Soms zit het mee en soms niet. Lopend naar de trein die me naar Utrecht zal brengen waar vanavond Fear Factory speelt, realiseer ik me dat mijn portemonnee niet in mijn broekzak zit. Dat betekent heen en weer en een trein later. Natuurlijk heeft die trein vertraging zodat de aansluiting op de trein naar Utrecht niet aansluit. Om het plaatje compleet te maken zijn er ook nog gastenlijstproblemen bij de entree.
Of ik spektakel gemist heb van de eerste band In Quest? Nee daar was geen ruk aan, laat ik me vertellen. Intussen loopt Mnemic al op zijn einde. Klein opvallend feitje is dat Fear Factory weer een band in het voorprogramma heeft, die zanger Bell noemde in het interview eerder dit jaar op deze website, toen hem gevraagd werd wie de Fear Factory-volgelingen zijn. In het optreden in de Melkweg, ook eerder dit jaar, stond Dagoba, inderdaad ook een Fear Factory-achtige band met toch een eigen retestrakke geluid en net zo strakke live optredens. Bij binnenkomst in de zaal waar Mnemic speelt, klinken de strakke riffs wel erg bekend. Na even goed luisteren blijken ze All Hail To The New Flesh aan het coveren zijn, van Strapping Young Lad. Deze band van Devin Townsend blijkt een voorbeeld te zijn voor Mnemic. Het eigen werk is een SYL-geluid, maar dan lomer en lomper doch even strak, ondanks het wat onduidelijke zaalgeluid. Met het enthousiasme van de band krijgen de killer riffs een goed live imago.
Voor Fear Factory staat de zaal vol, uitverkocht. Natuurlijk jammer dat de band na zijn renie wederom niet in het Tilburgse 013 staat, iets wat ten goede was gekomen aan ruimte, zicht en geluid. In Tivoli is het gezelliger als het wat minder druk is, in 013 is dat andersom. Druk zoekende naar een plek beland ik in een hoekje op het balkon boven het podium wat zorgt voor hetzelfde uitzicht dat de muzikanten hebben.
Daar zie ik het publiek massaal samenpersen als Fear Factory aan de gang is. Het begin van de archetypische setlist kampt nog met een wat rommelig geluid en plastic drumklanken (triggers). Dat laatste blijft wel, maar de het geluid van de band herstelt, mede naar mate van het enthousiasme van de band. Constant pompen de schouders van Burton Bell op en neer en ziet tegelijkertijd regelmatig de moshpit opleven.
Vooraan staan de echte fans, waarvan ik er n echt in trance zie raken. De jongen zingt alles van voor tot achter mee met de nodige lichaamsbeweging. Anderen zoeken met meezingende evil metalblikken oogcontact. Ook meisjes die vooraan tussen de jongens in geperst staan zoeken met glunderende oogjes contact met hun idolen. Dat glunderen vergaat de meeste vooraanstaanders wel als Fear Factory maar door blijft gaan met stevig tekeer gaan. De hitte door overdreven knusheid die de moshende mensen achter hen aanduwen, loopt hoog op.
Behalve een paar keer de vraag of we het allemaal nog naar ons zin hebben is er ook een intermezzo waarin eer wordt bewezen aan de overleden gitarist Dimebag Darrell. Op een versterkertoren van de band staat dan ook met tape geschreven RIP DBD. De aandacht voor deze trieste gebeurtenis wordt gewaardeerd met luid gejoel en applaus.
Terug naar het optreden met de varirende setlist, van het oude Scapegoat tot veel nieuw werk van Archetype. Digimortal is wederom het meest genegeerde album. Misschien terecht hoewel ik een pompend Linchpin samen met vele anderen erg zou waarderen. Maar rust is er nooit, zelfs bij de meer ballad-achtige nummers overheerst de kracht van het grootse geluid van Fear Factory en blijft er dus passend rumoer in de zaal. Zoals het hoort maakt de band dit vette optreden af in n pauzeloze krachtbeweging die eindigt met Replica. Zit het toch nog mee vandaag.