Terwijl het intro Náttfari klinkt, zijn op de achtergrond beelden uit een film te zien en betreden de bandleden het podium. Nadat de instrumenten zijn ingeplugd, beginnen de heren met 78 Days In The Desert, gevolgd door Köld. Beide tracks komen uitstekend uit de verf door het prima afgestelde geluid en de prima uitvoering. Zelfs de orgelpartijen in het titelnummer zijn goed te horen. De instrumentatie is intens en de vocalen worden met veel emotie gebracht.
Na Köld spreekt zanger/gitarist Aðalbjörn Tryggvason het publiek toe. “Never seen this coming. This album is a milestone in our career. We will play it in its entirity. We do this once in a lifetime. Not because we don’t love it, but because we have many other songs to choose from.” Ondanks dat het titelnummer bij sommige fans favoriet is, blijkt Pale Rider vandaag een groter succes. De lichtshow voegt juist in deze verhalende, filmische track veel toe en de bandleden lijken nog net een beetje extra van zichzelf te geven. Zo klinkt de wanhoop goed door in het stemgeluid van Tryggvason ("I don't know where to go") en zijn de secties met blasts en een Primordial-achtige muur van geluid intens.
Ook Necrologue komt sterk over. De kalme track toont een heel andere kant van het IJslandse kwartet wordt ingeleid met een verhaal van de frontman. Hij herinnert dat de band boven een sexshop aan het repeteren was, dat het nummer binnen een uur geschreven was en over een overleden vriend ‘Kittie’ ging, die zelfmoord had gepleegd. Het wordt doodstil in de zaal. Aandachtig volgt men het verhaal. “Kittie was fighting demons. He felt different. He gave up. You feel different. Don’t give up. Keep on fighting.” Necrologue is fraai gearrangeerd met sterk soleerwerk en World Void Of Souls met effecten op het gitaarspel.
De bandleden hebben het prima naar hun zin. Vooral bassist Svavar Austman toont veel beleving. Gitarist Sæþór Maríus Sæþórsson is zoals altijd de rust zelve. Drummer Hallgrímur Jón Hallgrímsson houdt zich op de achtergrond, maar krijgt de spotlights op zich gericht als de frontman grapt dat hij gaat soleren als iemand hem geld geeft. Prompt krijgt hij tien euro van iemand uit het publiek en er volgt wat kort soleerwerk, tot hilariteit van het publiek. Ook komt de vraag: “Should we do a few Pantera covers? Or play Cowboys From Hell?” en is er een voorstelronde, waarbij aangegeven wordt dat Austman “was voted sexiest man from Iceland four times in a row”. Sommigen hadden liever gezien dat de band wat extra nummers speelde, anderen kunnen de humor wel waarderen.
Daarna is er weer ruimte voor muziek. De ‘hit’ Love Is The Devil (And I Am In Love) volgt en de reguliere set eindigt met Goddess Of The Ages, waarbij de publieksparticipatie aangemoedigd wordt (“1, 2, 3, 4” en dan gejuich). Helaas valt het scherm uit, waarop tijdens het optreden vooral het logo van de band te zien is. Ook in de toegift gaat niet alles goed. Zo eindigt het overig uitstekend uitgevoerde Ótta, een van de publieksfavorieten, abrupt in de laatste seconden. Het gemêleerde en internationale publiek (velen verschijnen in een shirt of hoodie met bandlogo) kan er wel om lachen.
Iedereen heeft zo zijn eigen favoriet en zingt zo nu en dan mee. Na afloop van elke track klinkt veel waardering door middel van gejuich en applaus. Een idolate fan schreeuwt het meermaals uit. Bláfjall en Fjara vormen een overtuigend slot van een Sólstafir in topvorm. De intense en emotionele factoren goed tot hun recht en zorgde het uitstekende geluid voor een versterkende dynamiek. Juist in een setting als die van vanavond komt de muziek van Sólstafir uitstekend tot zijn recht.
Setlist:
1. Náttfari (Intro)
2. 78 Days In The Desert
3. Köld
4. Pale Rider
5. She Destroys Again
6. Necrologue
7. World Void Of Souls
8. Love Is The Devil (And I Am In Love)
9. Goddess Of The Ages
Toegift:
10. Ótta
11. Bláfjall
12. Fjara
Met dank aan Marjolein Regterschot van Marjolein Regterschot Photography, handelend in opdracht van Brothers In Raw voor de foto's.