Dag 2.
De tweede festivaldag begint met een voor velen (behalve Spanjaarden en Catalanen) onbekende band: Jardn De La Croix. Het is goed dat de festivalorganisatie een groep heeft geprogrammeerd die van eigen bodem komt. Ondanks dat Spanje niet bekendstaat om zijn progmuziek, zijn er wel degelijk bands die progressieve muziek maken. De Madrilenen zijn sinds 2007 actief en hebben vier releases op hun naam staan. De meest recente plaat is Circadia (2016). Daarop laten de Zuid-Europeanen een mix horen van instrumentale prog, math en post-rock. De post-rock overheerst. Deze wordt gekenmerkt door progressieve loopjes en ritmiek.
De muziek is gelaagd, luistert ondanks de complexe twists na een paar luisterbeurten relatief makkelijk weg. Waar het op plaat vooral de gelaagdheid van het gitaarspel is die opvalt, is het live de intensiteit die intrigeert. Knap, want dit soort muziek komt in een donker zaaltje beter tot zijn recht. Er gaat wat nuance en schoonheid verloren vanwege het keiharde geluid, maar de mannen imponeren met de voor post-rock kenmerkende stage-presence en beleving. Het volume staat aan het einde van het optreden op standje oorverdovend, El Poble Espanyol schudt op zijn grondvesten, maar de bevlogenheid levert Jardn De La Croix wel veel bijval op.
Theres a good chance that we fall asleep, I hope you dont, verwelkomt Devin Townsend het publiek. De mannen hebben een korte nacht achter de rug na de show op Tuska Open Air in Finland en zijn vermoeid. Bij aanvang zijn er technische problemen. Waar een doorsnee optreden van een willekeurige artiest tot vervelens toe stil zou liggen en bandleden niet weten wat ze moeten zeggen, weet de Canadees hier wel raad mee. Het festivalpubliek krijgt een kwartier lange cabaretshow voorgeschoteld, a dubious comedy routine. Zo doet hij op Canada Day een prog dance, speelt hij Yngwie Malmsteen, Lynrd Skynrd en Judas Priest op de gitaar, zingt bij Bring Him Home (Les Miserables) a capella en vraagt hij zich af: How the fuck did I end up being a prog metal guy? I really liked Motrhead and because I didnt get layed as a high school student I learned how to do sweep arpeggios. Over de scene zegt hij: The prog scene in general is a mighty masturbator.
Het is het leukste onderdeel van het optreden, want verder zijn er weinig woorden tussen de nummers door. Er is immers al veel tijd verloren en in de resterende tijd volgen de nummers van Ocean Machine elkaar in hoog tempo op. Het begint goed met Seventh Wave en het catchy Life. Het publiek zingt mee met Hide Nowhere en de sfeer zit er goed in. Daarna gaat de oceaanbrede wall of sound wat vervelen, ook al breekt het akoestische Sister de sleur nog enigszins. Dat het optreden bij een deel van de toeschouwers gaat vervelen, komt doordat de songs halverwege de set minder sterk zijn en de set op een wat plichtmatige manier afgewerkt wordt, wellicht ingegeven door de vermoeidheid.
De mannen lijken zich dat te beseffen, want bij Regulator is er meer beleving, zowel op het podium als in het publiek. De opleving houdt daarna aan met het emotionele Funeral (dedicated to who is awesome) en Bastard (wat een gave riff en vibe!). Het gevoel is weer even terug, zeker met de uithaal aan het einde van The Death Of Music. Daar moet je dan wel even geduld voor hebben, want het nummer dat onderdeel uitmaakt van het ingetogen tweede deel van het album, duurt twaalf minuten. Het is vooral een degelijk optreden. Wat het beste bijblijft, is de voordracht voorafgaand aan het concert die bij veel mensen een lach op het gezicht tovert. Dat is vandaag vooral de kracht van de charismatische frontman. Dat kwartier blijft velen bij.
Voor Vincent Cavanagh van Anathema is het al zijn derde optreden in vier edities. Twee keer trad hij met de band samen op en n keer deed hij dat solo. Vandaag is hij samen met zijn broers Danny en Jamie, zangeres Lee en drummer John (broer en zus) en drummer/toetsenist Daniel Cardoso present. Uiteraard staan er songs van The Optimist op de lijst, maar begonnen wordt met het tweeluik Untouchable. Lee heeft er veel zin in en staat al tijdens het eerste nummer te dansen en Danny is beweeglijker dan het optreden vorige week in Valkenburg.
De eerste nieuwe track is Leaving It Behind, gevolgd door Endless Ways en het titelnummer. Cant Let Go doet het live verrassend goed. The Optimist komt het sterkste uit de verf dankzij het ijzersterke tweede deel en Lee bewijst in onder andere Endless Ways dat ze terecht meer ruimte heeft gekregen op het nieuwe album en op het podium. Ze zingt namelijk ook partijen die door Vincent gezongen worden, waaronder die in Dreaming Light, het favoriete nummer van Danny. Zoals gezegd is Danny heel actief. Hij moedigt het publiek aan om mee te zingen en te klappen. Soms overdrijft hij het wat, zoals tijdens Closer, waarin hij de hele tijd het publiek aan het bespelen is.
Het nummer hoort evenwel tot de hoogtepunten van de set. Ook Thin Air, Universal, A Natural Disaster (laatstgenoemde met de gebruikelijke lichtjeszee van mobiele telefoons) behoren daartoe. Opmerkelijk is dat Danny meerdere keren richting John gebaart dat hij wat sneller of langzamer moet drummen. Aan het einde haalt hij nog een grap uit door tijdens een nummer een deel van de drumset te verschuiven. Ook stelt hij voor om de pianopartijen te spelen als blijkt dat Daniels keyboard kortstondig dienst weigert, maar het probleem blijkt snel opgelost. Broer Jamie houdt zich op de achtergrond. Het einde van het optreden is erg mooi. Vincent heeft tijdens Distant Satellites de beschikking over een pauk en is daarop aan het rammen, wat ook te zien is in de vorm van een silhouet op het grote scherm. Maar liefst drie drummers zijn daarmee te horen in de alternatieve versie die een knallend einde vormt van een goed opreden.
De hoofdact van dag 2 is Jethro Tull. Een mooie kans om de legendarische Britse rockgroep aan het werk te zien, al is het vooral Ian Anderson's Jethro Tull, omdat Jetro Tull zelf niet meer bestaat. Tijdens opener Living In The Past lopen er oude beelden van Ian Anderson mee op de achtergrond, op een groot scherm dat ingelijst is. Al snel blijkt Anderson niet meer over de zangkwaliteiten te beschikken die hij vroeger had. Het is beslist ondermaats. Voor de hogere noten gaat hij op zijn tenen staan om ze eruit te persen. Hij maakt echter veel goed met zijn excentrieke performance en prima dwarsfluitspel. Tijdens Heavy Horses uit 1978 staat hij in de kenmerkende houding op n been en grapt hij op droge wijze dat het one of the more recent songs is.
Het publiek kijkt belangstellend toe en hoort tot tevredenheid n van de favorieten al vroeg in de set langskomen. "Thick As A Brick was one of our first attempts to be a prog metal band. Ian verruilt de dwarsfluit kortstondig voor de gitaar. Waar de set vooral een 'best of Jethro Tull' is en ook als zodanig is aangekondigd, staat er met Banker Bets, Banker Wins ook een solotrack van Ian Anderson op de lijst, waarin gitarist Florian Opahle in de spotlights komt te staan. Al draait de show vooral om Ian, de anderen krijgen allen hun moment of fame. Bassist David Goodier soleert in de fraaie, jazzy, syncopated... version of Bourre. Drummer Scott Hammond soleert in Dharma For One, een nummer uit 1968, toen Clive Bunker nog drumsolos speelde in een plaatselijke pub, die later naar hem vernoemd is. Het is inmiddels 2017, dus bijna vijftig jaar later. Buitengewoon knap wat de mannen hier vandaag (op de vocalen van Ian na) neerzetten en er is dan ook veel applaus voor de vermakelijke show die eindigt met twee van de grootste hits: Aqualung en toegift Locomotive Breath.
Waar gisteren behoorlijk wat mensen vroegtijdig vertrokken, blijft het grootste deel vandaag op het festivalterrein om slotact Leprous aan het werk te zien. De Noorse formatie speelt vandaag een by request-set en velen zijn benieuwd welke songs er op de setlist staan. Opener The Valley is nog geen verrassing, maar klinkt direct al heel strak. Leprous heeft zich de afgelopen jaren opgewerkt tot een uitmuntende live-act. De intensiteit waarmee met name Einar Solberg en drummer Baard Kolstad staan op te treden, is ongekend en goed voelbaar. De anderen zijn minder opvallend aanwezig, maar doen muzikaal uitstekend mee.
Opmerkelijk is dat het geweldige Forced Entry al zo vroeg aan bod komt. Het publiek komt daarmee al heel vroeg in beweging. De handen gaan in de lucht en er wordt meegezongen met onder andere Restless en The Cloack. En van de verrassingen is het emotionele Mb. Differentia, dat sinds 2013 weer eens live wordt gespeeld. Einar verklaart dat Leprous geen band is die normaal gesproken nummers van oudere platen speelt, maar dat vandaag een uitzondering vormt. Tot grote vreugde van de fans staat er zelfs een nummer van Tall Poppy Syndrome op de lijst: Passing. Geweldig!
Dat geldt eigenlijk voor elk nummer, want zoals reeds vermeld spelen de heren strak en door het goede, krachtige geluid (alleen de extreme vocalen komen niet altijd goed door) is het genieten van de impact die de songs hebben. De fans kunnen hun geluk niet op. From The Flame, het eerste vrijgegeven nummer van het aankomende album Malina, krijgt namelijk zijn live-debuut. Het was in de pauzes al veelvuldig te horen, maar live klinkt het super en de fans zingen het catchy refrein dan ook uit volle borst mee. Het kwintet speelt nog een toegift omdat iedereen verlangt naar meer. De toegift is niet voorbereid, maar Slave levert net als het fantastische Rewind een moshpit op. Daarna blijft iedereen staan voor nog meer. Hoe laat het ook al is (kwart over twee), men wil niet weg, maar het is toch echt voorbij. Leprous kwam, zag en overwon met een speciale set die goed in de smaak viel en die bewijst dat de Noorse formatie een headliner is voor toekomstige gelegenheden.
Daarmee komt een einde aan een zeer geslaagde vierde editie van Be Prog! My Friend. De organisatie heeft wederom aandacht besteed aan de verbeterpunten die er naar aanleiding van de vorige editie waren. De vrijwilligers waren vriendelijk, het publiek stroomde vlotter naar binnen en de sfeer was relaxed. Er werden veel nieuwe internationale vriendschappen gesloten, het eten smaakte goed en nergens waren lange wachtrijen. De prachtige setting blijft iedere keer adembenemend en dat leverde mooie plaatjes op bij de ondergaande zon. De temperaturen lager wat lager dan voorgaande edities en dat leverde vrijdag een frisse late avond en nacht op. Verder was het aangenaam en kon je overal makkelijk voorbij ondanks de twaalfhonderd bezoekers. De groep Nederlanders was weer iets groter dan voorheen, al ontbraken er wat Limburgers. De formule met vijf bands per dag en twee dagen werkt prima. Alle bands presteerden goed en het publiek is dan ook zeer tevreden, al zal wellicht niet elke band bij iedereen in de smaak vallen. Volgend jaar is er weer een nieuwe editie en daar kijkt iedereen nu al naar uit. Muchas gracias! Hasta la vista en Bass-solo-na!
Met dank aan Alex Blokdijk voor de foto's.