Het lijkt misschien vreemd dat een band de ene dag in het kleine Hall Of Fame optreedt en de andere dag in Melkweg staat. Naast de twee grote zalen is er in de Amsterdamse poptempel echter ook nog een klein bovenzaaltje en dat is prima geschikt voor Port Noir. Het is even zoeken. Trap op, langs kluisjes, een bar ... maar uiteindelijk vinden we dan toch de ingang van de vrij breed opgezette zaal. Het balkon dat nauwelijks de titel balkon waard is, is afgesloten. Het zal dus wel niet zo druk worden vanavond.
Dat blijkt inderdaad het geval te zijn, maar dat biedt iedereen de mogelijkheid om de heren ondanks het lage podium toch goed te kunnen zien. Het alternatieve rock-trio trapt af met Young Bloods en heeft daarmee meteen de aandacht.
Vervolgens is het tijd voor Flawless. Hier en daar wordt voorzichtig meegezongen, maar voor de meeste aanwezigen is het werk redelijk onbekend. Toch is men onverdeeld te spreken over de lekker rockende nummers. De flirts met elektro en dance zijn niet van dien aard dat men volledig afhaakt en in een tijd dat muziek in overvloed beschikbaar is, zijn het juist de genrebuigende bands die interessant zijn. Dat zal zeker gelden voor het doorgaans kritische c.q. verwende Amsterdamse publiek.
De koers van de laatste twee platen is echter wel een stuk softer. Echte rockers hebben plaats gemaakt voor wat geliktere nummers. Dat lijkt de Zweden zelf beter te bevallen gezien ze ook de ultieme rocker en single Tide van het debuutalbum Puls (2013) niet in de setlist opgenomen hebben.
Het wat ingetogenere spel past ook beter bij de attitude van de band. Zowel zanger/(bas)gitarist Love Andersson in zijn retrojasje als Andreas Hollstrand met zijn spijkerbroek met gaten zijn vooral in hun eigen wereldje gekeerd. Slechts een enkele keer wendt Anderssonzich overtuigd maar beheerst tot het publiek. Nee, de heren van Port Noir zijn geen stoere rockers met bijbehorende hardcore attitude. Het is de verfijning die spreekt. Dat drummer Andreas Wiberg zich met regelmaat flink uitleeft op zijn pannenset, doet daar helaas(!) weinig aan af.
Wat dat betreft is er nog wel wat werk aan de winkel. Het oog wil ook wat. Maar omdat Andersson de zang voor zijn rekening neemt, is hij het grootste deel van het optreden aan zijn microfoon gekluisterd. Dat is op zich niet erg, ware het niet dat hij zijn blik vrijwel continu omlaag of op zijn gitaar gericht heeft. Als hij dan eindelijk van zijn gilstokje bevrijd is, draait hij zich vaak weg van het publiek.
Ook Hollstrand kan nog wel een paar performancetips gebruiken. Hij verbergt zich grotendeels achter de muziekstandaard waarop zijn effectenpaneel voor de elektro- en dance-stukken staat. Zodra hij zijn gitaar oppakt, hangt hij ineens stoere rocker uit. Het is een dissonantie die kenmerkend is voor de podiumpresentatie van het trio.
Toch levert het een vermakelijk avondje op waarbij de heren overtuigend laten horen waar ze muzikaal voor staan. Waar ze precies heen willen, is wellicht gewoon nog in ontwikkeling. Het product is duidelijk nog niet uitgekristalliseerd. Dat de nummers van het debuutalbum het beste uit de verf komen en het meest aanslaan, onderstreept dat. Maar de mannen zullen ongetwijfeld blijven schaven, schuren en polijsten aan hun briljantje. En dan zullen we zien waar ze op uitkomen.
Setlist:
1. Young Bloods
2. Flawless
3. Champagne
4. Low Lights
5. Onyx
6. Sun D Man
7. Define Us
8. Neon
9. Blow
10. Old Fashioned
11. 13