Het concert is helaas niet uitverkocht, maar het is al wel vroeg redelijk druk, zodat de opener van vanavond al voor een bijna half gevulde zaal staat. Al om half 8 begint de Braziliaanse band Paradise In Flames en om eerlijk te zijn ben ik wat ambivalent. Het is geen black metal zoals de rest van de bands deze avond zullen spelen, maar een eigen twist. Dat kan altijd interessant zijn, maar ik twijfel en die twijfel blijft de gehele set een beetje bij mij.
De zangeres (bekend onder de namen: Germnia Gonalves, Miss Aileen en O. Mortis of Opus Mortis) heeft een stem die in menige opera niet verkeerd zal uitpakken. Ook kan ze wedijveren met de nodige zangeressen van female fronted bands, maar er zijn wat puntjes die bij mij niet helemaal lekker in het gehoor liggen. Ze vocaliseert regelmatig met een vibrato, die het wat mij betreft niet altijd fraaier maakt. Ook lijkt het of ze moeite heeft om haar stemvolume te temperen, want bij meerdere nummers doet ze wel vier stappen naar achteren tijdens het zingen. Niet alleen staat ze dan helemaal in het donker, maar hierdoor lijkt het net alsof ze playbackt of meezingt met een backingtrack. Dat het geen fout in de mix is, blijkt uit de live-videos die ik achteraf online heb bekeken. Dit is jammer, want ik had haar stem graag vaker horen knallen in combinatie met die van de zanger, want de keren dat ze dat wel doet, neemt het nummer enorm in kracht toe. Muzikaal klinkt het heel behoorlijk en bij een van de laatste nummers laat de zanger uit het niets ineens zijn baritonstem horen die heel verrassend klinkt.
Nog vr de eerste band het podium op gaat, lopen de leden van de Amerikaanse band Summoners Circle in volledig gewaad en schmink door de zaal op zoek naar een slachtoffer om de keel te mogen doorsnijden op het podium. Dat valt nog niet mee en de dj van Gigant werd uiteindelijk bereid gevonden dit te ondergaan.
Het keelsnijden gebeurt tijdens het eerste nummer en een flinke guts bloed stroomt over de keel van het slachtoffer en de band gaat los. Helaas is het erg donker op het podium, waardoor niet iedereen ziet wat er gebeurt. De band zet de sfeer goed naar zijn hand en zoekt ook de nodige interactie met het publiek. Het publiek kan dit alles goed waarderen en veel hoofden knikken en het is zowaar best druk voor het podium. Halverwege besluit een versterker van de band er mee op te houden, maar er wordt gewoon doorgespeeld, terwijl een technicus het apparaat probeert te repareren. Dat lukte wonderwel ook nog, waardoor de set in volle kracht afgesloten kan worden.
Het is duidelijk dat voor veel bezoekers de avond nu pas begint met de eveneens Poolse band Hate. Veel publiek verzamelt zich al voor het podium terwijl de band nog aan het opbouwen is. De driehoekige borden met schedels en schedels met geweien op statief en veel, heel veel rood licht maken de aankleding voor het podium compleet. Als alles staat, loopt de drummer het podium op en begint zijn intro.
Tijdens het intro loopt de rest van de band het podium op en de overgang naar The Wolf Queen is naadloos. Hate is een band die niet ouwehoert tussen de nummers door, maar de tijd maximaal gebruikt om zoveel mogelijk nummers te spelen. Dat kan op veel waardering rekenen in Apeldoorn, want er wordt behoorlijk geheadbanged en vrijwel alle aanwezigen knikken met hun hoofd.
De nummers worden in een moordend tempo gespeeld en zijn zo af en toe verrassend melodieus. Daarnaast bevatten veel nummers catchy riffs en dat maakt het dat Hate een gevarieerd en indrukwekkend optreden neerzet.
Al tijdens de afbouw van Hate draait er een ambient track van Batushka en is er al een bepaalde spanning voelbaar in de zaal. Het is druk bij het podium en in de zaal als eindelijk het licht dooft. Dat Batushka niet zonder controverse is, mag inmiddels voor iedereen wel duidelijk zijn. De vete hoeft hier niet nogmaals uitgesponnen te worden. Vanavond hebben we te maken met de versie van Bartlomiej Krysiuk, waarvan twee bandleden als eerste het podium blootvoets betreden in pij en met een kaarsje in hun hand.
Een voor een steken ze de kaarsen rondom de katheder aan. Het hele ritueel is de opbouw naar het betreden van het podium door de grote voorganger. Omdat er heel wat kaarsjes aangestoken moeten worden, duurt het even voordat het zover is. Die opkomst stelt niet teleur; zwaaiend met zijn wierookvat, zegent hij alle hoeken en gaten van het podium en na de nodige sacrale gebaren neemt hij plaats achter de katheder. De teksten van Batushka zijn over het algemeen nauwelijks aangepast ten opzichte van het origineel, maar wel op een dusdanige manier, dat ze ingrijpend anders zijn. Zo worden de rollen nog wel eens omgedraaid, waardoor de zanger als God tot je zingt, in plaats van dat hij tot God zingt.
Voor een wervelende show hoef je niet naar Batushka, maar de beleving is iets wat je niet snel bij een andere band zult beleven en ook niet snel zult vergeten. De aankleding van het podium, de gedragen sfeer en de rituelen die traag worden uitgevoerd, staan in schril contrast met de snelheid en de kracht van de muziek. Tijdens de set worden diverse bekende, maar aangepaste iconen aan het publiek getoond en op de katheder geplaatst. Zo huilt de messias bloed en zijn de ogen van Maria en Jezus doorgekrast en hangt het icoon ondersteboven.
De leden van Batushka praten niet tussen de nummers door en ook na afloop wordt er niet veel gesproken. Het publiek kijkt gebiologeerd toe en luistert. Het vergeet af en toe zelfs met het hoofd te knikken. Het is een uitgebreide set die gespeeld wordt en aan toegiften wordt traditiegetrouw niet gedaan. De band deelt na afloop de nog brandende kaarsjes uit aan het publiek, waar veel belangstelling voor is. Wanneer de band van het podium is, loopt de zaal langzaam leeg, waarbij het duidelijk is dat de bands een aardige indruk hebben achter gelaten bij de aanwezigen.