en toe raakvlakken heeft met die van Insomnium, zou beter trot zijn recht komen in een donkere zaal, maar klinkt ook in de zon aangenaam. Het nieuwe songmateriaal is wat gevarieerder dan het oude. Fractured van het debuut is het beste visitekaartje. Frontman Tijn Bosters maakt veelvuldig contact met het publiek, dat aanvankelijk nog wat lauwtjes reageert, maar als de set vordert, toch wat meer decibels produceert. Bovendien ontstaat er een pit. De originaliteitsprijs wordt niet in de wacht gesleept, maar het gebodene scoort beslist een dikke voldoende.
Van de originele bezetting van het Amerikaanse Vio-Lence is sinds het vertrek van drummer Perry Strickland en gitarist Phil Demmel helaas niets meer over. Zanger Sean Killihan ziet zich tegenwoordig omringd door een wisselende verzameling sessiemuzikanten. Die brengen het er vandaag overigens aardig van af. Thrash la Exodus, Forbidden en Nuclear Assault, met een flinke lading punk, hoort nu eenmaal rommelig te klinken. De festivalgangers krijgen een old school set voorgeschoteld die vooral vermakelijk is dankzij Killihan, die veelvuldig contract maakt met het publiek. Dat hij geen twintig meer is (maar 59) blijkt als hij wat dichter bij het publiek wil komen staan en bijna de fotografenpit in valt. Zijn onorthodoxe punkvocalen zijn een kwestie van smaak, maar als je daaraan gewend bent geraakt, zijn Phobophobia, Officer Nice en Kill On Command vandaag beslist fijne klassiekers.
Ook Vengeance heeft met de nodige bezettingswisselingen te maken gehad. Frontman Leon Goewie ziet zich omringd door Gert Nijboer, John Emmen, Serge Naberman en Johnny Dooms. De heren staan met veel plezier en enthousiasme te spelen, tot grote vreugde van een groepje fans die veel nummers meezingen, zoals Power Of The Rock, May Heaven Strike Me down en Take It Or Leave It. De old school rock en metal wordt goed uitgevoerd, maar komt wat gedateerd over en ook de stembanden van Goewie hebben hun beste tijd wel gehad. De bluesy songs vertolkt hij nog het beste, maar zijn uithalen missen kracht en zuiverheid. Bovendien komt hij wat arrogant over. Uiteraard wacht iedereen op Rock N Roll Shower (met de Varas Vuurwerk-riff) en Arabia. Plots is er veel meer bijval voor Vengeance, dat respect verdient voor wat de band in het verleden heeft neergezet en voor het enthousiasme waarmee de mannen hedendaags op hun oude dag nog staan te spelen, maar het gros vindt het allemaal wat oubollig en overdreven.
Multi-instrumentalist Francesco Paoli van Fleshgod Apocalypse excuseert zich voor het wat roestig klinken van zijn band, maar dat had hij niet hoeven doen. De frontman en de andere bandleden maken vandaag namelijk een uitstekende indruk. Dat komt niet in de laatste plaats door drummer Eugene Ryabchenko. Hoewel het pianospel van Francesco Ferrini vaak niet of nauwelijks hoorbaar is, mag een compliment aan de geluidsman gegeven worden, Het is een hele klus om alles goed tot zijn recht te laten komen en op festivals verzandt de epische metal van de Zuid-Europeanen doorgaans in een brei, maar hoewel het geheel nog altijd druk overkomt, hebben de grooves van The Egoism en het theatrale en epische karakter van The Fool impact. Het is inmiddels wat drukker op het terrein. Velen zijn benieuwd naar de verrichtingen van Fleshgod Apocalypse en worden beloond.
Ook Crypta kan op veel belangstelling rekenen. Niet in de laatste plaats omdat er vier Braziliaanse dames op het podium te bewonderen zijn. Hoewel ze death metal voortbrengen, heeft het af en toe wat schattigs, omdat ze af en toe vriendelijk glimlachen naar de fans. Het volgende moment concentreren ze zich weer op het zo goed mogelijk uitvoeren van de bij vlagen complexe tracks met solos. Het kwartet heeft inmiddels de nodige vlieguren op de planken gemaakt en dat betaalt zich uit. Net als op de albums rollen de melodieuze deathmetalsongs zeer prettig uit de boxen en komen de harmonien uitstekend uit de verf, zoals blijkt uit Lord Of Ruins. Zangeres/bassiste Fernanda Lira trekt ondertussen de meest psychopathische gezichten. Met wat meer volume en power had Crypta nog meer indruk gemaakt, maar ook onder niet optimale geluidsomstandigheden maken de vrouwen indruk.
Met Orden Ogan krijg je precies wat je verwacht; een degelijke powermetalshow. Het podium is fraai aangekleed (de set-up van de tour met Feuerschwanz is meegenomen) en drummer Dirk Meyer-Berhorn toornt hoog boven de rest uit. Hoewel Sebastian "Seeb" Levermann er vocaal wel eens naast zit, wint de frontman de sympathie van de festivalgangers met zijn positieve energie en zijn vermakelijke praatjes tussen de nummers door. Als het publiek naar zijn mening niet enthousiast genoeg reageert op de bandnaam Orden Ogan probeert hij het met Slayer en dat levert veel meer reactie op. Van het nieuwe album The Order Of Fear komt het titelnummer aan bod, maar ook daarop wordt in zijn beleving niet voldoende gereageerd. The order of beer kan behalve op hilariteit op meer bijval rekenen. Orden Ogan vermaakt met meezingers en de show van Seeb.
De heavy psych van Mars Red Sky is een beetje een vreemde eend in de bijt. Toch werkt het voor een aantal toeschouwers wel op dit relatief late tijdstip wanneer de schemering inzet. Onder invloed van verdovende middelen is het inmiddels heerlijk wegdromen met de trage, heavy grooves en de dromerige, hypnotiserende gitaarklanken. De wat onstabiele zang maakt helaas wat minder indruk dan op de albums en dat doet afbreuk aan het luisterplezier, maar verder laten de drie Fransen wel degelijk horen wat ze in hun mars hebben.
Fear Factory is een band die in Nederland niet veel op festivals staat. Het is dan ook fijn dat de heren onder leiding van gitarist Dino Cazares op Into The Grave te bewonderen zijn. Er valt te discussiren over de headlinerspositie van de industrile metalformatie, want heel succesvol of relevant is de groep al jaren niet meer (zeker niet na het vertrek van vocalist Burton C. Bell). Desondanks valt de invloedrijke rol die de band heeft gespeeld in de metalscene niet te ontkennen. Vanavond krijgt het Leeuwarder publiek ook zeker een glimp te horen van die invloedrijke kant van Fear Factory. De industrile, strakke gitaarriffs van Cazares maken bij aanvang van het optreden meteen duidelijk met welke band je te maken hebt en anders doet het machinale gedrum van de vorig jaar toegetreden drummer Pete Webber dat wel. De grote vraag is echter: hoe brengt vocalist Milo Silvestro het er live vanaf? Hij heeft de moeilijke taak op zich genomen om de uiterst herkenbare zang van Burton C. Bell te doen vergeten en komt vanavond aardig voor de dag. Het is opvallend hoe dicht hij het zanggeluid van Bell weet te evenaren en hoe hij bijna hetzelfde klinkt, al krijgt hij daar ook wel de hulp bij van geluidseffecten.
De setlist bestaat vandaag uit een aantal fijne klassiekers. Shock en Edgecrusher weten het publiek aardig op te warmen, terwijl Linchpin, What Will Become en het voortreffelijke Replica luidkeels meegezongen worden. Het is jammer dat het geluid wat zacht lijkt te staan, waardoor het bulldozer-effect van de nummers een beetje verloren gaat. Daarnaast gebeurt er op het podium ook net te weinig om het publiek het gehele optreden geboeid te houden. Cazares en bassist Tony Campos doen vooral hun ding en zetten samen met drummer Webber een sterk muzikaal blok neer, maar Silvestro mist het charisma en het vermogen om het publiek echt los te krijgen. Het optreden van Fear Factory zal dan ook niet de boeken ingaan als legendarisch, maar meer als degelijk.