Beast In Black is de opener van de avond en deze band begint hiermee aan de eerste show ter ondersteuning van het kersverse album Berserker. Het is eigenlijk een valse start, want de plaat verschijnt komende week pas. Dat mag de pret niet drukken, want ondanks dat de muziek op enkele singles na voor de meeste mensen nog onbekend in de oren klinkt, heeft het solide optreden van dit vijftal ongetwijfeld voor nieuwe fans gezorgd.
De groep is de nieuwe liefdesbaby van gitarist/zanger/componist Anton Kabanen, die al eerder succes had met zijn band Battle Beast. In 2015 kwam het tot een splitsing en ging Kabanen noodgedwongen zijn eigen weg, wat al snel resulteerde in Beast In Black. Het is dan ook niet verbazend dat de gelikte power en heavy metal direct aanspreekt. De groep opent met het ruige Beast In Black en maakt direct indruk met strak spel en een solide podiumperformance in de stijl van Judas Priest. Het duurt niet lang voordat de eerste vuisten de lucht in gaan en na elk nummer kunnen de heren rekenen op een steeds luider wordend applaus.
Buiten het strakke spel is het vooral zanger Yannis Papadopoulis die de show steelt en live net zo goed uit de verf komt als op plaat. De set bestaat volledig uit nieuw materiaal met onder meer Zodd The Immortal, The Fifth Angel en Eternal Fire. Ook Go To Hell, dat als bonustrack bij de digipack van het album verschijnt, komt voorbij. De zaal gaat goed los bij de aanstekelijke single Blind And Frozen, die doet denken aan Nightwish, Sabaton en natuurlijk Battle Beast, en ruige afsluiter End Of The World. Zoals gezegd laat de band een zeer goede indruk achter.
Na een pauze verschijnt W.A.S.P. ten tonele. Het is duidelijk dat Blackie Lawless populair is, want zijn naam wordt luidkeels door het publiek geschreeuwd. Dat de set van W.A.S.P. later begint dan gepland, deert de aanwezigen niet. Het eerste deel van de show draait om The Crimson Idol en de videobeelden die bij deze plaat zijn gemaakt. Ze worden getoond op drie schermen. De beelden zijn duidelijk te zien, terwijl het werk van de bandleden zich voornamelijk in de schaduwen van rood licht bevindt. Het geluid is goed met lekker volle drums en een stevige bas, terwijl de zang van Blackie soms wat op de achtergrond geraakt. Af en toe rijst de vraag wat er precies live is van de zang van Lawless en wat niet. Dat zit het publiek echter niet in de weg, want vooral tijdens de spetterende stukken en de nummers die vaker live worden gespeeld, gaat de zaal flink los. Dat gebeurt uiteraard tijdens het spektakelstuk Chainsaw Charlie (Murders In The New Morgue), maar ook tijdens Doctor Rockter en The Invisible Boy. Het geluid van de loeiharde kettingzagen en donderende drums zorgt na zoveel jaar nog altijd voor kippenvel. Daarnaast komt het ingetogen Hold On To My Heart goed tot zijn recht.
Het idee van een film bij een conceptalbum is aardig, maar voegt in dit geval niet bijster veel toe. Veel van het materiaal wordt herhaaldelijk getoond en het zijn eerder sfeerbeelden dan een doorlopend verhaal. Aardig als gimmick, maar om er een gehele show rondom te bouwen, is te veel van het goede. Door de focus op de film, is de interactie met het publiek, en dan met name die van Blackie zelf, weinig aanwezig en lijkt het eerste gedeelte van het optreden op de automatische piloot te verlopen. Het is een leuke ervaring om The Crimson Idol eens in zijn geheel te horen, maar tegelijkertijd wil je bij een optreden meer spanning, interactie en venijn. Dat is er op momenten, maar tegelijkertijd toont het ook de zwakkere kanten van de plaat. Zeker wanneer die niet worden gecompenseerd met een sterke podiumaanwezigheid. Daarnaast is de vooraankondiging wat verwarrend, want er werd gesproken over The Crimson Idol met drie extra, missing songs. Het is onduidelijk of deze ook live ten gehore zouden worden gebracht of dat deze alleen op het Re-Idolized-album te vinden zullen zijn.
Diezelfde verwarring geldt voor het tweede gedeelte van de show, omdat er gesproken werd over een tweede set met fanfavorieten en klassiekers. In de praktijk blijkt dat neer te komen op een veredelde toegift, maar toch zeker geen volwaardige set. Na een korte pauze wordt een geluidsband ingezet met geluidsfragmenten van alle albums van W.A.S.P. op een rij. Mensen die de groep al eens eerder aan het werk hebben gezien, zullen deze herkennen. Hierna zet W.A.S.P. The Real Me in en ontwaart zich een energie op het podium, die tijdens The Crimson Idol veelal ontbrak. Blackie en de zijnen gaan tekeer op het podium zoals we van hen gewend zijn, terwijl op de videoschermen bijbehorende videoclips worden getoond. Het publiek gaat dan ook flink los, zeker wanneer L.O.V.E. Machine wordt gespeeld. Het enthousiasme wordt getemperd wanneer het tragere Golgotha begint. Gelukkig volgt daarna I Wanna Be Somebody nog, maar dit is tevens de afsluiter. Hoewel het een vermakelijke avond is met het nodige spektakel, zijn niet alle elementen een succes.
Setlist W.A.S.P.:
1. The Titanic Overture
2. The Invisible Boy
3. Arena Of Pleasure
4. Chainsaw Charlie (Murders In The New Morgue)
5. The Gypsy Meets The Boy
6. Doctor Rockter
7. I Am One
8. The Idol
9. Hold On To My Heart
10. The Great Misconceptions Of Me
Toegift:
11. The Real Me
12. L.O.V.E. Machine
13. Golgotha
14. I Wanna Be Somebody