Donderdag
Na een leuke preparty begint het festival vanmiddag officieel. De aftrap wordt verzorgd door het Canadese Big Brave in 'The Terminal', de grootste zaal in de Koepelhal. Bij binnenkomst valt direct op dat de Koepelhal ten opzichte van de vorige editie beter is ingericht. De verdeling qua zaalgrootte is beter en de ruimtes zijn verduisterd, waardoor de zaal ook overdag veel sfeervoller is. Ook Big Brave is geen debutant op Roadburn. De groep stond in 2018 nog in Het Patronaat. Sindsdien is de populariteit van het drietal aardig toegenomen. Ondanks het vroege tijdstip is de zaal vrijwel volledig gevuld. De combinatie van drone, doom, ambient en industrial komt goed uit de verf, vooral door het contrast tussen de zware drum- en basaanslagen en de emotionele, rauwe zang van Robin Wattie. Ondanks het monotone karakter van de muziek weet Big Brave gedurende het hele optreden te boeien. (Rik)
Op de vroege middag kondigt zich al direct een van de hoogtepunten van de dag aan in de vorm van het Franse postrockgezelschap BRUIT =. De fenomenale, zwaar orkestrale en cineastische post-rock houdt qua stijl het midden tussen Mono en Godspeed You! Black Emperor. Tegelijkertijd doen we het gezelschap uit Toulouse daarmee tekort, want de band heeft een geheel eigen sound ontwikkeld, die tegelijkertijd dromerig, melancholisch, spannend en intrigerend is. De nummers passeren makkelijk de tienminutengrens, maar zijn zo vernuftig opgebouwd dat de tijd voorbij vliegt. De cello heeft een belangrijke plek in de sound van het gezelschap. Het is een geweldig gezicht om te zien hoe gepassioneerd Luc Blanchot dit instrument bespeelt. BRUIT = wordt vanmiddag bovendien bijgestaan door koperblazers, waardoor de orkestrale elementen in de muziek nog verder versterkt worden. De band sluit af met The Machine Is Burning, een nummer dat zich ontpopt tot n van de mooiste post-rocktracks die ik ooit heb gehoord. Wt een prachtig, weemoedig meesterwerk! BRUIT = blijkt een van de grootste verrassingen van het festival en zet zichzelf op de kaart als een groep om rekening mee te houden. (Rik)
Big Brave heeft in The Terminal het festival afgetrapt. Aan Forndom de eer om als eerste op The Next Stage te spelen. Deze Zweedse eenmansband had al een uitnodiging ontvangen voor de editie van 2020 op basis van het album Fair. Ik meng me tussen het publiek dat waarschijnlijk ook best te porren is voor een portie ambient/neofolk, maar dit optreden is nogal... bijzonder. De heer Swrd zit stilletjes op het podium. Zijn lier staat ongebruikt naast hem. Eigenlijk gebeurt er weinig meer dan dat zijn cd'tje opgezet wordt en de zanger zijn teksten oplepelt. Soms staat hij op om voor korte tijd in de rook te verdwijnen. Al snel lopen de eerste mensen de zaal uit en na drie nummers besluit ook ik mijn tijd elders te besteden. (Ruud)
We zien dit weekend heel wat groepen die al vaker in Tilburg zijn neergestreken. Ook Year Of No Light is geen onbekende. Ditmaal staat de Franse sludge/post-metalgroep op de planken in het kader van de Pelagic Records-showcase, waarin meerdere bands van dit prima label een plekje op het festival hebben gekregen. Op papier is Year Of No Light dan ook wel een typische Roadburn-band (althans, in de 'oude stijl' van het festival). De muziek bevat elementen van Neurosis, Amenra en Cult Of Luna. Toch is Year Of No Light voor mij altijd een beetje een 'net niet'-band geweest en dat gevoel wordt vanmiddag bevestigd. Ondanks het prima geluid en de fraaie lichtshow is de muziek eigenlijk net te saai om echt potten te breken, zeker als er vanuit achter in de zaal nauwelijks te zien is wat er op het podium gebeurt. Na een half uurtje houd ik het dan ook voor gezien. (Rik)
Normaliter bereidde ik mijn bezoeken aan Roadburn tot in de puntjes voor, maar door allerlei redenen wist ik van het Hongaarse gezelschap Platon Karataev weinig meer dan dat het wel eens in mijn straatje kon vallen. De verrassing die mij te wachten stond, brengt nog steeds een zalige glimlach op mijn gezicht. Dit kwartet speelt heerlijke psychedelica met postrocktrekjes. Niet alleen klinkt het smaakvolle gitaargeluid fantastisch, maar ook schuilt er in Sebestyn Czak-Kuraly een erg goede zanger. Live klinkt het allemaal wat steviger dan op plaat, al is er ook zeker ruimte voor het sfeervolle, rustige werk. Deze band heeft zo'n lekker geluid en het komt er allemaal zo vloeiend uit, dat ik me eigenlijk verbaas dat dit niet bekender is. Misschien is daarom de Kalka-cover wel tekenend, ondanks dat de zanger beweert dat deze groep ooit in Nederland een hit scoorde. Ik heb er nooit van gehoord. (Ruud)
Ook het Italiaanse Messa maakt niet voor de eerste keer zijn opwachting tijdens Roadburn. Het gezelschap speelde er al in 2019. Ditmaal speelt de groep rondom zangeres Sara Bianchin echter op het hoofdpodium om de nieuwe langspeler Close integraal te vertolken. Het album, dat in maart dit jaar verscheen via Svart Records, laat een verbreding van de doomsound van de begindagen horen, waarbij de band nadrukkelijker experimenteert met ambient, folk en stuwende rockpassages. In combinatie met de fraaie, hemelse zang van Bianchin doet Messa wel wat denken aan het Belgische Batsheba. Hoewel de visuele aankleding van het optreden te wensen overlaat (de enorme backdrop bevat louter het eerlijk gezegd nogal armoedige logo), weet Messa in muzikaal opzicht wel te boeien. De afwisseling tussen zware doompassages, stuwende rockriffs en ingetogen, dromerige ambient- en folkpassages pakt goed uit. (Rik)
De Toulouse-scene is rijkelijk vertegenwoordigd vandaag. Naast BRUIT = is ook de 'Artist in Residence' van het festival, de spacerockformatie Slift, uit de Zuid-Franse stad afkomstig. Vandaag is de eerste uit een reeks optredens. De performance staat in het teken van Ummon, de in 2020 verschenen, goed ontvangen langspeler van deze groep. Ik zorg dat ik op tijd in The Terminal aanwezig ben, want eerlijk gezegd staat er wat mij betreft dit jaar te weinig van dit soort psychedelische muziek op het programma. En Slift doet waar ik op hoop: de tent volledig afbreken met fantastische, 'fuzzy' psychedelische spacerock met lange, instrumentale passages die het publiek in collectieve trance krijgen. De band beukt en schuurt er regelmatig op los, waardoor de temperatuur alleen maar verder toeneemt, maar schakelt ook regelmatig terug naar psychedelisch, geestverruimend gepriegel. Heerlijk optreden! (Rik)
De meest pijnlijke keuze die wat mij betreft gemaakt moet worden op Roadburn 2022 is Slift (die zijn laatste, fenomenale album speelt) of 40 Watt Sun. Omdat Slift na vandaag nog twee sets speelt, haast ik me al snel naar de grote zaal van de 013, omdat Patrick Walker en zijn band nooit teleurstellen. 40 Watt Sun heeft eveneens een nieuw, ijzersterk album als troefkaart en daarvan worden alleen Until en Raise Me Up gespeeld. Nee, de meeste aandacht gaat naar het onvolprezen Wider Than The Sky waarvan Stages zowel het hoogtepunt als het einde is van dit geweldige optreden. De muziek van Patrick Walker raakt je recht in je hart en zijn stem klinkt fantastisch zoals altijd. Daar zit de kracht van 40 Watt Sun. Het is allemaal niet ingewikkeld of heel origineel, maar als geen ander weet deze zanger zijn emoties over te brengen. Je zou denken dat Walker's leven vol verdriet en ellende zit. Zo mooi en oprecht klinkt zijn muziek. (Ruud)
Aangezien Trialogos mijn aandacht niet vast weet te houden, besluit ik op goed geluk eens wat anders te proberen. In de Hall of Fame staat Lili Refrain en na een korte wachtrij zie ik een dame met duistere make-up die klinkt als een soort hypnotiserende kloon van Chelsea Wolfe. De Italiaanse weet in haar eentje een bijzonder geluid neer te zetten, waarin ze afwisselend gitaar en synths bespeelt, zingt en loops inzet. Het heeft iets dansbaars en meditatiefs. Een lastig te vatten artiest, maar met intrigerende muziek die vraagt om thuis eens opgezet te worden. (Nicole)
We vallen in herhaling, maar ook Slstafir speelt niet voor het eerst op Roadburn. In 2015 mochten de IJslanders al hun kunsten vertonen op het hoofdpodium. Dat optreden was nogal wisselvallig door het onnodige getut tussen de nummers. Vanavond speelt het eigenzinnige gezelschap het prachtige Svartir Sandar-album integraal, ter ere van het tienjarige jubileum. Sommige tracks zijn vast onderdeel van het liverepertoire (het zeer fraaie, dromerige Fjara bijvoorbeeld), maar veel nummers worden zelden tot nooit live vertolkt. De band komt zoals altijd een beetje nors over, maar speelt vol overgave, visueel ondersteund door de fraaie tekeningen die ook in het artwork van het album te vinden zijn. Wie Slstafir pas bij de laatste platen heeft ontdekt, zal merken dat de muziek bij vlagen behoorlijk woest en onstuimig is. De wat klagerige, cleane zang van de boomlange frontman Aalbjrn Tryggvason is een kwestie van smaak en versterkt het eigenzinnige karakter van de band maar gaat wat mij betreft perfect samen met de stoere en emotionele smeltkroes van viking, black en post-metal. Ik was in eerste instantie wat sceptisch over de speelduur, maar Slstafir weet anderhalf uur te intrigeren. (Rik)
Laat ik maar eerlijk zeggen dat ik absoluut geen liefhebber ben van grindcore en daarmee ook niet van artist in residence Full Of Hell, maar ik zou liegen als ik me hier niet vermaakt heb. Afgaande op de projectie op de backdrop, spelen deze Amerikanen Trumpeting Ecstacy volledig. Het zal wel. Mijn aandacht gaat volledig uit naar Dylan Walker, die als een kind met extreme ADHD over het podium springt. De tranen rollen over mijn wangen van het lachen. De band speelt in elk geval wel heel strak en ook het publiek reageert goed. Gezien de vele t-shirts van Full Of Hell, mag deze band op veel fans rekenen. (Ruud)
Een van de leuke extra's bij Roadburn is altijd de verrassingsoptredens die gedurende de dag worden aangekondigd. Dit jaar maakt de cultkroeg Little Devil officieel onderdeel uit van het festival. Een uitstekende zet, ook al ligt het caf eigenlijk net te ver van de overige locaties. Toch besluit ik vanavond de tien minuten door te stappen om Iffernet te zien. Deze rauwe blackmetalband is het nevenproject van leden van Sordide, die op zaterdag op het programma staan. De simpele, primitieve black metal gaat er op dit tijdstip goed in. Iffernet laat puur oldschoolgerammel horen. Twee man staan op het podium een gitarist en een drummer. Laatstgenoemde rost niet alleen zijn drumstel meerdere malen bijna naar de knoppen, maar neemt ook nog eens de ijzige suicidal screams voor zijn rekening. De originaliteit is ver te zoeken, maar de uitvoering is prima en de intieme setting, waarbij het publiek bijna op de band geplakt staat, voegt extra charme toe aan dit weldadige gepruttel. (Rik)
Na het gebeuk van Iffernet pik ik nog een stukje mee van Russian Circles op het hoofdpodium. De Amerikaanse, instrumentale post-rock/metal valt wat mij betreft in de categorie 'aardig' en is in die zin vergelijkbaar met Year Of No Light. Platen als Memorial (2013) en Blood Year (2019) zijn prima te pruimen, maar missen de emotionele diepgang die de echte hoogvliegers in dit genre wel hebben. Die indruk wordt vanavond bevestigd. Eerlijk is eerlijk: de band speelt uitstekend en weet de logge, stroperige riffs en het stuwende drumwerk zeer professioneel te brengen, maar de nummers zijn iets te eentonig om op dit late tijdstip de aandacht vast te houden. Na een klein half uur houd ik het voor gezien. (Rik)
Een rustige afsluiter is The Bug niet op de eerste festivalavond. Nee, het is zware en moddervette, donkere hiphop. Of is het grime, dub of dancehall? Genregrenzen worden in ieder geval flink opgerekt. Een verrassende keuze en een die je niet direct op Roadburn zou verwachten. De drie mannen op het podium en met name de gitarist zetten een explosieve show neer, vergezeld van een bijpassende lichtshow. Na twintig minuten houd ik het voor gezien. De vermoeidheid wint van The Bug, zeker met nog drie festivaldagen te gaan. (Nicole)
Met dank aan Niels Vinck voor foto's.