Eén van de grootste mysteries is de manier waarop Witchsorrow aan een platendeal gekomen is en waarom ze regelmatig kunnen touren. Ik misgun bands zelden hun successen en ook tegen deze Britten koester ik geen wrok, maar ik kan werkelijk niks positiefs noemen. De songs zijn saai, de zang is slecht en er zit geen fut in het optreden. Het drietal staat er wat verloren bij op het grote podium en alleen Necroskull lijkt een beetje te begrijpen wat het begrip presentatie inhoudt. Als het derde nummer met exact dezelfde riff opent die ik in de andere twee songs ook al gehoord heb, houd ik het voor gezien.
Niet geslapen, niet gegeten en niet gedronken. Je mag ook niet drinken als je helemaal vanuit Zwitserland naar Leeuwarden rijdt. Grappig om te weten dat Komatsu een dag later, op het moment dat dit geschreven wordt, weer onderweg naar Oostenrijk is. Bliksembezoekje aan Into The Void dus, en dat is niet voor niets. In de gezellig volle arena wordt een feestje gebouwd. Komatsu heeft er zin in, het publiek heeft er zin in en dus is er een fijn uurtje rock-‘n’-roll in de Arena. Van eventuele vermoeidheid merkt het publiek niks. Het is niet het beste optreden van het weekend, maar iedereen heeft plezier en de energie druipt ervanaf.
De postrockband die nooit had moeten gaan zingen. We kunnen wel stellen dat Long Distance Calling sindsdien iets van de magie verloren is. In het half uurtje dat ik de band zie, hoor ik geen enkele zangnoot. Het is niet zo duister als de vele doomacts vandaag en het rockt niet als bijvoorbeeld Karma To Burn, maar het is wel een heel aangenaam moment om even tot rust te komen op deze mooie, sfeervolle klanken. De microfoon op het podium zal heus nog wel voor iets anders gebruikt worden dan alleen een bedankje aan het publiek. Ook dan is het instrumentale deel nog altijd dik in orde. Long Distance Calling schept nou eenmaal fijne soundscapes.
Onder normale omstandigheden had ik het optreden van Lonely Kamel gemist, maar het op hetzelfde moment geprogrammeerde Darkher heeft afgezegd. Het is weliswaar een fijne troost dat ik alsnog naar de eenzame kameel kan kijken. Het stonerkwartet trapt af met Roadtrip With Lucifer. Er wordt weinig geluld en veel gespeeld. De set kent geen verrassingen, maar is oerdegelijk en erg genietbaar. De setlist bestaat uit songs van alle albums, maar dat is het enige dat echt gevarieerd is. Niks mis mee! Lekker uit je plaat gaan op de muziek van een van de betere stonerbands.
In het afgelopen jaar is het Zweedse Monolord vrij populair geworden binnen de internationale doomgemeenschap. De band mocht aantreden op Roadburn en het album Vænir is met vrij veel lof ontvangen. Het zal daarom niemand verbazen dat daar vanavond dan ook de meeste aandacht naar uitgaat. Wie de band nog niet kent, zal aan de hand van de naam weinig verrassingen horen. Monolord is een moderne doomband pur sang en werkt zich log en dreunend door de set heen. Geen gitaargepriegel te horen hier, maar wel een verrassend heldere zang. De sfeer zit er goed in, in dit laatste optreden van Monolord in 2016.
De Puust is een zaaltje dat nog moeilijker te vinden is dan de plaats waar de meeste merchandise vandaag ligt. Ruim tien minuten te vroeg stap ik het nog erg verlichtte zaaltje in, waar ZooN nog bezig is met de soundcheck. Gitarist Ron van Herpen speelt nog even met de echo-effecten en zingt stukken van Queen’s The Prophet’s Song met enige hilariteit als gevolg. Vrij snel gaan daarna de lampen uit en begint de echte set. Geen Queen-invloeden in deze muziek, maar een geluid dat doet denken aan americana met vleugjes folk, blues en country. De muziek heeft iets broeierigs en ook de werkelijke temperatuur stijgt tot aangename hoogtes. Van het driedelig maatpak van zanger Fred van Bergen verdwijnt het meeste al snel op een van de speakers. ZooN is één van de nieuwere bands op Into The Void waarvan de leden stuk voor stuk ervaren muzikanten zijn. Degenen die de weg naar de Puust gevonden hebben, zijn getuige van een prachtig, wat intiem, concert. Zulke virtuositeit kom je niet veel tegen.
Na de rustige klanken van ZooN lopen we door naar de grote zaal om even lekker wakker geschud te worden door Karma To Burn. Deze riffmeisters zijn niet kapot te krijgen en gaan inmiddels ook weer flink wat jaartjes mee. Hoe energiek en groovend de muziek ook mag zijn, de headlinerstatus lijkt niet helemaal gerechtvaardigd te zijn. Natuurlijk zijn er veel bezoekers die het daar niet mee eens zijn en in de voorste regionen wordt lekker gepogood, maar ik ken genoeg bands die minder moeite hebben met het variëren op een riff. Het neemt niet weg dat de muziek van deze Amerikanen nog altijd prima klinkt, maar na een half uur is het wel echt mooi geweest.
Het Canadese duo Zaum is misschien wel het best bewaarde geheim van deze editie van Into The Void. Het is niet bepaald vol in het café, maar de aanwezigen zijn stuk voor stuk laaiend enthousiast. De enige verlichting wordt verzorgd door een twintigtal (nep)kaarsen en dat komt de sfeer van deze mantradoomband volledig ten goede. Het is prachtig om te zien hoe ‘slechts’ een drummer en een bassist zo’n geluid kunnen neerzetten. Natuurlijk is daar ook nog wel het bandje met achtergrondgeluiden, maar dat neemt niet weg dat Zaum bij vlagen aan Om doet denken en daar niet gek veel voor onderdoet. Het is lastig headbangen op deze logge en zware meditatieve muziek, maar de aanwezigen doen uiteraard een poging. Na afloop zie ik veel shirtjes van Zaum voorbij komen. Dat zegt natuurlijk ook wel wat!
Staat Monomyth op het verkeerde podium? Het is erg druk in de Arena. Ik geef toe dat ik de muziek van Monomyth meer iets vind voor in de luie stoel, maar vandaag werkt het uitstekend. Vanaf het balkon is het daarbij mooi om te zien hoe het publiek staat te swingen. Geen negatief woord over deze Hagenezen. Ze kennen het kunstje tot in de puntjes. Ze zijn uitstekend op elkaar ingespeeld. Puur vakmanschap! Ik kan me geen band bedenken bij wie je tegenwoordig harder kan spacen dan Monomyth. De heren toveren de muziek zo eenvoudig uit hun instrumenten, maar het resultaat is fantasierijk en gelaagd. Het publiek wordt langzaam in trance gesust en zo gaat Monomyth de boeken in als een van de beste bands van deze editie. De enige smet op het optreden is de dronken mongool die even voor het einde besluit dat het tijd is voor een moshpit.
Conan is de laatste jaren een van de smaakmakers in de wereld van de doom metal. Terwijl ongeveer honderd man compleet uit zijn dak gaat en de zaal goed gevuld is, sta ik me vooral te verbazen hoe deze band met zo’n slechte zanger zo populair kan zijn. Conan zet een moddervet geluid neer en daar valt natuurlijk ook wel wat van te zeggen. Het is beduidend harder dan wat je gemiddeld hoort. Misschien sta ik hier met de verkeerde instelling en verwacht ik teveel inhoudelijke muziek, terwijl de fans komen voor het ervaren. De songs zijn knap waardeloos, maar laten we eerlijk wezen. Afgaande op de publieksreactie is dit optreden een succes.