Voordat het zover is, mag Voivod de concertavond openen. Hoewel de groep met drummer Michel ‘Away’ Langevin en zanger Denis ‘Snake’ Bélanger twee oudgedienden in de gelederen heeft, staan de Canadezen zeer energiek te spelen en maken ze een gedreven indruk. Ze wisselen tussen toegankelijke tracks als The Unknown Knows, het Foo Fighters-achtige Fix My Heart en The Prow (geslaagde samenzang van Snake met gitarist Daniel ‘Chewy’ Mongrain) enerzijds en progressieve tracks als het titelnummer van het meest recente album Synchro Anarchy (2022) en Experiment (dat zijn naam eer aandoet) anderzijds.
Punk, rock-‘n-roll, thrash, blues, old school metal, prog: alles komt voorbij in combinatie met dissonante riffs en bijzondere zanglijnen. Het is vooral Away die de drijvende kracht is van de eigenzinnige composities. Frontman Snake krijgt bij het betreden van het podium al een hartelijke ontvangst en toont tijdens het optreden waarom. Op vermakelijke wijze accentueert hij riffs en solo’s en maakt hij robotische bewegingen. Mede dankzij hem is het een leuk optreden, waar duidelijk niet alle aanwezigen wat mee kunnen, maar een groep Voivod-aanhangers volop van geniet.
Toch is het evident dat meer dan negentig procent maar voor één band komt: Opeth. Inmiddels is de band 32 jaar actief en wordt het dertigjarig jubileum uitgesteld gevierd. Dat gebeurt met een setlist die door de fans is gekozen. Van ieder album komt het nummer met de meeste stemmen aan bod. Er is slechts één uitzondering: omdat de maximale speeltijd overschreden zou worden, is het niet mogelijk om het titelnummer van Blackwater Park (2001) of The Drapery Falls te spelen, maar staat Harvest op de lijst. Er is niet gekozen voor een chronologische volgorde, maar we springen heen en weer in de tijd.
Het optreden begint na het intro Seven Bowls van Aphrodite’s Child met Ghost Reveries en het is meteen genieten, mede dankzij de goede geluidsafstelling. In het verleden is er weleens kritiek geuit op hoe de geluidsman in Utrecht zijn werk deed en ook vandaag zijn details af en toe onder- of oververtegenwoordigd in de mix, maar dat is vaak van korte duur. Ook het zaalgeluid valt even helemaal uit tijdens Demon Of The Fall, maar het euvel is binnen enkele seconden weer verholpen. Niets dan lof voor de man achter de knoppen. Dankzij hem kun je alle details horen, van het toetsenwerk dat Demon Of The Fall bombastischer maakt tot de basloopjes van Martín Méndez, van de solo’s en het prachtige, harmonieuze samenspel van het gitaristenduo tot de fraaie samenzang en het knappe, strakke drumwerk.
Ghost Reveries en Demon Of The Fall zijn we net als Windowpane, The Devil’s Orchard en Sorceress de afgelopen jaren al veelvuldig op de setlist tegengekomen en zijn dus geen verrassingen, maar krijgen alle een zeer sterke vertolking. Dat laatste geldt ook voor het minder vaak gespeelde, maar zeer fraai uitgevoerde Eternal Rains Will Come (met prachtige samenzang van Åkerfeldt, Åkesson en toetsenist Joakim Svalberg) en een ingetogen versie van Harvest (met een mooie lichtshow). Waar velen echter op wachten is Black Rose Immortal, de kolos van twintig minuten, die zo lang duurt omdat het doel was om een nummer van minimaal twintig minuten te schrijven. Geweldig dat de heren die 'baroque meets black and death metal'-track spelen, waarmee een wens van veel fans in vervulling gaat. “En als je het niets vindt, kun je rustig naar de wc”, aldus de droogkloot van een frontman, die ook nog verklaart dat het nummer “fun to play” is, en dat zegt hij ook bij Under The Weeping Moon, al valt dat nummer van het "unusual" debuutalbum Orchid (1995) letterlijk iets uit de toon omdat de instrumenten “shockingly out of tune” zijn.
En toch blijft het genieten. Niet alleen vanwege de setlist en de goede geluidsafstelling, maar ook vanwege het plezier waarmee de heren staan te spelen. Ze hebben weleens vaker op het podium gestaan waarbij je je afvroeg of ze er wel zin in hadden. De vraag stellen is 'm beantwoorden. Er straalt speelplezier van af en er is iets meer beweging dan normaal. Vooral Åkesson komt regelmatig van zijn plek af, maar Åkerfeldt zoekt hem al tijdens Ghost Reveries een paar keer op. Later komt ook Méndez van zijn plek. Svalberg toont als altijd veel beleving en de nieuwe drummer Waltteri Väyrynen concentreert zich vooral op het zo goed mogelijk uitvoeren van zijn partijen. In vergelijking met zijn voorganger heeft hij een wat minder losse manier van spelen, maar hij kwijt zich uitermate professioneel van zijn taak en komt hier en daar met eigen interpretaties, zoals in Harvest, Burden en Alting Tar Slut.
Tussen de nummers vermaakt de frontman het publiek met droge opmerkingen over de gehuurde led-schermen en de “chamber music”-zaal van gisteren: “They kicked us out, this one is more rock”. Nadat hij temidden van de “balcony people” iemand met een Candlemass-shirt ziet, geeft hij de schuld aan ons dat hij de Candlemass-releaseshow gemist heeft, De Zweed stelt zichzelf voor (nadat hij de anderen heeft voorgesteld) met “My name is Jaap” en reageert met “Didn’t want to say it myself” op reacties als “masterpiece” vanuit de zaal. Als Eternal Soul Torture vanuit de zaal geopperd wordt, blijkt Mikael niet meer te weten hoe het "ancient" nummer gespeeld moet worden. Een stukje Blackwater Park gaat hem echter prima af. Hilarisch voor zowel publiek als bandleden is het moment dat hij tijdens Sorceress een verkeerd effectenpedaal indrukt. "Het is moeilijk om te zingen als je moet lachen". Er zijn enkele anecdotes, onder meer over de tijd rond Still Life (1999), toen Mikael tijdelijk bij Jonas Renkse van Katatonia woonde en de band bijna ter ziele ging omdat de bandleden platzak waren.
Gelukkig is Opeth actief gebleven en hoewel er kritiek is op de periode vanaf Heritage (2011) krijgen de vier ‘nieuwe’ tracks terecht een uitbundige reactie. Zo is het heerlijk headbangen op Sorceress en imponeert Alting Tar Slut met zijn meeslepende karakter en epische einde (prachtig hoe de heren de zang van elkaar overnemen). Niets gaat echter boven Deliverance, dat hoewel de epic volgend jaar waarschijnlijk voor de duizendste keer live gespeeld gaat worden, nog altijd het beste visitekaartje van Opeth is. Wat een geweldige klassieker! Wat een fantastisch einde van een memorabel concert! Ondanks enkele kanttekeningen zijn we getuige geweest van een fantastische show, waarin vooral de beleving bij de bandleden en de goede geluidsafstelling opvielen en het mede daardoor van begin tot einde genieten was.
Setlist Opeth:
1. Seven Bowls (Aphrodite’s Child-cover) (Intro)
2. Ghost Of Perdition
3. Demon Of The Fall
4. Eternal Rains Will Come
5. Under The Weeping Moon
6. Windowpane
7. Harvest
8. Black Rose Immortal
9. Burden
10. The Moor
11. The Devil’s Orchard
12. Allting Tar Slut
13. Sorceress
14. Deliverance
Setlist Voivod:
1. Experiment
2. The Unknown Knows
3. Synchro Anarchy
4. Holographic Thinking
5. The Prow
6. Planet Eaters
7. Fix My Heart
8. Astronomy Domine