De avond wordt afgetrapt door de Belgische componist Pieter-Jan Van Assche, die overigens ook onderdeel uitmaakt van de band die Steve Von Till om zich heen heeft verzameld. Eerst staat hij dus solo op het podium onder de naam Innerwoud, gewapend met louter een contrabas van indrukwekkend formaat. De neoklassieke ambient van Van Assche, die ook heeft meegeschreven aan de dit jaar tijdens Roadburn opgevoerde opera Dance Of The Seven Veils, past goed bij deze sfeervolle setting. Door middel van enkele loops bouwt hij zijn geluidssculpturen langzaam uit. De lange composities zijn desondanks nogal minimalistisch en vergen wat inlevingsvermogen. Het aandachtig luisterende publiek neemt echter muisstil het begeesterde spel van deze ervaren muzikant tot zich. De enige stoorzender in de plechtige stilte komt van het koffieapparaat bij de bar, dat ineens misplaatst luidruchtig klinkt! Van Assche benut de klanken van zijn contrabas ten volle door het instrument zowel met strijkstok te bespelen als ook aan de snaren te plukken. Het is boeiend om te horen, maar ik mis toch de emotionele rijkdom die ik wel in het werk van de hoofdband van vanavond vind.
Want Steve Von Till mag dan solo eveneens minimalistische muziek maken, met het in 2020 verschenen meesterwerk No Wilderness Deep Enough weet hij de luisteraar diep te raken. De plaat schopt het destijds tot de hoogste regionen in mijn jaarlijst. In mijn recensie van dat album schreef ik dat de peilloze, monotone klanken je laten wegzinken, weg van de omgeving waarin je je bevindt, terwijl de tijd vertraagt en langzaam tot stilstand lijkt te komen en het rumoer van wereld om je heen verwaait en naar de achtergrond verdwijnt. Ledematen worden zwaar en melancholie overvalt je terwijl Von Till je met zijn zware, warmbloedige stemgeluid als een brommende drude door de hypnotiserende soundscapes loodst.
Het is de vraag of Von Till die gevoelens ook live weet te creren. Hij wordt vanavond bijgestaan door Dave French (YOB, Brothers Of The Sonic Cloth) op keyboard, gitaar en percussie, Braden Diotte (in een ver verleden onderdeel van de Duitse krautrockgroep Faust) op orgel en modulaire synthesizer en Pieter-Jan Van Assche op de contrabas. Zelf bespeelt Von Till ook de (akoestische) gitaar en keyboards en uiteraard neemt hij de vocale diensten voor zijn rekening. Samen creren ze een rijke, gedetailleerde sound, waarin de stemmige en minimalistische mengeling van donkerere, meanderende folk en dark americana fraai tot leven komt.
Met vijf nummers ligt de focus van vanavond op het eerder genoemde meesterwerk No Wilderness Deep Enough. Met Dreams Of Trees en met name Indifferent Eyes komen direct de twee beste nummers van dat album voorbij en ze klinken live net zo prachtig als op plaat. Van de vorige langspeler A Life Unto Itself vinden vier nummers hun weg naar de setlist, terwijl fans van het oudste werk het met enkele kruimels moeten doen. Van het tweede album If I Should Fall To The Field (2002) komen het prachtige, potische Breathe en het wat minder spannende My Work Is Done voorbij. Voor alle tracks geldt dat de muziek met veel bezieling en integriteit wordt vertolkt.
Von Till is geen man van veel woorden, hoewel hij overigens wel twee maal een kort gedicht voordraagt uit zijn recente bundel Harvestman. Tussen de nummers door beperkt hij zich tot een vriendelijk thank you. Ondanks de minimale publieksinteractie weet de band bijna tachtig minuten te boeien. De staande ovatie na afloop is dan ook gemeend. Een bijzonder en verfijnd optreden, dat enerzijds een groter publiek had verdiend, maar waarbij de intieme setting ook juist een deel van de charme vormt.
Setlist Steve Von Till:
1. Dreams Of Trees
2. Indifferent Eyes
3. Breathe
4. A Language Of Blood
5. Night Of The Moon
6. Shadows On The Run
7. [Harvestman Reading]
8. My Work Is Done
9. The Old Straight Track
10. Birch Bark Box
11.[Harvestman Reading]
12. Wild Iron
13. Known But Not Named