De eerste band die we zaterdag spotten is de Nederlandse melodieuze death/metalcoreformatie For I Am King. In de grote tent weet de groep in de vroege middag al best voor beweging te zorgen. Dat komt voornamelijk door het charisma van frontvrouw Alma Alizadeh. Wanneer ze het publiek toespreekt hoor je een liefelijke, charmante stem, maar zodra ze haar keel openzet imponeert ze met haar brute oerbrul. Het publiek moet in het begin nog even op gang komen, maar door mensen persoonlijk aan te sporen om te gaan crowdsurfen, krijgt ze het toch voor elkaar dat er een aardige pit en verschillende walls of death ontstaan. Zo zal het drietal dat in een bananenpak de show bezoekt, het optreden nog lang herinneren. Deze worden continu, tot vermaak van het publiek, aangespoord om te gaan crowdsurfen en aan hun blije gezichten te zien, vinden ze dat zelf ook maar al te mooi. Muzikaal staat het als een huis. De gitaristen spelen de ene na de andere krachtige riff en ook nieuwe drummer Ivo Maarhuis tikt stevig door. Qua materiaal komt er muziek voorbij van beide platen, maar wordt er ook een nieuwe track gespeeld van het aankomende nieuwe album. For I Am King laat zien momenteel terecht n van de vaandeldragers te zijn van de hedendaagse Nederlandse metalcore-scene.
De emo-popformatie Hot Milk uit Manchester is een ietwat vreemde band tussen al het punk-, metal-en hardcoregeweld van dit weekend. De muziek heeft wel wat weg van Paramore en klinkt eigenlijk best als een fijn tussendoortje. De catchy tracks worden goed gebracht en het is de samenzang tussen zangeres Hannah Mee en Jim Shaw die opvalt. De nummers zelfs zijn wat simplistisch van aard, maar dat maakt ook dat veel mensen die niet bekend zijn met de muziek vrij makkelijk meezingen. Overigens heeft de groep best al een aantal fans in de tent die alles sowieso meezingen en genieten van het optreden. Vele anderen komen even kijken, maar blijven niet al te lang hangen. Wellicht komt het door het pop-achtige karakter van de muziek, maar de tent is bij dit optreden het minst gevuld. Niet helemaal terecht, want Hot Milk speelt prima.
Holding Absence maakt stevige moderne rock, met af en toe wat hardere vocalen. Voor de rest is het een vrij tamme band. Voor de mainstream-rockliefhebbers is het een uitstekende groep, maar wie zin in wat stevigers heeft, laat Holding Abscence in de Vulture-tent schieten. Het optreden is dan ook degelijk, maar nergens memorabel. De leden spelen naar behoren, maar het songmateriaal komt wat uitgeblust over. Het zijn de wat meer up-tempo nummers als Like A Shadow en Afterlife die voor meer bezieling zorgen bij zowel publiek als de formatie zelf. Toch wil het optreden niet echt vlammen en weet de groep zelfs af te sluiten met het meest langdradige en saaie nummer van de dag (Wilt).
Het meest erbarmelijke optreden van het weekend vindt vandaag plaats in de Buzzard-tent. The Hell maakt zich daar compleet belachelijk met een soort van geforceerde macho hardcore-mix. Met zeven personen op het podium waaronder drie mannelijke vocalisten en een vrouw is het een ongeorganiseerde chaos. Er wordt nog gepoogd om een soort van stoer gang-imago te creren met zakdoeken voor de mond, maar er zit een verschil in het gewoonweg dragen van kledingstukken of het echt uitdragen van een imago. De uitstraling komt hier niet overheen en het belachelijke songmateriaal helpt ook niet mee. Muzikaal is het een mix met voornamelijk hardcore, maar ook met nu-metal- en hiphop-invloeden. De bandleden lijken maar wat te doen op het podium en schreeuwen en brullen maar wat teksten door elkaar heen, waardoor het allemaal onsamenhangend en slordig overkomt. Desondanks is er een klein clubje die voorin op alles springt en rondrent. De rest van de bezoekers in te tent kijkt wat apathisch toe, maar er zijn al meer dan genoeg die het optreden niet uitzien en op zoek gaan naar beter vermaak.Oceans Ate Alaska is een interessante, djent-achtige moderne metalcore-groep uit Birmingham. De band speelt veel met songstructuren en experimenteert er lustig op los. Het is dus niet meteen de meest toegankelijke metalcore, maar het wordt wel heel goed gebracht. De formatie heeft nog maar twee platen uitgebracht en kan voornamelijk gezien worden als "een band om in de gaten te houden". De Vulture-tent is ook helaas nog maar voor de helft gevuld wanneer Oceans Ate Alaska aan zijn set begint. Met High Horse trapt de formatie in ieder geval af met fikse snelheid. De tempowisselingen volgen elkaar snel op en het is vooral drummer Chris Turner die imponeert met zijn snelle double-bass. Het nummer slingert het publiek van het ene uiterste naar het andere en dat is iets wat de het gehele concert zal blijven gebeuren. Wellicht door het wat onnavolgbare karakter krijgt de band de toeschouwers niet echt mee. Pas bij afsluiter Escapist ontstaat er een grote circlepit. Desondanks wat dit absoluut een memorabel optreden. Niet zozeer qua interactie en publieksparticipatie, maar met zeer sterk gespeelde muziek.
Het punkrock-gehalte op het festival is dit jaar niet bijzonder groot. Er zijn wel degelijk genre-bands te vinden, maar ze worden toch wat ondergesneeuwd door de hardcore- en metalcoreformaties. Het uit Spanje afkomstige Main Line 10 is een groep die melodische hardcore en punkrock combineert. Op plaat komt de opzwepende muziek goed over, maar live is de formatie niet op zijn sterkst. Vooral de zang van frontman Adri valt een beetje uit de toon. Desondanks werkt het kwartet hard en komt het gemotiveerd over. Veel scheurende gitaren en makkelijk meezingbare refreinen doen het halve werk en tot genoegen van de mannen zijn er stagedivers te bespeuren en wordt er voorin vrolijk gemosht. Het wordt nergens een memorabel optreden, echter is dit wel een vermakelijk tussendoortje.
Dat Electric Callboy (voorheen Eskimo Callboy) inmiddels is verworden tot een gimmick-band kan de heren niets schelen. Sterker nog, ze genieten er uitbundig van en buiten het gegeven maximaal uit. En geef ze eens ongelijk, want de dikwijls hilarische clips, met de daarbij horende catchy muziek slaat enorm aan. Het is dus niet verwonderlijk dat de tent al voordat het optreden begint uitpuilt van de mensen. Wanneer de mannen, uitgedost met pruiken en fluoride jarennegentig-trainingsjasjes, het podium opkomen en meteen de hit Pump It inzetten, is het gelijk feest. In het publiek komt op den duur alles voorbij. De wall of death, circelpits, een enorme lading aan crowdsurfers en de groep krijgt het zelfs voor elkaar dat het publiek op zijn Snollebollekes arm in arm van links naar rechts heen en weer zwalkt. Muzikaal laten de mannen ook geen steken vallen. Vooral beide vocalisten maken indruk met hun grote arsenaal aan geluiden. Uiteraard ontploft de zaal bij megahit Hypa Hypa, maar ook afsluiter We Got The Moves veroorzaakt een zelfde effect. Het is dan ook heerlijk losgaan op de energieke metalcore gemengd met techno. Het is niet ondenkbaar dat wanneer de formatie in de toekomst terugkomt, deze een keer de headlinerspositie inpikt. Met het optreden van vandaag laten de heren dan ook zien dat het een band is om in de gaten te houden.
Het Zweedse No Fun At All is een heerlijk vermakelijke punkrockband die bij tijd en wijlen veel weg heeft van onder andere Pennywise en Bad Religion. De formatie die al sinds 1991 actief is, is wellicht weinig origineel, maar vooral effectief in zijn simpelheid. Dat kan ook gezegd worden van het optreden vandaag. Op het podium is het allemaal niet heel spannend, maar de nummers worden lekker gebracht. De setlist van vandaag staat vooral in het teken van het klassieke album Out Of Bounds (1995) en bijna alle tracks van deze plaat komen voorbij. Dat betekent dus genieten van songs als In A Rhyme, Pleasure Is To Be Insane, Nothing Personal, Out Of Bounds en hits Beat 'Em Down en Master Celebrator.
Het meest opmerkelijke optreden van de dag (of zeg gerust het hele weekend) is die van Frank Carter & The Rattlesnakes. Bij aanvang van het optreden biedt de frontman alvast zijn excuses aan dat hij niet in opperbeste staat verkeert. De dag ervoor heeft hij tot laat gefeest bij een Metallica-concert, maar hij gaat zijn uiterste best doen. Echter als dit n van zijn mindere dagen is, dan maakt dat heel benieuwd naar zijn betere. De zanger die n en al ondeugd uitstraalt, zet de volledige tent op zijn kop. Het begin met het fijne My Town is nog rustig, maar vervolgens vliegt hij tijdens Tyrant Lizard King het publiek in en klimt hij in n van de palen van de tent. Niet veel later laat hij zich van daar opvangen door de toeschouwers en blijft dan ook voor een lange tijd tussen de fans. Daar is hij tijdens het zingen actief in de moshpits, organiseert circlepits, waarin hijzelf net zo hard rondrent, om even later in een roze opblaaspelikaan al crowdsurfend over het publiek te gaan. Zo zorgt Carter continu voor vertier en is het afwachten wat voor onvoorspelbare streken hij daarna uit gaat halen. Muzikaal is het allemaal niet te ingewikkeld en kan Carter zich naast het zingen van zijn lyrics vooral focussen op het entertainen. Het gevolg is wel dat het publiek vrijwel meer oog heeft voor wat hij uitvreet, dan voor het muzikale gehalte. Dat laatste gedeelte zit echter ook wel degelijk goed in elkaar. Er wordt veel gefocust op het nieuwe album Sticky (2021), maar ook tracks als Wildflower en Crowbar krijgen een geslaagde vertolking. Als laatste stuiptrekking helpt Frank zijn roadies alvast mee en breekt het podium eigenhandig al af. Hij trapt de microfoonstandaards om en trekt het drumstel uit elkaar. Daarna verdwijnen de heren van het podium onder een luid applaus. Dit is absoluut n van de meest vermakelijke optreden van het weekend.
Dan is het tijd voor de grootmeesters van hardcore. Het hele weekend zijn er al volop hardcorebands te zien geweest, maar het meest lijkt er uitgekeken te worden naar Terror. De tent puilt bij aanvang al helemaal uit en voor de band is het vervolgens maar een koud kunstje om de boel op gang te krijgen. Met het onlangs uitgekomen nieuwe album Pain Into Power keert de formatie succesvol terug naar rauwe, in your face hardcore. Korte en compacte nummers die met veel kracht en bombarie gebracht worden. Bij aanvang komt het titelnummer meteen voorbij en frontman en boegbeeld Scott Vogel loopt als een prediker heen en weer op het podium en spuwt agressief zijn teksten uit. Vervolgens raast de band als een bezetene door zijn discografie heen en schotelt het publiek nieuwere tracks voor, alsmede zijn klassiekers. Uiteraard is het complete chaos met One With The Underdogs, Stick Tight en Always The Hard Way, maar het nieuwe Can't Help But Hate klinkt ook fenomenaal. Grootste hit Keepers Of The Faith wordt voor het laatst bewaard en zorgt voor de meeste interactie. Terror speelt vandaag zoals Terror altijd speelt en gaat er met een gestrekt been in en voor de vele hardcore-fans op dit festival is dit optreden waarschijnlijk n van de hoogtepunten.
Eigenlijk zou het Hatebreed zijn die op de planken behoort te verschijnen, maar helaas heeft de band rondom frontman Jamey Jasta afgezegd. Frontman Andrew Neufeld van Comeback Kid bedankt Hatebreed er vandaag vriendelijk voor, omdat zij er nu voor in de plaats mogen spelen. De Canadese hardcorepunkband zet deze dankbaarheid dan ook om in een krachtig concert. Waar Terror hiervoor al de tent in vuur en vlam zette, doet Comeback Kid dat nog dunnetjes over. Het optreden begint al met een sublieme opening. Phil Collins klinkt uit de speakers met In The Air Tonight en wanneer de befaamde drumsolo hoort te beginnen, neemt drummer Logan Legare het over en leidt Heavy Steps van het gelijknamige nieuwe (en tevens heerlijke) album in. Om deze plaat voor te stellen aan het publiek komen hiervan ook nog Dead On The Fence en Crossed voorbij. Hoogtepunten dienen zich vervolgens aan in de vorm van Falls Idols Fall, Should Now Better, Wasted Arrows en afsluiter Wake The Dead. Uiteraard is het publieksfavoriet G.M. Vincent And I die ervoor zorgt dat er massaal meegezongen en gemosht wordt. Hatebreed wordt gemist dit weekend, maar Comeback Kid laat horen meer dan een prima vervanger te zijn.
Waar Bullet For My Valentine in de begindagen hoge ogen gooide met platen als The Poison (2005), Scream Aim Fire (2008) en Fever (2010), vergooide het zijn reputatie daarna net zo hard met belabberd materiaal. Het uit 2018 afkomstige Gravity was het dieptepunt. Amper gitaren en veel electrobeats, afgewisseld met cleane zang in plaats van de kenmerkende screams moesten zorgen voor een opleving. Het was te verwachten dat dit niet zou aanslaan en als tegenreactie bracht de formatie vorig jaar het naar zichzelf vernoemde album Bullet For My Valentine uit. Hierop sloeg de band wild om zich heen en kwam deze ruw voor de dag, maar echt memorabel was ook dit niet. Het enige wat echter al die tijd fier overeind is blijven staan, zijn de live-optredens. Dat laat Bullet For My Valentine vandaag ook voortreffelijk zien. Met een setlist die grotendeels gezien kan worden als een best-of, komen alle klassiekers voorbij. De nadruk ligt voornamelijk op de eerste drie platen, afgewisseld met wat nieuw materiaal. Zo wordt er meteen sterk afgetrapt met het Machine Head-achtige Your Betrayal en wordt deze opgevolgd door Waking The Demon. Bij uitstek valt hier het snelle drumwerk op, alsmede dat frontman Matt Tuck prima bij stem is en vooral gemotiveerd lijkt om afgehaakte zieltjes terug te winnen. Met een imposante lichtshow en strakke set lijkt dit ook daadwerkelijk te gebeuren. De formatie maakt geen fouten en speelt vlekkeloos en het publiek gaat tekeer op favorieten als 4 Words (To Choke Upon), All These Things I Hate (Resolve Around Me, Tears Don't Fall en uiteraard afsluiter Scream Aim Fire. Tracks als Knives, Over It en Shatter zijn wat minder bekend en halen ook een beetje de energie uit het optreden. Desondanks krijgen ook deze een sterke vertolking. Tussen al het hardcore-, punk- en metalcoregeweld is Bullet For My Valentine best even een verademing met zijn gitaarsolo's. Het is dan ook absoluut n van de betere optredens van de dag. Hopelijk houdt de band deze energie vast en weet deze die in de studio eindelijk weer eens om te zetten naar een echt memorabele plaat.
De verrassing van de dag is wellicht Bad Religion. Op zich is dat vreemd, want de punkrock-legende gaat al meer dan veertig jaar mee en is live absoluut niet de meest spannende band. Zeker wie de groep de laatste jaren zag optreden, zag voornamelijk bandleden die zich routineus door het materiaal heen werkten. Vandaag echter niet. Alsof drie jaar stilstaan het heilige vuur heeft aangewakkerd gaan de mannen er volop voor. Met meer energie en beleving speelt de band de ene na de andere klassieker. De setlist bestaat dan ook bijna louter uit hoogtepunten. Recipe For Hate, Do What Yo Want, Los Angeles Is Burning, Generator, No Control, Infected, I Want To Conquer The World, 21st Century Digital Boy, Sorry en You; ze komen allemaal voorbij. Daarnaast is er ook nog ruimte voor het fantastische Epiphany en komen uiteraard Punk Rock Song en American Jesus ook voorbij. Als Bad Religion dit live blijft volhouden, laat de mannen dan nog maar veertig jaar doorgaan.
De headliner van vandaag is Rise Against. Ondanks dat de formatie hedendaags een grote naam is, is zijn positie discutabel. Zeker als je kijkt naar dat de muzikale hoogtijdagen van de formatie al jaren voorbij zijn en de platen die tegenwoordig uitgebracht worden louter bestaan uit krachteloze poprock. Dat was in de begindagen wel anders toen de heren er nog met vol gas tegenaan gingen. Desondanks presenteert de formatie een prima live-show die goed in elkaar zit. Bij aanvang wordt er zelfs meteen met scherp geschoten wanneer Rise Against aftrapt met Prayer Of The Refugee. De band houdt hierna het tempo erin. Favorieten als Satellite, Help Is On The Way en Ready To Fall komen al vroeg in de set voorbij en kunnen op veel respons rekenen. Gelukkig speelt de groep veel materiaal uit zijn verleden en laat deze het recentere en zoetsappige materiaal grotendeels achterwege. Helaas spelen de mannen het wel wat op veilig en komt er van het hardere en oudere materiaal (op Give It All na) van de eerste albums niets voorbij. Desondanks is het wel het rustige Hero Of War dat voor het meest memorabele moment zorgt. De ingetogen track creert een groot meezingkoor vanuit het publiek en kweekt bij een aantal zelfs wat emotie los. Savior is uiteindelijk een krachtige afsluiter en laat het publiek nog n keer losgaan. Het sympathieke Rise Against laat zien en horen live zeer sterk voor de dag te komen. Toch valt te zien dat niet iedereen gecharmeerd is van de poprock en de tent is ook lang niet zo vol als een dag ervoor bij The Offspring. Het zal voor velen niet het hoogtepunt van het festival zijn, maar vermakelijk is het wel.En dan zit Jera On Air 2022 er ook weer op. Het was de eerste editie na de epidemie en vervolgens (op een paar dagkaarten na) ook nog eens helemaal uitverkocht. De organisatie heeft voor een prima editie gezorgd. Veel afwisseling qua bands en genoeg vertier buiten de muziek om. Met meerdere podia was er altijd wel ergens iets te doen en dan was er ook nog meermaals een vermakelijke stuntshow met fietsen te bewonderen. Er waren veel hoogtepunten, zoals Ellectric Callboy, Frank Carter & The Rattlesnakes, The Offspring, Beartooth, Terror en Stick To Your Guns en nog veel meer. Te veel om op te noemen en door het overvolle programma hebben we ook niet eens alles gezien. Ook de horeca was prima vertegenwoordigd en met voldoende keuze. En het mag gezegd worden dat de prijzen, vooral vergeleken met andere festivals, heel erg meevielen. Het blijft uiteraard duur, maar de prijs van een drankje lag ditmaal niet veel hoger dan wat je hedendaags in de horeca ziet. Daarnaast een pluim voor de organisatie, die heeft laten zien dat het adequaat kan optreden wanneer het tegenzit. Bands die last-minute hun optreden afzegden, kregen een prima vervanger en Stick To Your Guns heeft zich legendarisch gemaakt door tweemaal op te treden. Ook werd er goed ingegrepen bij het noodweer op de donderdag en kreeg het drassige veld een dag later een mooie laag houtsnippers, zodat het begaanbaar bleef. De volgende editie is al aangekondigd en liefhebbers van punkrock, hardcore en metalcore kunnen 23, 24 en 25 juni alvast in hun agenda noteren.